Vrijwilligerswerk is van alle tijden, en de moestuintjes van Land van Ooij zijn hier een goed voorbeeld van. Maar wat is de filosofie achter vrijwilligerswerk? Met een antropologische bril deed Nikky Kuil (25) hier onderzoek naar voor haar scriptie Hij die een tuin plant, plant geluk. Waar gaat deze scriptie nou eigenlijk over? Vol passie neemt Nikky Kuil ons mee op reis door de filosofie van de moestuintjes.
Wie: Nikky Kuil, Studie: Culturele Antropologie & Ontwikkelingssociologie (bachelor) Spatial Planning (Pre-Master)
Ten eerste: wie ben jij?
‘Nou, oorspronkelijk kom ik uit Friesland. Ik heb aan de Radboud Universiteit Culturele Antropologie gestudeerd en nu doe ik de pre-master Spatial Planning. Mijn scriptie was best sociaal geografisch en zo ben ik bij deze pre-master gekomen. Verder ben ik lid van de lokale squashvereniging. Daarnaast doe ik wat elke student doet. Een keer een feestje, dan weer eens wat anders.’
Waar gaat het onderzoek over?
‘Het gaat voornamelijk over een onderzoek dat ik heb gedaan in een moestuin in het Land van Ooij. Deze moestuin wordt gerund door vrijwilligers. In mijn onderzoek kijk ik of er een vorm van reciprociteit is tussen hen en de moestuin. Deze reciprociteit, ook wel uitwisseling, bestaat uit het feit dat de vrijwilligers een vorm van geluk ervaren door hun vrijwilligerswerk. Deze vorm van geluk zorgt ervoor dat deze personen het vrijwilligerswerk niet als een taak zien, maar er zelf ook iets uit halen. Dat heb ik vervolgens filosofisch ingestoken. Dat kan met momenten best een beetje taai worden. Onder andere Spinoza komt aan bod. De meer praktische conclusie van mijn onderzoek was dat er inderdaad een bepaalde uitwisseling plaatsvindt.’
Je komt op een gegeven moment uit bij niet-Westerse filosofische principes, zoals het Hau-principe. Hoe is dat tot stand gekomen?
Nikky lacht: ‘Dat is een principe van een klassieke antropoloog, Mauss. Reciprociteit is een economisch antropologisch concept dat betrekking heeft op het geven van iets. In het hetgene dat gegeven wordt, wordt volgens Mauss altijd iets van de gever belichaamd. Deze symbolische belichaming zorgt ervoor dat de ontvanger een bepaalde noodzaak voelt tot een wedergift. In deze case betekent dit dat de vrijwilligers geluk ervaren door de tuin, en om deze in stand te houden moeten ze hier werk verrichten. Daardoor vinden ze het waard om gratis arbeid te verrichten. Als je dit principe onderzoekt kom je al heel snel bij Mauss terecht.’
Hoe ben je op het idee gekomen om op moestuintjes te focussen in je onderzoek naar reciprociteit?
‘Bij Antropologie krijg je normaal de kans om voor je scriptie naar Suriname of India te gaan. Helaas studeerde ik ten tijde van de Coronacrisis en moest ik mijn onderzoek daarom in Nederland doen. Ik had eerst echt geen flauw idee wat ik wilde. Uiteindelijk besloot ik dat ik graag iets in de natuur wilde doen, maar wel in de buurt van Nijmegen. Zo kwam ik bij moestuinen terecht. Dit sloot echt precies aan bij wat ik zocht, want het onderhoud van de moestuin gebeurt gezamenlijk door een groep vrijwilligers. Ik werd er met open armen ontvangen!’
Wat zijn de uitdagingen waar je tegenaan liep?
Ze lacht: ‘Het schrijven zelf ging me in principe goed af. Het was vooral het onderzoek dat ik echt lastig vond. Het is nou eenmaal veldwerk. Je kan niet naar zo’n moestuin gaan en tegen de vrijwilligers zeggen: ‘kom jongens, we gaan het zo doen!’. Je wil het gewoon echt waarnemen. Ik ging dus écht deel uitmaken van de groep. Dan was ik daar gewoon met kruiwagens heen en weer aan het lopen. Hierdoor was ik wel afhankelijk van de flow van de hele groep. Dat vond ik best wel lastig, want je kan nooit vooraf plannen wat je gaat doen. Het gaat altijd anders dan je dacht. Dit zorgde ervoor dat ik soms bang was dat ik aan het einde van de periode niet genoeg materiaal zou hebben.’
Wat zijn de toepassingen van het onderzoek en wat zou er verder nog onderzocht kunnen worden?
‘Ik vond het vooral heel belangrijk om aan te tonen dat wij, als mens, niet boven de natuur staan en dat er een wederzijdse uitwisseling is. We hebben de natuur nodig. Ik heb binnen mijn scriptieproces dan ook de track ‘kritiek klimaat’ gekozen. Dit gaat over hoe wij als mensen omgaan met de natuur. Dit is echt een heel belangrijk punt voor mij. Mensen denken vaak: ‘we kunnen de natuur gewoon ombouwen zoals we willen’. Dat is gewoon niet zo. Ik zou er dan ook heel graag vervolgonderzoek naar willen zien, waaraan ik ook zelf wil bijdragen. Vandaar dat ik nu de pre-master Spatial Planning doe.’
Wil je zelf nog iets kwijt over je scriptie?
‘Ik wil iedereen meegeven dat het oprecht heel erg leuk is om in een moestuin onderzoek te doen. Iedereen is daar doorgaans echt heel lief en iedereen wil meewerken. Het is natuurlijk wel belangrijk dat je er interesse in hebt. Ook het werken in een moestuin is trouwens heel erg leuk. Het bracht mij steeds een gevoel van rust en dat was prettig. Elke ochtend dronken we een lekker bakje koffie in de zon en dan werd er besproken welke ideeën we hadden voor de moestuin. Dit was steeds ontzettend gezellig, met z’n allen in de natuur. Ik zou het echt iedereen aanraden!’
Ken jij of ben jij iemand die een bijzonder scriptieonderzoek heeft gedaan? Laat het ANS weten via redactie@ans-online.nl!