Home Artikelen Op expeditie met de praatpolitie

Als je op een donderdagnacht de Molenstraat inloopt, vallen er niet alleen groepjes lallende studenten te spotten, maar ook een duo politieagenten op sportieve fietsjes. Ze lijken weinig anders te doen dan portiers begroeten en met studenten praten. Hoe houden ze al kletsend de stad veilig?

Wie ‘s nachts weleens zonder fietslicht zit, een peuk opsteekt op een plek waar dat niet mag of een vriend appt op de fiets, hoopt maar één ding: geen politie tegenkomen. Op deze donderdagnacht heb je kans om agentenduo Michiel en Nick* te kruisen op hun witte mountainbikes. Hoewel het oogt alsof ze voornamelijk studenten aan het opvoeden zijn, is het tegenovergestelde waar: ze zorgen ervoor dat studenten zich veilig kunnen misdragen. ‘We willen dat iedereen zorgeloos kan stappen in Nijmegen.’

Om dat te bewerkstelligen, fietsen de agenten de hele nacht rond in de binnenstad. Hier en daar maken ze een praatje, schrijven ze een bon uit of geven ze een waarschuwing. ‘Onze nadruk ligt op de ruimte voor het gesprek’, vertelt Michiel. ‘Gekscherend wordt er weleens geroepen dat de Nijmeegse politie “praatpolitie” is.’ Dat praten gebeurt niet alleen op straat, maar ook met collega’s. Door middel van verschillende kanalen krijgen Michiel en Nick de hele nacht lang allerlei informatie doorgespeeld. Hoe zorgt al dat gepraat ervoor dat het Nijmeegse nachtleven veilig blijft? En wat als iemand niet wil luisteren?

Communicatie is key

Zo kil als het Nijmeegse politiebureau aan de Stieltjesstraat van buiten oogt, zo gezellig is het er aangekleed als je de drie strak beveiligde deuren tot aan de teamkamer doorkomt. De muren hangen vol fotocollages van teamuitjes en borrels. De postvakjes doen daarnaast denken aan de keukenkastjes van studenten, door de bekleding met memes, gekke foto’s en originele bijnamen. De agenten die net van de straat afkomen, zitten op een bank na te kletsen. Michiel en Nick maken zich klaar om hun werkzaamheden over te nemen.

‘Gekscherend wordt weleens geroepen dat de Nijmeegse politie “praatpolitie” is’

Voordat het duo de straat op gaat, krijgen de agenten een debriefing van de collega’s die ze aflossen. Daarin worden namen, gezichten en plekken gedeeld die extra aandacht vereisen tijdens hun dienst. ‘We letten bijvoorbeeld op mensen die veel overlast hebben gepleegd’, schetst Michiel. ‘Er zijn tevens locaties waar we extra moeten controleren. Iemand kan last hebben van een vervelende ex of er kunnen veel hangjongeren zijn op een bepaalde plek.’

Niet alleen voor, maar ook tijdens hun dienst worden de mannen doodgegooid met informatie. Ze hebben twee portofoons en een telefoon bij zich. ‘Door één porto horen we alle meldingen van Oost-Nederland binnenkomen en de andere is om contact te houden met Nijmeegse collega’s’, vertelt Nick. ‘We hebben daarnaast een aparte telefoon waarop horecapersoneel ons kan bereiken.’ Met het constante scannen van de openbare ruimte erbij krijgen de agenten flink wat prikkels te verwerken. ‘Je leert vanzelf waar je op moet letten’, vertelt Nick. ‘Je verveelt je nooit’, voegt Michiel nonchalant toe.

Gewapend met deze communicatiemiddelen beginnen de agenten aan hun eerste rondje in de binnenstad. Hun route is zorgvuldig gekozen: ze passeren een donker steegje om mensen zich er veiliger te laten voelen en fietsen daarna een doodlopend straatje in en uit omdat het een populaire wildplas-hotspot is. Als ze langs kroegen komen, begroeten ze de portiers vrolijk. ‘Het contact met horecaportiers is heel belangrijk voor ons, want we werken echt samen’, verklaart Michiel. ‘Zo kunnen we om elkaars ondersteuning vragen als dat nodig is en kunnen zij ons bellen als ze iets zien dat ze niet vertrouwen.’ 

Preventiepraatje

Wie het Nijmeegse nachtleven een beetje kent, weet dat de binnenstad op donderdag barst van de studenten. Toch zijn Michiel en Nick vannacht het enige politieduo dat in het centrum rondfietst. ‘Er is flink afgeschaald, want we kampen met personeelstekort. Op studentenavonden gebeurt meestal weinig, dus twee mensen is voldoende’, beweert Nick. ‘Op vrijdag- en zaterdagavond fietsen er veel meer collega’s rond’, schetst hij het verschil. Michiel stelt dat studenten relatief weinig herrie schoppen. ‘Ze luisteren over het algemeen goed, want ze hebben iets te verliezen: een toekomstige VOG (Verklaring Omtrent het Gedrag, red.). Groepen die in het weekend komen, hebben eerder hun status op straat te verliezen’, zegt hij. ‘Dat zorgt ervoor dat er met studenten een stuk beter te praten valt en het op een studentenavond dus rustiger is dan in het weekend.’ Hij benadrukt daarnaast dat er een aantal noodhulpauto’s van de politie rondrijden en dat er meer mensen in worden gezet als er een evenement in de stad plaatsvindt, zoals de introductieweek.

Het contrast tussen de kalmte die de mannen zojuist nog uitstraalden en de haast die ze nu hebben is enorm.

Om met zijn tweeën het nachtleven in goede banen te leiden, focussen de agenten op ‘proactief signaleren’. Als ze een groepje meiden bier zien drinken, spreken ze hen erop aan. ‘Je kunt een boete van 110 euro krijgen voor het rondlopen met geopende drank in het centrum’, legt Michiel geduldig uit. De agenten laten het bij een waarschuwing. ‘Als iemand met drank rondloopt of bijvoorbeeld geen licht op zijn fiets heeft, schrijven we daar meestal geen bon voor uit’, zegt Nick. ‘We gebruiken dat soort overtredingen om een praatje te maken met verschillende groepen.’ Op die manier krijgt het duo een beeld van wat voor mensen er op een avond in de stad zijn. ‘Soms komt iemand tijdens zo’n gesprek al over op ons alsof diegene later op de avond vervelend gaat doen’, vertelt Michiel. ‘We vragen dan iemand die erbij is om diegene alvast mee naar huis te nemen.’

Gauw na het praatje met de meiden komt er een melding binnen over een straatberoving. Er  wordt een vaag signalement doorgegeven en de mannen zetten een sprintje in. Het contrast tussen de kalmte die de mannen zojuist nog uitstraalden en de haast die ze nu hebben is enorm. Bij het kruisen van een bus die van rechts komt, seint Michiel dat hij voorrang wil. De buschauffeur volgt braaf zijn aanwijzing op. De agenten racen door en houden in een oogwenk iemand aan die aan de omschrijving van de dader voldoet. Het is onduidelijk of hij het ook daadwerkelijk is, maar Nick ziet een mes uit zijn tas steken en slaat hem in de boeien. Een groep studenten loopt langs en eentje wil zich met de situatie bemoeien. ‘Gewoon doorlopen’, beveelt een van zijn vrienden, waarop het groepje netjes doorloopt. ‘Studenten houden vaak, zonder dat wij het van ze vragen, hun vrienden al in bedwang’, verklaart Nick later. ‘Dat gebeurt hier meer dan in steden zonder studenten’, vult Michiel aan. ‘Studenten corrigeren elkaar eerder dan dat ze elkaar op een negatieve manier stimuleren.’

Wat als iemand niet wil praten?

Als de man met het mes is meegenomen naar het politiebureau, worden Michiel en Nick opgeroepen door collega’s uit een noodhulpauto. Ook zij hebben iemand aangehouden die aan het signalement van de dief voldoet. Aangekomen op de locatie blijkt dat deze man zijn identiteitskaart niet wil laten zien, waardoor ook hij in de boeien wordt geslagen. Hij stribbelt op alle mogelijke manieren tegen, scheldt de politie verrot, bedreigt ze en blijkt een vuurwapen bij zich te dragen. De zojuist nog zo geduldige agenten zijn genoodzaakt veel geweld en zelfs een taser te gebruiken. Van hun beloofde ‘rustige donderdagnacht’ is niets meer over. De man wordt met veel moeite in een politiebus geduwd. Twee agenten moeten mee het busje in om de man in bedwang te houden terwijl ze naar het bureau rijden.

‘Zo intens als het vannacht was, is het eigenlijk maar vijf keer per jaar’

Illustratie: Inge Spoelstra

Wanneer de man achter slot en grendel zit, lopen de agenten routineus de briefingsruimte in. ‘Na een heftige situatie volgt altijd direct een debriefing’, zegt Nick. ‘We doen eerst een uitgebreid rondje ‘gevoel’ bij iedereen. We bespreken hoe iedereen zich voelde in de situatie en hoe het nu gaat. Daarna gaan we pas verder met praktische zaken.’ De agenten geven aan dat deze aandacht voor mentaal welzijn er tien jaar geleden nog niet was, maar dat ze het praten over emoties nu heel belangrijk vinden. ‘Als je dat niet doet, dan mis je het als een collega niet kan slapen na zijn dienst en ermee blijft zitten. Iedereen weet dat het in deze situatie zomaar mis had kunnen gaan’, verklaart Nick. ‘Het is daarnaast professioneel gezien belangrijk dat iedereen zijn emoties hier kwijt kan, zodat ze niet opspelen tijdens een ander incident’, voegt Michiel toe. Tegen tweeën, ongeveer een uur nadat de agenten op kantoor kwamen, is het overleg afgerond. Sommigen komen met gezwollen ogen de briefingsruimte uit. ‘Zo intens als het vannacht was, is het eigenlijk maar vijf keer per jaar’, nuanceert Michiel. 

Michiel vertelt dat hun dienst een goed voorbeeld is van hoe een nacht zomaar om kan slaan. ‘Dat is het mooie van dit werk: je weet echt nooit wat je te wachten staat’, zegt hij. Dat het voor omstanders kan lijken alsof de politie alleen maar aan het babbelen is, is volgens hem alleen maar goed. ‘Het is de bedoeling dat je als uitgaanspubliek zo min mogelijk ziet van heftige situaties’, zegt de agent. Hij concludeert gepassioneerd: ‘Je moet denken dat je veilig kunt stappen in Nijmegen. Dat is namelijk ook echt zo.’

*De achternamen van Michiel en Nick zijn bekend bij de redactie.

Dit artikel verscheen eerder in ANS-krant 1.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen