Home Opinie & AchtergrondAchtergrond Op weg naar de verkiezingen II: waarom moeten studenten stemmen?

Morgen mogen we naar de stembus voor de Provinciale Staten en waterschappen. In aanloop hiernaartoe behandelt ANS samen met vier studentkandidaten een aantal prangende vragen omtrent deze verkiezingen. Deel II: waarom moeten we deze verkiezingen stemmen?  

Op woensdag 15 maart vinden de vierjaarlijkse verkiezingen voor de Provinciale Staten en waterschappen plaats. In 2019 bracht iets meer dan de helft van de Nederlanders zijn stem uit tijdens deze verkiezingen, zo blijkt uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek. Dat is ruim 20 procent minder dan bij de Tweede Kamerverkiezingen. Student Brandon Brom, D66-kandidaat voor de Provinciale Staten, heeft daar een verklaring voor: ‘De Provinciale Staten en waterschappen staan het verst van de Nederlandse burger af. Burgers hebben het minst met deze bestuurslagen te maken.’ Waarom moeten we deze verkiezingen dan toch stemmen?

Om antwoord te geven op die vraag keren we naar een aantal Nijmeegse studenten die deze verkiezingen kandidaat zijn. Naast Brom staat Job van Hussen (GroenLinks) op de lijst voor de Provinciale Staten. Voor de waterschapsverkiezingen zijn studenten Sven Braster (VVD) en Sanne Jäkel (Partij voor de Dieren) twee van de verkiesbare studenten. 

Hoe komt het dat burgers minder betrokken zijn bij de Provinciale Statenverkiezingen?

Brandon Brom (23, HAN-student Verpleegkunde)

Van Hussen (GL): ‘Wat meespeelt bij de lage betrokkenheid is dat het beleid van de provincie minder direct impact heeft op burgers. Landelijk beleid heeft vaak directe invloed op de portemonnee van mensen en de gemeente bepaald wat er in jouw straat gebeurt. De onderwerpen waar de provincie over gaat gaan vaak over de langere termijn waardoor mensen minder snel de gevolgen voelen.’ 

Brom (D66): ‘Daarnaast werkt het gedaalde vertrouwen in de politiek niet mee met de betrokkenheid van burgers. Het lage vertrouwen komt onder meer doordat in de media alleen maar slechte dingen over de politiek te horen zijn. Daardoor zien mensen niet altijd het nut van stemmen.’

Van Hussen (GL): ‘De provincie wil wel dichter bij de burgers komen te staan en probeert ze de afgelopen jaren steeds meer te betrekken. We zijn bijvoorbeeld bezig met het opzetten van burgerberaden waarbij wordt gesproken met burgers over allerlei beleidsstukken van de provincie.’

En waarom zijn mensen zo weinig betrokken bij de waterschappen?

Sanne Jäkel (30, Radboudstudent Environment and Society Studies)

Jäkel (PvdD): ‘Je krijgt veel mee van de verkiezingen voor de Tweede Kamer in de media en de gemeente is dichtbij huis. Dat is minder zo bij de Provinciale Staten, en nog minder bij de waterschappen. Dat is echt de minst sexy bestuurslaag. Een ander probleem is dat de grenzen van de waterschappen heel anders zijn dan de gemeenten en provincies.’

Braster (VVD): ‘Het gaat daarom vaak over gebieden die ver van mensen af liggen. Laatst was er bijvoorbeeld een discussie over het waterpeil in de Alblasserwaard. Ik wist niet eens waar dat lag, laat staan hoe hoog het waterpeil daar zou moeten zijn. Dat waterpeil spreekt voor burgers sowieso niet echt tot de verbeelding. Daarnaast hebben de bewoners van buitengebieden meer belang bij het waterschap dan mensen in steden. In de stad is een waterschap minder belangrijk.’ 

Jäkel (PvdD): ‘Daar ben ik het niet mee eens. Het waterschap in het buitengebied is niet belangrijker dan in de stad. Steden zijn vaak aan het water gebouwd. Daar spelen ook kwesties als waterveiligheid en het verplaatsen van dijken om ruimte aan de rivier te geven. Het verschil zit vooral in hoe die uitdagingen er precies uit zien.’ 

Sven Braster (24, Radboudstudent Sociologie)

Braster (VVD): ‘Ik bedoel niet dat het minder belangrijk is, maar dat het minder zichtbaar is in steden. Als de Waal hoog staat en ik woon op een heuvel in Nijmegen-Oost dan heb ik daar in principe minder mee te maken. Als je in de polder staat en het water staat hoog dan heb je er wel mee te maken.’ 

Van Hussen (GL): ‘Dat kan in de toekomst wel gaan veranderen. Als gevolg van klimaatverandering krijgen steden steeds vaker te maken met hittestress. Extra natuur en (oppervlakte)water in de stad kan daar een oplossing voor bieden.’  

Is het belangrijk dat burgers een connectie gaan voelen met deze bestuurslagen?

Brom (D66): ‘Ja, want de thema’s die aankomende vier jaar op de agenda staan hebben direct invloed op iedereen binnen de provincie. Daarom is het belangrijk dat mensen hun stem uitbrengen. Het langetermijnbeleid van deze bestuurslagen raakt in het bijzonder onze generatie. Als we nu niks doen, komen wij namelijk met de problemen te zitten.’ 

Job van Hussen (21, Radboudstudent Bestuurskunde en Natuurkunde)

Van Hussen (GL): ‘Als we stikstof, de woningbouw en de energietransitie nu niet aanpakken loopt het de klauwen uit en gaat onze generatie er last van hebben. De komende vier jaar kan daar een kantelpunt.’

Jäkel (PvdD): ‘Hetzelfde geldt voor de waterschappen. Een nieuwe dijk moet bijvoorbeeld vijftig jaar meegaan. Dat maakt een gemiddeld waterschapsbestuur niet mee, maar onze generatie wel. We moeten daarom nu kijken hoe het klimaat er over vijftig jaar uitziet.’

Brom (D66): ‘We hebben de afgelopen jaren ook gezien welke problemen we krijgen als we te weinig met waterbeheer doen: droogte in de zomers, overstromingen in de herfst. We moeten nu stappen maken als we die dingen willen voorkomen. Dit is een van de belangrijkste Provinciale Staten en Waterschapsverkiezingen van de afgelopen decennia. Ik denk dat mensen zich dat te weinig realiseren.’ 

Hoe vertaal je dit naar burgers?

Van Hussen (GL): ‘Ik denk dat we het concreet moeten maken. Als we het over het openbaar vervoer (OV) hebben, kan dat: rijdt er wél of niét een bus door jouw dorp. Dat zijn tastbare onderwerpen waar de provincie zich mee bezighoudt. Helaas maken de meeste burgers die connectie niet. Het is aan ons om die vertaalslag te maken.’

Brom (D66): ‘Dat kan bijvoorbeeld met behulp van sociale media. Daar bereik je de meeste mensen mee. Daarnaast werkt het ook om op markten te staan en mensen aan te spreken. Het belangrijkste is in gesprek gaan met mensen om naar hun zorgen te luisteren en uit te leggen wat je als provincie doet.’

Van Hussen (GL): ‘Er ligt ook een rol bij het onderwijs. Op de middelbare school krijg je alleen uitgelegd wat de Eerste en de Tweede Kamer is. Als op scholen wordt uitgelegd wat de Provinciale Staten en de waterschappen doen dan weten mensen tenminste van het bestaan af.’ 

‘We moeten duidelijk maken wat er kan gebeuren als het water niet goed wordt beheerd.’

Hoe maak je die vertaalslag bij het waterschap?

Braster (VVD): ‘We moeten duidelijk maken aan het publiek wat er kan gebeuren als het water niet goed wordt beheerd. Het probleem is dat het waterschap vooral zichtbaar is als er problemen zijn, zoals de overstromingen in Limburg twee jaar geleden.’ 

Jäkel (PvdD): ‘We moeten ook de urgentie uitstralen. Het gaat momenteel bijvoorbeeld echt niet goed met de natuur en biodiversiteit. Dat moeten we aan mensen duidelijk maken. Sociale media en op mensen afstappen zijn daar net zoals bij de Provinciale Staten goede strategieën voor.’

Om terug te komen op het belang van stemmen: studenten moeten dus stemmen omdat de onderwerpen hun toekomst aangaan. Zijn er nog andere redenen?

Brom (D66): ‘Stemmen is ook belangrijk om het protestgeluid tegen te gaan. Mensen wiens belangen nu worden behartigd stemmen minder snel, waardoor hun belangen in het vervolg misschien niet meer worden behartigd. Burgers die het niet eens zijn met beleid stemmen vaak juist wel. Zo ontstaat een niet-representatief beeld.’

Braster (VVD): ‘Ik heb het idee dat het beeld dat de politiek niet naar jongeren luistert heerst. Dat beeld klopt, omdat er onder ouderen een hoge opkomst is. Als jongeren echter meer van zich zouden laten horen, dan zou er ook meer aandacht worden besteed aan jongeren. En dat is belangrijk, want het gaat over onze toekomst.’

‘Studenten kunnen de belangen van studenten het beste vertegenwoordigen.’ 

Van Hussen (GL): ‘Als je wil dat jouw belangen als jongere worden behartigd dan is het goed om te beseffen dat leeftijdsgenoten een soortgelijke ervaring hebben als jij. Met een leeftijdsgenoot in het bestuur komen die belangen dan eerder tot uiting in de Provinciale Staten. De gemiddelde leeftijd van het provinciebestuur is nu 49 jaar.’ 

Jäkel (PvdD): ‘Ter illustratie: de gemiddelde 49-jarige heeft een auto en wil meer asfalt, terwijl de gemiddelde student afhankelijk is van het OV. Studenten kunnen de belangen van studenten het beste vertegenwoordigen.’ 

Braster (VVD): ‘Bij de waterschappen is de gemiddelde leeftijd zelfs rond de zestig.’

Hoe komt het dat de gemiddelde leeftijd in die besturen zo hoog is?

Braster (VVD): ‘Politiek buiten het Rijk spreekt niet tot de verbeelding en het is bovenal een dure hobby: de vergoeding is minder dan het minimumloon. Je moet er een goedbetaalde baan of pensioen naast hebben en dat is vaak weggelegd voor ouderen.’

Brom (D66): ‘Je netwerk speelt ook mee. Als je al langer in een partij zit, is het makkelijker om hogerop te komen, omdat je meer mensen hebt die je ondersteunen. Er begint nu wel een ommezwaai in die cultuur te komen doordat partijen zich realiseren dat ze jongeren nodig hebben.’ 

‘Partijen zien het belang van het perspectief op de toekomst dat jongeren vaak hebben.’

Van Hussen (GL): ‘Inderdaad, ze zien het belang van een nieuw perspectief op de toekomst dat jongeren vaak hebben. Aan de andere kant komt er ook meer welwillendheid van jongeren om deze bestuurslagen in te gaan. Ze realiseren zich dat ze ondervertegenwoordigd zijn in de politiek, maar die vertegenwoordiging wel belangrijk is om een verschil te maken in de toekomst.’

Staan er deze verkiezingen dan ook meer jongeren op de lijst dan voorheen?

Jäkel (PvdD): ‘Ik heb het gevoel van wel. Voor Partij voor de Dieren staan bijvoorbeeld vier studenten op de kieslijst voor het waterschap. Ook bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen stonden bovengemiddeld veel studenten op de lijst bij alle partijen, waarvan nu een aantal in de raad zitten. Daar zit vooruitgang in.’

Brom (D66): ‘D66 heeft voor de Provinciale Staten vier jongeren in de top twaalf.’ 

Braster (VVD): ‘Bij de VVD valt het aantal studenten op de kieslijst juist tegen. Ik ben de enige student die op de lijst staat voor het waterschap. Je moet als partij proberen om meer jongeren erbij te betrekken, maar als jongeren zich gehoord willen voelen, moeten zij zich ook aanbieden.’

Vinden jullie dat studenten moeten stemmen op een student?

Brom (D66): ‘Het belangrijkste is dat je überhaupt gaat stemmen, want je stem doet er echt toe. Je hoeft niet op een student te stemmen. Stem op een partij die het best bij je past en die jouw belangen kan behartigen.’

Jäkel (PvdD): ‘Inderdaad, stem op een persoon die zich inzet voor wat jij belangrijk vindt.’

Wil je weten waar de verkiezingen precies over gaan? Lees het hier.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen