Oud-studenten gaan duizenden euro’s aan rente betalen

Het is definitief: het rentepercentage op studieschulden gaat vijf keer over de kop, van 0,46% naar 2,56%. Als dit percentage onveranderd blijft, betalen oud-studenten gedurende de aflosperiode van hun lening duizenden euro’s aan rente. 

Eerder berekende het Financieele Dagblad al dat de rente op studieschulden zou stijgen naar ongeveer 2,55%, sinds gisteren is het definitief. (Oud-)studenten ontvingen een e-mail van DUO, die bevestigde dat het percentage van 0,46% naar 2,56% stijgt. De regering lijkt op deze manier de schamele €1.400 aan compensatie voor leenstelselstudenten via een verhoging van het rentepercentage weer weg te compenseren. De pechgeneratie is hiermee een voldongen feit.

Tienduizend euro

Bij een studieschuld van €20.300, het gemiddelde bedrag onder oud-studenten tussen de 25 en 30 jaar, en rentepercentage van 2,56% betaal je als oud-student over een maximaal toegestane aflosperiode van 35 jaar maar liefst €10.450 aan rente over je lening. Los je je lening sneller af, bijvoorbeeld in 20 jaar, dan betaal je €5.660 aan rente. 

Het rentepercentage is afhankelijk van het rentetarief van Nederlandse staatsobligaties en wordt voor mensen die al afgestudeerd zijn telkens voor periodes van vijf jaar vastgesteld. Studeer je in 2024 af, dan heb je dus vijf jaar lang te maken met het percentage van 2,56%. 

Als het percentage de komende jaren echter nog verder stijgt, betalen oud-studenten nog veel meer. Bij een rentepercentage van bijvoorbeeld 5%, zoals voor de invoering van het leenstelsel niet ongebruikelijk was, betaalt een oud-student over een gemiddelde studieschuld van €20.300 met een aflosperiode van 35 jaar nog eens €22.700 aan rente. 

In de val gelokt

Studentenbelangenbehartigers als de Landelijke Studentenvakbond (LSVb) en het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) reageren verbolgen op de rentestijging. ‘Voor veel was het of lenen, of niet studeren, en als je eenmaal vastzit aan zo’n lening, wordt achteraf je graf voor je gegraven’, stelt Elisa Weehuizen, voorzitter van de LSVb. Volgens haar is het plukken van een kale kip. ‘De opeenstapeling van financiële tegenvallers lijkt eindeloos: huurprijzen blijven stijgen en het collegegeld neemt toe. Het is niet langer te ontkennen dat studenten in de val zijn gelokt door de studielening.’

ISO-voorzitter Demi Janssen sluit zich daarbij aan. ‘De huren stijgen, de boodschappen worden duurder en het collegegeld blijft toenemen. Dat terwijl de basisbeurs voor uitwonende studenten na dit studiejaar weer flink daalt. Nu krijgen studenten ook nog eens te horen dat ze 5 keer zoveel rente moeten gaan betalen na het afstuderen.’

Onzekerheid

Janssen benadrukt dat studenten in het ongewisse worden gelaten over hun financiële toekomst. ‘Studenten leven nu ieder jaar in onzekerheid. Het lijkt wel een spelletje financiële roulette: welk rentepercentage komt het rad dit jaar op uit?’ Het ISO en de LSVb pleiten daarom voor een renteplafond.

Bij de invoering van het leenstelsel werd studenten voorgeschoteld dat de lening ‘voordelig’ zou zijn. ‘De rente is gunstig, evenals de afbetalingstermijn’, stelde Jet Bussemaker (PvdA), toenmalig Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, in een Tweede Kamerdebat in 2014. ‘Laat je niet gek maken. Met de nieuwe terugbetaalvoorwaarden is leenangst absoluut niet nodig.’ Glasharde leugens, blijkt nu dus.