Jouw sportparticipatie verandert gedurende je leven. Tijdens de transitie naar volwassenheid neemt dit over het algemeen af. Met name veranderingen in tijd en sociale contacten zijn hiervoor een belangrijke verklaring, zo blijkt uit promotieonderzoek van Jasper van Houten.
Mensen starten en stoppen hun hele leven met sporten. In de fase naar volwassenheid neemt de sportparticipatie veelal af. ‘In deze periode maken individuen veel belangrijke levensgebeurtenissen mee’, vertelt Van Houten. Hij geeft als voorbeelden het afronden van de studie, de start van een eerste baan en het ouderschap. Ondanks dat de kans op het starten van een sport toeneemt wanneer je bijvoorbeeld op kamers gaat, ziet Van Houten dat de sportparticipatie in deze levensfase in veel gevallen toch afneemt.
Tijd, aanjagers en ankers
Verklaringen voor de veranderingen in sportparticipatie heeft Van Houten onderzocht middels 55 interviews. ‘Tijd is een hulpbron die je nodig hebt om te sporten. De geinterviewden gaven als verklaringen dat ze minder tijd hebben om te sporten naarmate ze ouder worden’, legt Van Houten uit.
Een andere hulpbron die kan zorgen voor sportparticipatie is het sociale netwerk van een persoon. ‘Je hebt mensen in je omgeving nodig die het mogelijk maken dat jij kan sporten. Dit zijn aanjagers’, vertelt de onderzoeker. Als voorbeeld noemt hij een vader die thuisblijft bij het kind, zodat de moeder kan gaan sporten.
Naast de aanjagers spreekt Van Houten ook van ankers. ‘Dit zijn mensen die je aan een sportactiviteit binden’, benoemt hij. ‘Een voorbeeld hiervan is een vriend die aan je vraagt of je mee gaat sporten’, stelt hij. Ankers komen echter niet enkel voor bij sportactiviteiten. ‘Studenten hebben ook ankers voor activiteiten als naar het terras gaan en uitgaan, waardoor de sportparticipatie over het algemeen wordt belemmerd, vertelt Van Houten.
Flexsport
Nu duidelijk is welke hulpbronnen zorgen voor een vermindering in sportparticipatie, kan beleid daarop inspelen. ‘Sportaanbieders zelf kunnen bijvoorbeeld abonnementen in andere vormen aanbieden. Denk aan een familielidmaatschap. Het is vreemd dat dit wel bij Netflix mogelijk is, maar niet bij sportclubs’, noemt de promovendus. Deze abonnementen zorgen ervoor dat men het sporten flexibeler kan indelen, wat de participatie kan vergroten.
Een andere vorm om sport meer flexibel te maken, is de werkomgeving sportvriendelijker maken ‘De werkgever kan sportabonnementen geven’, zegt hij. ‘Daarnaast kan je denken aan yoga en mindfulnesslessen in de pauzes om de stress van het werk te verlichten’, geeft Van Houten als voorbeeld. Volgens hem moeten we niet alleen de werkomgeving sportvriendelijker maken, maar kan men ook de sportomgevingen werkvriendelijker inrichten. ‘We zouden bijvoorbeeld de bestuurskamers van verenigingen kunnen gebruiken voor vergaderingen, zodat je daarna met je collega’s direct kan gaan sporten bij dezelfde club. Die kamers worden overdag namelijk niet vaak gebruikt’, zegt hij.
De kracht van anderen
Er kan nog veel meer beleid worden gemaakt om mensen bewust te maken van het sportaanbod. Van Houten: ‘Door proeflessen heel toegankelijk te maken, kunnen we de kracht van anderen gebruiken. Je kan dan makkelijk met je vrienden of buren mee om een sportles te volgen.’ Daarnaast ziet de promovendus mogelijkheden voor de stad Nijmegen. ‘Als je gaat verhuizen krijg je een welkomstpakket bij de Stadswinkel. Het lijkt me een goed idee als daar een overzicht van het sportaanbod in Nijmegen bij zou zitten’, noemt Van Houten. Ook zijn er veel mogelijkheden op het internet. ‘Tegenwoordig kan je op Facebook en Instagram je doelgroep zelfs targetten op levensgebeurtenis’, vertelt de onderzoeker. Hierdoor wordt het makkelijker om men bewust te maken van een passend sportaanbod in hun leven.