Home Artikelen Radboud Erfgoed vereeuwigd in een doeboek

Radboud Erfgoed vereeuwigd in een doeboek

door Jip Meijers

Op 3 oktober trapte het Erfgoedfestival Gelderland af in De Vereeniging. Dit festival probeert het erfgoed van Gelderland tussen 3 en 31 oktober onder de aandacht te brengen. Als een van de tien kunstenaars presenteerde cabaretière Katinka Polderman het resultaat van het verblijf op haar erfgoedlocatie: de afdeling bijzondere collecties van de bibliotheek van de Radboud Universiteit. ANS sprak met de cabaretière over haar project.

In de artiestenfoyer van De Vereeniging staat Katinka Polderman te wachten. Naast een kan koffie en thee staat er een jaloersmakend grote bak vol zakjes chips op de bar. Op de achtergrond zegt een medewerker: ‘Pak er maar twee, je hebt vandaag zo hard gewerkt.’ Een jong meisje heeft duidelijk de dag van haar leven, met haar twee zakjes chips. Gekleed in een vrolijk gekleurde blouse neemt Polderman plaats op een van de vele stoelen en begint ze over het project te vertellen.

Toen de cabaretière werd gevraagd om mee te werken aan het Erfgoedfestival, kreeg ze de volgende opdracht: ‘Dompel je in het erfgoed onder en maak daar iets van.’ Zich onderdompelen mocht ze in de kilometerslange collectie van het Radboud Erfgoed: een verenigde collectie van de Universiteitsbibliotheek, het Katholiek Documentatiecentrum en het Universiteitsarchief. Daarbij kreeg ze hulp van neerlandicus dr. Sophie Reinders. ‘Ik hou van boeken, taal en plaatjes, maar ik weet er niets van af. Reinders weet wel hier wel veel over, dus dat was fijn’, vertelt Polderman blij. ‘Zij kon me bepaalde kanten op duwen, meer context geven en verbanden voor mij leggen.’

Van erfgoed naar doeboek

Reinders en Polderman ontmoetten elkaar begin juni voor het eerst. ‘Ja, dat is een beetje rommelig begonnen’, zegt Polderman lachend. ‘Door de coronamaatregelen was de universiteit dicht, waardoor het moeilijk was om samen te komen. We konden bijvoorbeeld niet met elkaar in een ruimte zitten.’ Dat bleek gelukkig geen onoverkomelijke ramp te zijn. ‘Veel boeken zijn gedigitaliseerd, dus zijn we maar gewoon gaan klikken’, vertelt Polderman enthousiast.

De cabaretière kijkt net zo enthousiast als het meisje en haar zakjes chips.

Nadat alle interessante boeken werden aangevraagd, zijn Reinders en Polderman de hele zomer iedere week naar Nijmegen gekomen om de boeken te bekijken. Ze hebben ook in het depot zelf rondgeneusd. ‘Dat is vijf kilometer aan boeken, met van die prachtig oude ruggen. Fantastisch, vond ik dat.’ De cabaretière kijkt net zo enthousiast als het meisje en haar zakjes chips. ‘Er mogen in het depot van Radboud Erfgoed maar een paar mensen komen, dus het was echt grandioos dat wij er werden losgelaten.’ Gaandeweg ontstond er een idee. De collectie is zo veelzijdig dat er werd gekozen voor het maken van een doeboek. ‘Dit idee kwam in ons op omdat je daar al die gekke dingen in kwijt kunt’, legt Polderman uit.

Voor een aantal praktische tips over het drukken van een boek, mailde Polderman met Uitgeverij Loopvis. ‘Hoewel het elf uur ’s avonds was toen ik mailde, kreeg ik direct een reactie terug: ze wilden ons boek uitgeven.’ Zo beschikten Reinders en Polderman ineens over een uitgever en een vormgever. ‘Het is echt een uit de hand gelopen project, want het is vrijwel onmogelijk om binnen twee maanden een boek in elkaar te zetten. Het is dus toch gelukt’, vertelt ze opgelucht. Vanaf 20 oktober ligt het boek dan ook in de boekhandel.

Olie van puppy’s en regenwormen

In het doeboek is het erfgoed op verschillende manieren verwerkt. ‘We hebben bijvoorbeeld van een ridder uit een oude atlas een bouwpakket voor een trekpopje gemaakt. Er is ook een woordzoeker met middeleeuwse lettertjes. God, er staat zoveel in’, zucht Polderman. Ze denkt even na en noemt dan nog een paar voorbeelden. Zo is er een zoek de verschillen, met een prachtige afbeelding uit een kostuumplatenboek. Ook is een van haar favoriete boeken terug te vinden in het doeboek. Het is een huishoudelijk woordenboek uit de achttiende eeuw, geschreven door M. Noël Chomel. ‘Er staan van die gore dingen in, zoals een soort papje van poep maken tegen keelpijn. Dat vind ik een heel leuk boek.’ Chomels recept voor een olie van puppy’s en regenwormen is in het doeboek te lezen.

‘Ik hoop dat dit een aanzet is tot verdieping.’

Naast al dit soort grappige dingen, staat er ook veel informatie over het gebruikte erfgoed in het doeboek. Polderman vertelt dat dit het werk van Reinders is: ‘Zij heeft onderzoek gedaan en er staat her en der een kadertje met informatie over het boek, de tijd of de schrijver.’ Achterin het doeboek staat ook een hele bronnenlijst van alle plaatjes uit het boek. ‘Als mensen dan een mooi plaatje zien, kunnen ze zo opzoeken van wie het is. Ik hoop dat dit een aanzet is tot verdieping.’

Een breed toegankelijk boek

‘Erfgoed… dat vind ik een beetje suf klinken’, bekent Polderman. ‘Het klinkt als zo’n museum waar een paar oude landbouwwerktuigen in de schuur hangen die je kunt bekijken. Het is echter veel boeiender dan dat.’ Om dit aan zoveel mogelijk mensen te laten zien, is het doeboek een breed toegankelijk boek geworden. ‘Het is sowieso een doeboek voor volwassenen, maar wat oudere kinderen zullen het ook wel leuk vinden. Mensen die bijvoorbeeld van een geintje houden, die graag knutselen, die graag lezen of geïnteresseerd zijn in geschiedenis: er staat voor iedereen wel wat in.’

‘Als er veel mensen aan de boeken zitten, dan worden ze kwetsbaar.’

Polderman vertelt dat hun doel is om zoveel mogelijk mensen enthousiast te maken over het erfgoed in het doeboek: ‘We willen iedereen laten zien hoeveel mooie oude boeken er zijn en wat je er allemaal mee kan.’ Het depot van Radboud Erfgoed is voor de normale sterveling niet te bezoeken. Op de vraag of dit breder toegankelijk moet zijn, antwoordt Polderman: ‘Ja en nee. Het ene boek is natuurlijk niet zo kwetsbaar als het andere boek, maar als er maar genoeg mensen aan zitten, dan worden ze vanzelf kwetsbaar.’ Ze glimlacht: ‘Ik gun het iedereen, maar ik gun het de boeken niet.’ Gelukkig kunnen geïnteresseerde studenten en andere mensen wel digitaal kennismaken met het Radboud Erfgoed: ‘Er bestaat een hele mooie site, daar zijn talloze boeken te vinden die je kunt bekijken.’

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen