Radboudumc onderzoeker en epidemioloog Teun Bousema heeft van de Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk onderzoek (NWO) een Vici-beurs van anderhalf miljoen gekregen voor onderzoek naar resistentie van een malariamedicijn.
Er zijn jaarlijks 220 miljoen malariagevallen die allemaal moeten worden behandeld met een vorm van het malariamedicijn Artemisinine. ‘Dit is het belangrijkste ingrediënt van malariamedicijnen’, vertelt onderzoeker Teun Bousema. Tot grote zorg van de medische wereld begint tegen dit middel resistentie te ontstaan in Afrika. ‘Eerder is al resistentie ontstaan tegen een malariamedicijn dat op grote schaal werd gebruikt’, vertelt Bousema. ‘Door die resistentie en de vertraging in het overstappen naar een nieuw medicijn zijn zeker een miljoen extra doden gevallen.’
Om onderzoek te doen naar resistentie van het malariamedicijn heeft Bousema een Vici-beurs van de NWO gekregen. Dit geld gaat naar het zogenaamde SPARTAN-project dat hij coördineert met onderzoekers in Nijmegen en Oeganda. In dit project wordt onderzocht hoe resistentie is ontstaan in Oeganda en hoe snel het zich kan verspreiden. Bovendien wordt gekeken wat er tegen is te doen: ‘Als Artemisinine echt niet meer zou werken in grote delen van Afrika is dit een rampscenario’, aldus Bousema.
Resistentie
Op dit moment is de resistentie van het malariamedicijn beperkt tot een zeer klein gebied in Oost-Afrika, maar de zorg is dat het zich zal verspreiden. De hypothese was tot nu toe dat resistentie alleen kan ontwikkelen in gebieden waar veel mensen medicijnen gebruiken en misschien ook verkeerd gebruiken, waar er weinig immuniteit is en waar parasieten weinig competitie hebben van andere parasieten. ‘Dit laatste is belangrijk omdat resistente parasieten vaak minder fit zijn’, legt Bousema uit. Hoe resistentie in Oost-Afrika heeft kunnen ontstaan is echter een raadsel omdat in dit gebied juist veel mensen immuun zijn, de medicijndruk laag is en er veel parasieten circuleren. Bousema heeft wel een idee hoe het is ontstaan en heeft daarvoor ook aanwijzingen. ‘Het lijkt erop dat resistente parasieten zich sneller verspreiden, zelfs als er geen medicijndruk aanwezig is. Dit betekent dat de parasiet meer transmissiestadia maakt die muggen kunnen besmetten.’
Bousema legt uit dat de malariaparasieten een ingewikkelde levenscyclus hebben. ‘Je hebt een heel andere vorm parasiet die de mens ziek maakt dan de parasiet die de mug besmet.’ De onderzoeker vertelt dat dit een bewust proces van de malariaparasiet is. ‘Hoeveel ga ik investeren in het voortleven in de menselijke bloedbaan en hoeveel ga ik investeren in het verspreiden via de mug?’ Het lijkt erop dat resistentie tegen Artemisinine direct is gekoppeld aan het vermogen om transmissiestadia te maken. ‘Dit zou betekenen dat resistente parasieten besmettelijker zijn voor muggen dan andere medicijngevoeligeparasieten’, vertelt de onderzoeker. Dit zou een grote zorg zijn en betekenen dat resistentie zich waarschijnlijk heel snel verspreidt. De verspreiding van Malaria is sowieso erg efficiënt. Het reproductiegetal kan groter zijn dan honderd. ‘Dit is een getal waarbij dat van covid echt verbleekt.’
Onderzoek
Het onderzoek van Bousema wordt een combinatie van laboratoriumwerk in Nijmegen en veldwerk in Oeganda. In Oeganda wordt momenteel de laatste hand gelegd aan een lab. De onderzoeker vertelt waarom er specifiek voor deze rurale plek is gekozen: ‘Het is in een gebied waar een hotspot van resistentie is.’
De eerste stap in het onderzoek is het kweken van muggen die geen malariaparasieten hebben. ‘Daarna gaan we bloed afnemen bij mensen met resistente parasieten en mensen met normale medicijngevoelige parasieten om te kijken wat het verschil is in de verspreiding van de parasieten’, vertelt de onderzoeker. Het wordt ook wiskundig onderzocht met een model door alle factoren in te vullen en te kijken waar de beste voorspellende factor ligt. Als dat goed loopt gaat het onderzoeksteam dat op grote schaal ondernemen en kijken naar infecties die ze over een langere tijd volgen. Verder gaan ze onderzoeken hoe het zit met de menselijke factoren die een rol spelen. ‘Is het zo dat bij mensen die misschien iets minder immuniteit hebben tegen malaria die resistente parasieten eerder behouden?’
De resultaten van het onderzoek zijn belangrijk om te achterhalen wat aan de resistentie is te doen. ‘We willen er bijvoorbeeld achter komen of je met een medicijn die de verspreidingsstadia van malaria dood de verspreiding kan indammen en uitzoeken of het door betere behandeling van klinische malaria al veel kan worden teruggedreven.’ Er wordt bovendien ook rekening gehouden met andere scenario’s: ‘Misschien moeten we ook actief opzoek naar malariainfecties in het dorp om malariaresistente parasieten te klaren.’
Bousema wijst erop dat het onderzoek grote prioriteit heeft. ‘We proberen dit echt heel snel te doen we met een groep Oegandese onderzoekers en elk jaar hebben we ook bijeenkomsten met het Ministerie van Volksgezondheid als we denken dat onze ondervindingen relevant zijn voor interventies of voor de aanpak.’ Zodoende hoeft het Ministerie niet te wachten op de publicatie maar krijgen zij het meteen toegeschoven waardoor er meer tijd is voor een public health interventie indien nodig.
Vici-beurs
De Vici-beurs aanvraag was volgens de onderzoeker een lang proces. ‘Je moet in weinig woorden een plan maken waarmee je de jury moet overtuigen om je anderhalf miljoen te geven.’ Hij legt uit dat ongeveer 10 procent van de aanvragen worden goedgekeurd. ‘Als je bedenkt dat de top van wetenschappers het aanvragen dan kan je je wel voorstellen dat het heel competitief is’, gaat Bousema verder. ‘Heel veel uitstekende onderzoekers die het echt zouden verdienen, vissen helaas achter het net’, aldus de onderzoeker.