Home Artikelen Radboudstudent verkozen tot Jonge Historicus van het jaar

De zesde editie van de Jonge Historicus van het jaar verkiezing is gewonnen door Radboudstudent Stef Coenen. Als Jonge Historicus van 2022 gaat hij zich inzetten om de geschiedenissector toegankelijker te maken voor mensen met een fysieke beperking. ‘Een beperking doet niet af aan de kwaliteit van het werk als historicus.’

Op 29 oktober vond de Jonge Historicus van het jaar 2022 verkiezing plaats in het Stadsarchief Amsterdam. Deze verkiezing wordt sinds 2018 door Stichting Jonge Historici georganiseerd om meer aandacht te vestigen op jonge historici. Vierdejaars geschiedenisstudent Stef Coenen ging er dit jaar met de winst vandoor en is daarmee de eerste Radboudstudent die de verkiezing wint.

Coenen kwam met het project om de geschiedenissector toegankelijker te maken voor mensen met een fysieke beperking. ‘Meestal wordt er iets gedaan met baankansen voor alle historici, maar ik wilde graag iets anders doen’, zegt hij. ‘Ik ben zelf chronisch ziek en ik mis in de sector aanpassingen voor mensen met een beperking.’ Hij noemt de gele strepen bij de trappen van het Erasmusgebouw als voorbeeld van nalatigheid. ‘Ze moeten die strepen regelmatig overschilderen voor mensen die slecht zien, maar dat gebeurt onvoldoende’, zegt hij. Hoewel Coenen met zijn project dus ook op de universiteit aanpassingen wil maken, ligt de focus op de toegankelijkheid van erfgoedinstellingen zoals een archief.

Nominatie

Coenen werd door vrienden genomineerd voor de verkiezing. ‘Ik spam ze wel eens met verhalen over de geschiedenis en daarom hebben ze mij genomineerd’, vertelt hij. De genomineerden moeten aan de jury uitleggen waar ze zich voor willen inzetten. Vervolgens kiest de jury drie finalisten die een project moeten uitwerken om jonge historici te helpen. Daarvoor krijgen de finalisten ook een begeleider toegewezen. Coenen werd begeleid door Esther van Bussel, publiekscoördinator bij het muZIEum in Nijmegen. ‘Zij heeft meer inzicht in de sector en heeft mij erg geholpen.’

Project

Het project van de geschiedenisstudent bestaat uit drie onderdelen. Allereerst wil hij een werkgroep opzetten van historici met een fysieke beperking. ‘Die werkgroep gaat aanpassingen verzinnen om de sector toegankelijker te maken’, zegt Coenen. ‘We kunnen bijvoorbeeld langsgaan bij studiezalen of archieven om te kijken welke kleine aanpassingen mogelijk zijn en een groot verschil kunnen maken voor mensen die dat nodig hebben.’ Het gaat om aanpassingen zoals het verlagen van een deurbel zodat mensen in een rolstoel erbij kunnen.

Het organiseren van netwerkbijeenkomsten is het tweede onderdeel van het project van de Jonge Historicus van het jaar. ‘Die bijeenkomsten zijn belangrijk als je in de geschiedenissector wil gaan werken aangezien er meer historici zijn dan banen’, aldus Coenen. Hij wil deze netwerkbijeenkomsten toegankelijk maken zodat jongeren met een fysieke beperking ook de mogelijkheid krijgen om te netwerken. ‘Een beperking doet namelijk niks af aan de kwaliteit van het werk als historicus’, stelt de geschiedenisstudent. Hij wil ook dat er bij deze bijeenkomsten met werkgevers wordt gesproken over inclusie van mensen met een fysieke beperking. ‘Zo kunnen we de discussie hierover aanwakkeren.’

Coenen vindt het aanwakkeren van die discussie belangrijk omdat het volgens hem te weinig gaat over fysieke beperkingen in de sector. ‘Tijdens een dag over inclusiviteit en diversiteit in de erfgoedwereld kwam het bijvoorbeeld bijna niet aan bod’, aldus Coenen. Daarom is het derde onderdeel van zijn project het opzetten van een online platform waar jonge historici hun ervaringen over het hebben van een fysieke beperking in de sector kunnen delen. ‘Ik hoop dat dit voor herkenning zorgt en jongeren met een beperking die historicus willen worden inspireert’, vertelt de Jonge Historicus van het jaar.

De geschiedenisstudent is nu samen met stichting Jonge Historici zijn project aan het uitwerken zodat ze eind dit jaar een subsidieaanvraag kunnen indienen om het project te realiseren. ‘Mijn streven is om de werkgroep op te zetten, actief aan de slag te gaan met het platform en minstens een netwerkbijeenkomst te organiseren’, zegt hij. ‘Ik kan de problemen met een project van negen maanden niet oplossen, maar hiermee maak ik al een begin.’

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen