Aan het Radboudumc wordt de komende maanden het nieuwe ABNCoV2 coronavaccin op mensen getest. Het vaccin kenmerkt zich door het uiterlijk van een virus waardoor mogelijk een lange en snelle immuunrespons wordt bewerkstelligd. ‘We denken dat dit vaccin beter is dan de middelen die nu al op de markt zijn.’
Het ABNCoV2 vaccin is ontwikkeld in Denemarken door een EU-gefinancierd consortium, waar Radboudumc-onderzoeker Benjamin Mordmüller lid van is. Via hem kwam het vaccinonderzoek in Nijmegen terecht: daar wordt het voor de eerste keer op mensen uitgetest. ABNCoV2 kenmerkt zich als zogenaamd virus like particle vaccin, vertelt Merel Smit, als arts-onderzoeker betrokken bij het testprogramma. ‘Dat betekent dat het aan de buitenkant heel erg lijkt op een virus’, legt ze uit. Dit type vaccin, waar ook het zeer effectieve vaccin tegen hepatitis B toe behoort, zorgt doorgaans voor een snelle en lange immuunrespons. Smit: ‘Wij denken dat dit vaccin daarom beter is dan de middelen die nu al op de markt zijn.’
Tijdens het testprogramma in het Radboudumc wordt het vaccin beoordeeld op de bijwerkingen en de precieze effectiviteit. Tweeënveertig proefpersonen tussen de achttien en vijfenvijftig jaar uit de omgeving Nijmegen krijgen ABNCoV2 hiervoor tot en met juni ingespoten. ‘We variëren hierbij ook in dosering om te kijken welke hoeveelheid het beste werkt’, vertelt Smit. De komende zeven maanden worden de mogelijke bijwerkingen onder deelnemers gemonitord en wordt via bloedafname gekeken hoeveel antistoffen de vaccinatie bezorgt. Dit maakt allemaal deel uit van het zogenaamde fase 1-onderzoek. ‘Dit is de volgende stap nadat het vaccin afgelopen jaar al uitgebreid op dieren en in het laboratorium is getest’, legt de arts-onderzoeker uit. Als de resultaten nu goed zijn, wordt het onderzoek doorgezet naar de volgende onderzoeksfases, waarin een grotere groep mensen het vaccin krijgt toegediend. Smit is optimistisch: ‘We verwachten dat wanneer de resultaten goed zijn, het vaccin over een jaar op de markt wordt gebracht.’
Kijk hier wat de mogelijkheden zijn voor deelname aan het onderzoek.