José Sanders is nog geen anderhalf jaar rector magnificus van de Radboud Universiteit (RU). Gedurende haar ambtstermijn is er geen gebrek aan commotie of hardnekkige uitdagingen. Ondanks, of misschien wel dankzij dit alles, blijft de katholieke rector heilig geloven in haar verhaal van samenwerking.
Het is een grijze dag, in het begin van januari. Aan het einde van een donkere gang in het voor veel studenten onbekende Berchmanianum ligt de werkkamer van José Sanders. Niet de op kleur gesorteerde boeken, maar een kinderschoentje en een stuk karton met de activistische leus ‘Censorship is the weapon of fascism’ bovenop de grote boekenkast springen direct in het oog. Het zijn symbolen van een van de meest wijdverbreide campusverstoringen: de pro-Palestinaprotesten. ‘Ik zag het eens liggen in de buurt van dit gebouw, achtergebleven na een protest en de tekst fascineerde me’, vertelt Sanders met haar Twentse tongval.
Als hoogleraar communicatie, met expertise op het gebied van communicatie in organisaties en narratieve communicatie, weet Sanders als geen ander het belang van een verhaal. Of het gaat om haar ogenschijnlijke afwezigheid uit de schijnwerpers als rector, het onderhandelen met een universiteitsvijandig kabinet of kritiek op discutabele academische banden, Sanders weet, ondanks polarisatie op de campus, keer op keer het belang van het gezamenlijke te benadrukken. Hoe de rector dit predikt, zou een pastoor nog jaloers maken. In het half uurtje dat vrij gemaakt kon worden, prijst de aanvoerder van de Nijmeegse academische gemeenschap de samenwerking de hemel in met woordvoerder Martijn Gerritsen stilletjes aan haar zijde. ‘Het is mijn droom. Daar werk ik voor, elke dag: die samenwerking bevorderen.’
Het verhaal van Sanders
Vol enthousiasme begint ze te vertellen over het toepassen van haar communicatiekennis: ‘Er zijn een paar momenten per jaar waarop er echt de ruimte is om zelf een verhaal te vertellen. Samen met Martijn en de leden van het college van bestuur (cvb, red.) probeer ik dan een samenhangend verhaal neer te zetten’, legt ze uit. ‘Tijdens zulke speeches komt mijn vak goed van pas’, vervolgt ze. ‘Ik weet hoe belangrijk voorbeelden zijn, en het schetsen van een toekomstvisie. Het verhaal moet ervoor zorgen dat we de maatschappelijke vraagstukken die voor ons liggen, oppakken in onderzoek’, licht de rector toe.
Waar Sanders in de toekomst met de universiteit naartoe wil, heeft voor haar vooral te maken met hoe ze zou willen dat de universiteit te werk gaat. ‘Het is ontzettend mooi dat we zo’n brede universiteit zijn, met een Universitair Medisch Centrum, topinstituten en heel veel expertise binnen de faculteiten op één vierkante kilometer. We hebben hier zo ongelofelijk veel mogelijkheden om samen te werken’, vertelt ze. Begeesterd vult ze aan: ‘En er zijn heel veel maatschappelijke vraagstukken waarop we moeten aansluiten. Noem maar inclusie, noem maar klimaatverandering. Dat lukt alleen door meer samen te werken.’
Sanders licht toe hoe ze die toename in samenwerkingen voor zich ziet: ‘Aan de onderkant moeten we heel veel in elkaar schuiven. Faculteiten werken nu nog best zelfstandig. Mijn droom is dat die raderen meer in elkaar draaien.’ Het gaat hier, volgens de rector, niet om een verkapte bezuiniging onder het mom van samenwerking, naar aanleiding van de grote aangekondigde onderwijsbezuinigingen: ‘Nee, nee, nee. Dit is het verhaal waarmee ik rector ben geworden. Kijk, studentenaantallen zijn bij onze universiteit, net als bij alle universiteiten in Nederland, de voornaamste bron van inkomsten. Als studenten veel makkelijker van andere faculteiten onderwijs kunnen volgen, en ze beter in staat zijn maatschappelijke probleemstukken op te lossen, maakt dat ons een stuk aantrekkelijker.’
Daad bij woord voegen
Sanders lobbyt als rector tegen die geplande bezuinigingen. De saamhorigheid staat niet enkel centraal in haar verhaal maar ook in haar acties, zoals dit lobbywerk. ‘Wat je niet moet hebben is dat de universiteiten afzonderlijk proberen die communicatie te voeren. De kracht zit erin dat we dit samen doen’, beargumenteert ze. Als rector heeft zij overleg met andere universiteiten binnen de koepelorganisatie Universiteiten van Nederland, die lobbyt tegen de plannen. ‘We hebben tegen de regering gezegd: “Waar zijn jullie mee bezig!?”’, vertelt ze op felle toon na. ‘Die versoberingen zijn echt heel moeilijk te begrijpen, wetenschappelijk onderwijs en onderzoek zijn essentieel voor onze samenleving’, vervolgt Sanders. De universiteit was al genoodzaakt te bezuinigen door een begrotingstekort, en daar zijn de plannen van het kabinet Schoof nog bovenop gekomen. Ondanks deze donkergrijze wolken boven Heyendaal zal Sanders namens de Radboud niet harder roepen dan andere universiteiten, als ze daarmee uit de toon valt. ‘Het moet echt een gezamenlijke onderneming zijn’, verklaart ze.
Ook binnen het college van bestuur worden alle besluiten samen genomen, benadrukt Sanders. Opvallend was echter dat Daniël Wigboldus, de voormalige collegevoorzitter, telkens publiekelijk naar voren trad, bijvoorbeeld tijdens de pro-Palestinaprotesten. Op sommige universiteiten, zoals de Universiteit van Amsterdam, zocht ook de rector de media op. Sanders trad als rector van de RU niet op de voorgrond. ‘Dit heeft simpelweg te maken met de agenda’s en de rolverdeling. Het veiligheidsbeleid of de medezeggenschap zijn taken die bij ons heel duidelijk bij de collegevoorzitter liggen’, legt ze uit. ‘Ik heb zelf weer meer gedaan rondom de adviescommissie, aangezien dat met mijn portefeuille, wetenschap, te maken heeft. Dat was vooral achter de schermen’, voegt Sanders daaraan toe. Over één ding mag overigens geen onduidelijkheid bestaan, maakt ze duidelijk: ‘Ik denk niet dat Daniël Wigboldus ooit ergens een standpunt heeft ingenomen of ter plekke heeft bedacht waar we niet met het hele cvb achter stonden.’
Samenwerking op het spel
Alhoewel ze de schijnwerpers niet veel opzocht tijdens de pro-Palestinaprotesten, ondertekende Sanders in juni 2024 met de andere rectores magnifici van Nederlandse universiteiten een veelbesproken open brief. Hierin lieten ze weten dat ze uit naam van academische vrijheid geen verbreking van academische banden voor ogen hadden. De zinsnede ‘Dit overwegen wij enkel als de Rijksoverheid ons dit dwingend oplegt of adviseert, zoals bij Rusland het geval was’, getuigt echter niet van al te veel academische onafhankelijkheid of de onaantastbare positie van samenwerking. Volgens haar was er sprake van onduidelijkheid. ‘De brief is volgens mij een beetje scherp uitgelegd op dat punt’, reageert Sanders. ‘Al was de inval van Rusland in Oekraïne voor mijn tijd. Later is er, in een Universitaire Gemeenschappelijke Vergadering, wel nog besproken hoe wenselijk die gang van zaken was. Om dat te onderzoeken kan een adviescommissie voor samenwerkingsverbanden ook nog van pas komen’, voegt ze toe. Of het betekent dat er ook op termijn weer met Russische universiteiten wordt gewerkt, sluit Sanders niet uit. ‘Dat zou kunnen’, laat ze desgevraagd weten.
De adviescommissie waar ze het over heeft, is ingesteld als reactie op de roep van activisten om alle academische samenwerking met Israël te verbreken. Volgens de demonstranten is zo’n commissie uistelgedrag, en de banden niet direct verbreken zou het cvb medeplichtig aan genocide maken. Dit standpunt werd op soms vrij grafische wijze kracht bijgezet: actievoerders die met roodgeverfde handpalmen het vermeende bloed aan de handen van het cvb illustreerden, bijvoorbeeld. ‘Dat was vrij direct, ja’, blikt ze zuchtend terug. ‘Ik wilde inzien dat de beschuldigingen niet op mij als persoon gericht waren, maar op mijn rol. Ik probeerde, dat klinkt misschien gek, om het protest te omarmen, om te erkennen dat het nu eenmaal een deel is van de brede universiteit die de Radboud is’, vertelt ze.
In de armen van de rector
‘Er zijn ook genoeg mensen naar me toegekomen die anders over de samenwerkingsbanden dachten’, vervolgt de rector. ‘Ik zie het als mijn rol om al die meningen bij elkaar te houden en te aanvaarden dat die moeilijke momenten er ook bij horen.’ De activisten gingen wegens het gebrek aan verandering door met hun protest. Ondanks haar strategie van verdraagzaamheid liet het protest Sanders niet altijd onberoerd. ‘Ik ben na een gesprek met de actievoerders eens verdrietig geweest. Heel verdrietig’, erkent ze. ‘Het kwam door hun beschuldigingen, dat ik merkte hoe boos deze mensen zijn. En natuurlijk waren wij ook boos over wat er in het Midden-Oosten gebeurt’, zegt ze. Haar armen spreidend, besluit ze: ‘Ik wilde die woede op dat moment, bij wijze van spreken, allemaal tussen deze twee armen kunnen houden.’
Het lijkt dat Sanders, als hoeder van de eendracht, het als haar voornaamste taak heeft gemaakt de boel op campus Heyendaal bij elkaar te houden. Alhoewel een omhelzing verstikkend kan werken en samenwerking misschien niet altijd wenselijk is, houdt Sanders vast aan haar verhaal: ‘Ik ben vanuit de communicatie- en informatiewetenschappen rector geworden, maar daarvoor heb ik bij de talen gezeten. Ik kom zelf uit de interdiscipline!’ Verheugd concludeert ze: ‘Ik gun dat iedereen. Vanuit je eigen discipline samenwerken aan maatschappelijke problemen, het is mijn hartstocht.’
2 Reacties
Wat een ongelukkig getimed en nu-misselijkmakend artikel; rector Sanders verstopt zich herhaaldelijk op haar kantoortje in plaats van in gesprek te gaan met demonstranten die met haar willen spreken. In plaats van zich te tonen schuilt zij achter de zelfverzonnen ethische commissie over de banden met Israel en, terwijl zij pleit voor samenwerking en dialoog, belt het cvb de politie en laat bezorgde studenten gebeten worden door opgefokte politiehonden.
José Sanders heeft geen interesse in het analyseren van haar machtspositie en die van de Radboud en het instituut universiteit in het algemeen: onder het mom van bureaucratische participatietrajecten die ze maar al te graag gebruikt als dwarsligtactiek terwijl er elke dag mensen worden vermoord door het land waar de Radboud banden mee heeft. Ze zal de geschiedenis ingaan als een laffe rector, die samen met haar mede-cvb’ers geen poot heeft uitgestoken naar het tegengaan van racisme, kolonialisme, genocidaal zionisme en andere soorten academische medeplichtigheid.
Ik vind het van belang om te benoemen dat alhoewel José Sanders zegt dat zij wilde dat zij “die woede […] allemaal tussen deze twee armen [kon] houden” het vooral enorm relevant is dat zij, als rector, macht en in haar twee handen twee armen houdt en de woede en verdriet van demonstranten— die zij zegt wel eens gedeeld te hebben— om kan zetten in actie. Tot zij haar macht op die manier inzet blijven haar woorden over verdriet, woede, en omarming hol en ongeloofwaardig.