Derdejaars politicologiestudent Simone Vlug laat voor een semester haar drukke leven in Nijmegen achter om in de hoofdstad van Cyprus te studeren. In haar columns schrijft ze over haar avonturen in het buitenland. Is het studentenleven in Nicosia een groot succes of verlangt ze toch een beetje naar huis?
Als ik na mijn tentamen op campus bij de bushalte sta te wachten, rolt een auto langzaam dichterbij. Het raam gaat naar beneden en het gezicht van een man in de dertig verschijnt. Hij vraagt waar ik heen ga, opent zonder twijfel de passagiersdeur en biedt me een lift aan. Ik vraag me af of dit een voorbeeld van de vriendelijkheid van een vreemde is, of dat hij uit is op wat anders. Met de auto is een stuk sneller dan met de bus, maar ik voel me niet comfortabel om bij een wildvreemde in de auto te stappen en wijs voor de veiligheid zijn aanbod af. Als hij blijft aandringen en me zelfs na meermaals weigeren blijft aanstaren, begin ik me oncomfortabel te voelen. Gelukkig komt de bus aanrijden en opgelucht stap ik in. Twintig minuten later arriveer ik in het centrum. Als ik uitstap word ik weer door iemand aangesproken. ‘Where are you going? Can I join you?’. Ik stel hem teleur en zeg dat ik koffie ga drinken met een vriend. Hij neemt daar geen genoegen mee en blijft me de hele weg naar het café achtervolgen. ‘There’s nothing wrong with walking together right?’. Als ik genoeg moed heb verzameld en me met hoge hartslag boos omdraai om te zeggen dat hij weg moet gaan, laat hij me eindelijk met rust.
Ik stap boos door en vraag me af waarom de mannen hier zo opdringerig zijn. Waar je ook gaat of staat, je wordt aangesproken, uitgenodigd of nageroepen. Mannen maken een gewoonte van het toeteren, achtervolgen van en blaffen naar vrouwen. Het komt ook regelmatig voor dat mannen precies als je langsloopt jouw kant op buigen om iets in je oor te fluisteren. Ik krijg al rillingen als ik terugdenk aan de warme adem van wildvreemden in mijn oor. Waar mannen in Nederland zich pas omdraaien als je al voorbij bent, word je hier schaamteloos aangestaard. De versiercultuur is hier heel anders dan thuis, al is het niet echt versieren te noemen. Dat veel meiden in de zomer een bedekkend ‘bloesje voor onderweg’ aandoen terwijl het boven de dertig graden is, is inmiddels te begrijpen.
Zodra ik in het café plaats heb genomen naast mijn vriend begin ik een rant over het gedrag van de mannen hier. In Cyprus lijken deze ongewenste avances compleet normaal en worden ze door mannen zelfs keihard verdedigd. ‘Maar het zijn toch complimenten?’, zegt mijn vriend. Die reactie frustreert me alleen maar meer. Ik vat het creëren van een onprettige situatie niet als compliment op. Natuurlijk is niet elke interactie met mannen bedreigend. Het is ook leuk dat mensen hier een stuk spontaner zijn dan in Nederland en je makkelijker aanspreken of hulp bieden. Het probleem is dat ze niet weten waar de grens ligt. Dat maakt het voor vrouwen moeilijk in te schatten wanneer iets vriendelijk is en wanneer onveilig. Helaas moet ik daarom voor mijn veiligheid vaak uitgaan van het slechtste. Op dit soort momenten mis ik Nederland. Hoewel thuis ook nog een hoop te verbeteren valt, word ik tenminste niet elke keer als ik naar buiten stap lastiggevallen.
Wil je meer verhalen over de ervaring in Cyprus lezen? Je vindt de columns hier.