Derdejaars politicologiestudent Simone Vlug laat voor een semester haar drukke leven in Nijmegen achter om in de hoofdstad van Cyprus te studeren. In haar columns schrijft ze over haar avonturen in het buitenland. Is het studentenleven in Nicosia een groot succes of verlangt ze toch een beetje naar huis?
‘So you left the best country in the world to come here?’ zegt een jongen in de universiteitskantine tegen me. Ik vraag verward waar hij het over heeft. Mijn lichaam is op de campus, maar mijn hoofd ligt nog thuis op het kussen. Afgelopen nacht heb ik amper een oog dichtgedaan omdat een groep stratenmakers besloot dat vier uur in de ochtend het geschikte moment is om asfalt te verwijderen. Na heerlijk onuitgerust wakker te worden met een uitzicht op een straat zonder straat sta ik een paar uur later half slapend een gesprek te houden over waar ik vandaan kom met iemand op de Universiteit van Nicosia. ‘I mean, why would you leave such a great country as The Netherlands?’
Enthousiast ratelt hij door over Nederland. Hij noemt een heleboel dingen die ik niet verkeerd vind, maar waar ik ook niet bijzonder warm van wordt. Fietsen, windmolens, koeien met vlekken en hoe schoon de straten zijn. Hij vertelt me vooral een hoop dingen over mijn land die ik zelf al weet, maar niet eerder als bijzonder fijn heb ervaren. Bovendien maken deze dingen Nederland niet per se beter dan Cyprus. Ik besluit daarom hetzelfde terug te doen en kom met een lijst aan pluspunten over zijn land waar hij ongetwijfeld zelf ook al bekend mee is, zoals de geweldige uitzichten, warme temperatuur en vriendelijke mensen.
Toch heeft hij wel een punt, Nederland is heerlijk schoon en veilig. In Cyprus rijdt iedereen auto alsof er geen morgen bestaat en zowel fietsen als kraanwater drinken is actief met je leven spelen. Ook de waarschijnlijke betrokkenheid van de president in investerings- en staatsburgerschapfraude is niet iets om over naar huis te schrijven. Ik zeg dat het koude Nederland in dat licht toch best aantrekkelijk klinkt. Hij kijkt me beteuterd aan. Het weinige slapen en de vele koffie maakt me soms wat bot. Ik grap dat directheid ook een van de mooie Nederlandse karakteristieken is en ik het niet onaardig bedoelde.
Natuurlijk zal het fijn zijn om weer thuis te zijn. Aan de andere kant weet ik zeker dat er ook dingen aan Cyprus zijn die ik zal missen, zoals het weer en de natuur. Ik vertel hem dat het veelzijdige landschap hier echt niet te vergelijken is met het platte Nederland. Hetzelfde geldt voor de warme stranddagen met de zonsondergang aan de ene kant en adembenemende rotsen aan de andere. Voor mij is het het waard daarvoor een beetje veiligheid in het verkeer en schone straten in te leveren. Ook de oprechte interesse van vreemden zal ik missen, die me tegelijkertijd laten stilstaan bij wat voor een fijn land ik eigenlijk mijn thuis mag noemen.
Wil je meer verhalen over de ervaring in Cyprus lezen? Je vindt de columns hier.