Derdejaars politicologiestudent Simone Vlug laat voor een semester haar drukke leven in Nijmegen achter om in de hoofdstad van Cyprus te studeren. In haar columns schrijft ze over haar avonturen in het buitenland. Is het studentenleven in Nicosia een groot succes of verlangt ze toch een beetje naar huis?
Terwijl ik al een paar maanden van zonnige stranddagen en warme avonden aan het genieten ben, zitten mijn vrienden en familie in Nederland in de kou en regen. Ik krijg een beetje medelijden als ik denk aan de grauwe Nederlandse dagen. Bovendien spreek ik het thuisfront maar weinig. Vandaar dat ik met twee vriendinnen een zondagmiddag vrij houd om de souvenirshops in de binnenstad van Nicosia af te struinen naar leuke ansichtkaarten voor iedereen thuis.
Bij het tweede winkeltje dat we bezoeken stapt een oud, klein vrouwtje op me af. ‘Are you from Holland?’ vraagt ze. Ik vraag waarom ze dat denkt waarop ze antwoordt dat ze een Nederlands gezicht uit duizenden herkent. Wat volgt is een verhaal van tien minuten over Nederlandse meisjes, haar kleinzoon die naar Nederland is gegaan, het huis dat hij daar aan het renoveren is en de hoop dat hij nog terugkomt, maar dan wel met een mooie vrouw. Ze dwaalt verder af en vertelt over haar eigen jeugd in Italië en hoe ze hier op Cyprus Grieks en Engels leerde spreken, maar dat het te laat is om ook nog Nederlands te leren. Ze wil weten wat ik hier doe, of ik nog terugga, en wanneer. We praten over mijn leven en dat van haar. Ik heb het idee dat ik na slechts één gesprek meer over haar weet dan van sommige mensen die ik al jaren ken. Mijn vriendinnen zijn minder onder de indruk van onze heart-to-heart en staan te popelen om de zoektocht naar kaartjes voort te zetten. Als we afscheid nemen, wil ze me vol overtuiging een knuffel geven. Ik voldoe waarschijnlijk helemaal aan het houterige Nederlandse stereotype als ik eerst ongemakkelijk een klein stapje achteruit doe en daarna met één arm de omhelzing beantwoord terwijl zij me tegen zich aandrukt.
Eerder had ik ook al een uitgebreid gesprek met een vreemde over onze levens. Ik lag half onderuitgezakt op het terras van de zon te genieten en een boek te lezen. Ik reageerde ietwat geïrriteerd toen een jongen mij stoorde met de vraag waar het verhaal over ging. Het was een willekeurige Amerikaanse thriller, het enige Engelstalige boek in een minibieb in Limassol dat er enigszins aantrekkelijk uitzag. Het gesprek begon over het personage in het boek en eindigde met verhalen over onze jeugd. Ik was ontroerd door de verschillen tussen onze ervaringen in Nederland versus Syrië. Het was de tweede keer deze week dat iemand zomaar hun halve levensverhaal met me deelde en daarnaast ook nog eens oprechte interesse toonde in dat van mij.
Hoewel ik hier in september helemaal alleen aankwam en met het thuisfront niet zo veel contact heb, hoef ik niet bang te zijn voor eenzaamheid. Naast de nodige steun van Erasmusvrienden kan ik blijkbaar ook gewoon de deur uit en een café instappen om mijn volledige levensverhaal kwijt te kunnen aan een wildvreemde, en zij bij mij. Het is fijn dat ik hier geen gebrek heb aan mensen om mijn hart bij te luchten. Toch stelt de gedachte dat ik altijd iemand uit het supportnetwerk thuis kan bellen als er wat is, me gerust. Ze kunnen een bedankje in de vorm van een zonnige ansichtkaart op de mat verwachten. Daarnaast zal het ook fijn zijn om in Nederland af en toe gewoon even anoniem met mijn koptelefoon op boodschappen te doen zonder over de schoonzoon van de caissière te horen.
Wil je meer verhalen over de ervaring in Cyprus lezen? Je vindt de columns hier.