Home Artikelen Simone in Cyprus: Tijdelijk thuis

Derdejaars politicologiestudent Simone Vlug laat voor een semester haar drukke leven in Nijmegen achter om in de hoofdstad van Cyprus te studeren. In haar columns schrijft ze over haar avonturen in het buitenland. Is het studentenleven in Nicosia een groot succes of verlangt ze toch een beetje naar huis?

Na vijftien uur reizen kom ik enerzijds uitgeput en anderzijds vol enthousiasme aan in Nicosia. Ik probeer uit te vogelen hoe ik vanaf het busstation bij mijn appartement kom, maar Google Maps geeft geen suggesties voor het openbaar vervoer en alle borden bij de perrons staan uit. Net als ik een beetje zenuwachtig begin te worden, stelt iemand voor me met de auto te brengen. Tegen een gratis lift zeg ik geen nee en twintig minuten later sta ik voor de deur van mijn nieuwe huis: een groot wit appartementencomplex met meerdere verdiepingen. Voor de deur liggen drie katten en een zak afval. Dat laatste is ongeveer de enige overeenkomst tussen mijn stadspand in Nijmegen en dit witte blok. 

Mijn nieuwe huisgenoot doet open en laat de kamers zien die vrij zijn. Ik krijg per direct extreme keuzestress, want dit is het moment waarop ik mijn nieuwe kamer voor de aankomende vijf maanden moet kiezen. Ik wandel van de ene kamer naar de andere en probeer me voor te stellen waar ik me meer thuis zal voelen. Omdat de kamers min of meer hetzelfde zijn maakt het in realiteit weinig uit welke ik kies, maar in mijn hoofd is het een gigantisch belangrijk vraagstuk. Ik besluit te doen wat elke student die voor een keuze staat doet: uitstellen. Ik dump mijn spullen in de kamer met een balkon en besluit morgen definitief te kiezen. Nu zijn er belangrijkere dingen aan de orde: een feestje met andere Erasmusstudenten.

Ik word wellicht niet omringd door mijn eigen spullen, maar wel door het nieuwe leven hier.

Ik vind me ergens thuis voelen heel belangrijk. Misschien omdat het door jaren wisselen tussen twee ouderlijke huizen en maar liefst vijf studentenkamers in twee steden heel lang niet lukte. Sinds ik mijn huidige kamer in Nijmegen heb, is dat gevoel van thuishoren eindelijk weer terug. Nu ben ik echter hier, in een vreemd land, in een vreemde kamer met vreemde meubels die misschien wel tientallen studenten voor mij hebben gebruikt. Ik heb foto’s en plaatjes meegenomen van thuis om het hier wat huiselijker te maken, maar die blijven ongebruikt in mijn koffer zitten. Ik ben namelijk te druk met het ontmoeten van nieuwe mensen en ontdekken van nieuwe plekken om aandacht te schenken aan de inrichting van mijn kamer. Wanneer ik in de avond moe thuiskom maakt het me verrassend weinig uit dat de kamer kaal en onpersoonlijk is, als ik maar kan slapen. 

Na een week voel ik me stiekem toch al aardig thuis. Ik word wellicht niet omringd door mijn eigen spullen, maar ik word wel omringd door het nieuwe leven hier. Tijd om mijn ‘echte’ thuis te missen heb ik niet, want elke dag is gevuld met nieuwe impressies, activiteiten en mensen. Op een feestje met hen komt mijn huisgenoot aan het eind van de avond naar me toe. ‘I’m going home’ zegt ze, en ik zeg: ‘I’ll come home with you’. We wandelen zonder navigatie naar het appartement. Inmiddels weten we namelijk de weg naar huis. Via een berichtje laat ik aan de anderen feestgangers weten dat ik ben aangekomen: ‘Ik ben veilig thuis’. 

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen