De gemiddelde leeftijd in de Nijmeegse gemeenteraad is voor de komende vier jaar gedaald van 45 naar 40 jaar. Bij de verkiezingen is immers volop op studenten gestemd. ANS sprak met studenten die in de raad zijn gekomen. Deze keer is Sander van der Goes aan het woord over zijn plannen.
![](https://ans-online.nl/wp-content/uploads/2022/04/ANS-Debat-Gemeenteraad-1647-683x1024.jpg)
Voor Sander van der Goes (23, student Sociale Geografie) is de lokale politiek al bekend terrein. Sinds 2019 is hij actief bij de Nijmeegse afdeling van GroenLinks, eerst als voorzitter van de mobiliteitswerkgroep en vanaf dit jaar als gemeenteraadslid. Ondertussen is Van der Goes bezig met het afronden van zijn scriptie en twee keuzevakken. Hoewel hij zijn studie belangrijk vindt, legt hij zijn prioriteit bij de raad.
Voor welke speerpunten ga jij je hard maken?
‘De twee grote thema’s voor mij zijn mentale gezondheid onder jongeren en wonen. Dit zijn de grote problemen van mijn generatie. Ik vind dat met name mentale gezondheid de afgelopen jaren zowel landelijk als lokaal niet voldoende aandacht heeft gekregen. Ik hoop daar verandering in te brengen. Ik word dan ook woordvoerder op deze thema’s, evenals op mobiliteit.’
Waar komt je interesse voor mentale gezondheid onder jongeren vandaan?
‘Je ziet het overal om je heen. Al voor de pandemie was het probleem al groot. Jongeren krijgen steeds vaker depressies en voelen zich eenzamer. In de coronacrisis is er geen enkele jongere die niemand kent die niet heeft geworsteld met de problemen. Drie op de vier jongeren heeft zich eenzaam gevoeld. Dat zijn bizarre cijfers die niet genoeg in het nieuws zijn gekomen.
‘Ik denk dat de problemen ontstaan vanwege een clusterfuck waar jongeren mee te maken hebben. Ten eerste is er een klimaatcrisis waardoor iedereen zich afvraagt wat er in de toekomst gaat gebeuren. Daarnaast maken mensen zich zorgen over hun woonruimte: heb ik straks wel een dak boven mijn hoofd? Het gaat ook over arbeid: krijg ik straks wel een vast contract? Tot slot speelt het leenstelsel een rol, omdat de overheid onduidelijk is over wat er met de studieschuld gaat gebeuren. Al die onzekerheid raakt veel jongeren.’
Welke plannen heb je om de mentale gezondheid van jongeren te verbeteren?
‘Het allerliefste zou ik willen dat geen enkele jongere meer met mentale problemen rondloopt. Dat is natuurlijk farfetched en gaat mij niet lukken in deze raadsperiode, maar ik denk wel dat de gemeente randvoorwaarden kan scheppen om problemen te voorkomen of verminderen. Afgelopen zomer zijn bijvoorbeeld de Waalstrandjes na zonsondergang afgesloten, om overlast te voorkomen. Als je daar wekelijks met een vast clubje vrienden heengaat heeft zoiets impact. Het moeilijke aan gezondheid is dat het opbouwt. Het gaat natuurlijk niet alléén om dat strandje. Ook de sportclub en kroeg zijn dicht geweest. Je moet er als gemeente scherp op zijn dat je niet bij ieder besluit dat het mentale welzijn kan aanpassen denkt: dit is maar een klein ding, dit kunnen we missen.’
‘Voor mannen is het moeilijk over hun gevoelens te praten.’
Nu de coronacrisis grotendeels achter de rug lijkt zijn deze voorzieningen weer open. Wat voor plannen heb je om in de toekomst mentaal welzijn te verbeteren?
‘Jongeren moeten elkaar kunnen blijven ontmoeten, maar ze moeten ook durven te praten als ze problemen ervaren. Het taboe moet weggaan. Vooral voor mannen is het moeilijk over hun gevoelens te praten en kwetsbaar zijn. Je moet een verandering in de stad krijgen en het land zodat jongeren met elkaar durven te praten over hun problemen, maar ook met professionals.’
Hoe ga je dat bereiken?
‘Enerzijds wil ik het gesprek aangaan met organisaties als Frisse Gedachtes en onderwijsinstellingen. Hoe kunnen we het gesprek over mentale gezondheid normaliseren? We zouden bijvoorbeeld een inloopuur kunnen organiseren bij de studentenpsycholoog, of een gastcollege van een medewerker van de ggz. Anderzijds kunnen we als gemeente dit thema hoog op de Haagse agenda zetten. Door het gesprek te voeren en met de media te praten zorg je dat er verandering komt.’
Door naar je tweede speerpunt: wonen. Wat moeten we volgens jou doen om de woningmarkt te verbeteren?
‘Ik vind dat er een koopgarantregeling moet komen. Dat houdt in dat de gemeente een woning die in de verkoop gaat, opkoopt en onder de marktprijs doorverkoopt aan een starter. Veel vrienden van mij zijn inmiddels geen student meer, maar zitten wel nog op een kamer. Zij houden zo een kamer bezet voor nieuwe studenten. Met deze regeling kunnen zij beter doorstromen en komen er studentenkamers vrij.’
Wat voor plannen heb je voor de mensen die nu studeren en op kamers zitten?
‘Ik vind dat we huisjesmelkers moeten aanpakken. Studenten betalen hoge prijzen voor slecht onderhouden woningen. Veel studenten hebben ook een energietoelage gekregen vanwege de hoge energieprijzen. Het zou juist omgekeerd moeten zijn. Als huiseigenaar moet je investeren in verduurzaming zoals dubbel glas en isolatie en fatsoenlijk omgaan met mensen. Een huis is geen beleggingsobject, maar een basisbehoefte. Iedereen heeft het recht om betaalbaar te wonen.’
‘Iedereen heeft het recht om betaalbaar te wonen.’
Hoe ga je zoiets afdwingen?
‘In Groningen hebben ze hiervoor een drietrapsraket. Als een huisbaas zich misdraagt, krijgt hij eerst een waarschuwing, dan een boete, en tot slot kan de vergunning worden ingetrokken. Zoiets kun je ook in Nijmegen doen.’
Huurders moeten dan aan de bel trekken. Hoe voorkom je dat de huisbaas vervolgens het leven van de huurders zuur gaat maken?
‘Het klopt dat het moeilijk is als student tegen je huisbaas op te staan. Ze zijn bang dat ze uit het huis worden gegooid. We willen daarom een centraal meldpunt oprichten voor huisjesmelkers waar je je verhaal kan doen. De ervaring leert dat het nooit zo ver komt dat de vergunning van een verhuurder wordt ingetrokken. De stok waarmee je namelijk kan slaan is zo groot, waardoor de huisbaas zijn gedrag aanpast.’
Zie je een grotere rol weggelegd voor de SSH&?
‘We moeten hoe dan ook af van het idee om alles aan de markt over te laten. In mijn utopie regelen we huisvesting zoveel mogelijk via SSH&. Zij leveren duurzame, kwalitatief goede kamers af voor een goede prijs. Het is ook makkelijker om met woningcorporaties afspraken te maken dan met individuele verhuurders.’
Tot slot ga je je toeleggen op mobiliteit. Waarom is mobiliteit voor jou een belangrijk thema?
‘Mobiliteit is een thema dat studenten niet direct noemen als belangrijk, maar eigenlijk is het de essentie van je stad. Het raakt namelijk ook aan de bereikbaarheid van studentenhuisvesting in Dukenburg of Lindenholt die er misschien gaat komen. We hebben de afgelopen periode een aantal fietssnelwegen aangelegd die veel worden gebruikt. Er zijn echter nog veel plekken waar de fietsveiligheid kan worden vergroot.’
Heb je specifieke ideeën over wat er met de campus moet gebeuren?
‘Onze campus voelt niet echt als een campus omdat er twee grote doorgaande wegen doorheen lopen en dat vind ik heel jammer. Ik zou in ieder geval graag willen dat de campus zo veel mogelijk autovrij wordt. Door ruimte te maken voor fietsen en groen geef je studenten de kans om tot zichzelf te komen op deze drukke campus.’
Hoe wil je omgaan met de schaarse ruimte in de binnenstad?
‘Ik zou willen dat de binnenstad autovrijer wordt. Als je alle autowegen zou wegtekenen uit de stad zie je hoe smal de ruimte is voor fietser en voetganger in vergelijking met de auto. De auto is heel inefficiënt, omdat hij het grootste deel van de tijd stilstaat en veel ruimte inneemt. Concreet zouden we de ringwegen zoals de In de Betouwstraat en de Van Welderenstraat autoluw kunnen maken.’
‘Ik vind mezelf niet zo belangrijk in het hele verhaal.’
Heb je nog doelen op het gebied van persoonlijke ontwikkeling?
Nee, ik vind mezelf niet zo belangrijk in het hele verhaal. Het gaat goed met mij. Daarom kan ik ook de raad in: ik heb de mentale gezondheid om dat te doen. Ik ben gelukkig, ik heb een dak boven mijn hoofd, ik heb mijn master bijna binnen. Zoveel jongeren hebben dat echter niet. Het gaat mij er niet zo zeer om of ik er zelf veel uit haal, ik wil gewoon iets voor jongeren doen.’
Wanneer vind je je raadsperiode geslaagd?
‘Ik wil er in ieder geval voor zorgen dat we betaalbaarder kunnen wonen. Dat kan via middelen als koopgarantregeling of door leegstaande panden beter te benutten. Het andere doel dat ik heb is om binnen onze stad welzijn onder jongeren hoog op de agenda te krijgen. Ik weet zeker dat ik dat kan doen samen met andere jongeren in de raad.
‘Het is moeilijk precieze doelen zetten op deze zaken. Maar ik wil aan het begin van mijn raadsperiode te kijken wat de cijfers zijn op het gebied van mentale gezondheid en ik hoop dat er aan het einde van de periode een afname is. Ik zal nooit weten in hoeverre ik daaraan bij heb gedragen, maar dan kan ik in ieder geval zeggen dat ik alles heb gedaan om bij te dragen aan het welzijn van jongeren. Voor mij is mijn raadsperiode dan gelukt.’