Morgen is het zo ver: we mogen stemmen voor de Tweede Kamerverkiezingen. Tussen alle doorgewinterde juristen, ondernemers en ambtenaren staan ook een aantal studenten van de Radboud Universiteit op de lijst. Hoe is het om je kandidaat te stellen voor de Tweede Kamerverkiezingen?
De Tweede Kamerverkiezingen staan voor de deur. Met een gemiddelde leeftijd van dik 40 jaar worden de kieslijsten veelal bevolkt door mensen die hun studententijd al lang achter zich hebben gelaten. Toch zijn er ook een aantal jongelingen te vinden op de lijst. Op een zonnige dinsdagochtend sprak ANS drie Radboudstudenten die volgende week verkiesbaar zijn: Enrico Bosters (22, International Political Economy, nummer 50 op de lijst van D66), Joana Zandee (21, Religie, Politiek en Samenleving, nummer 10 op de lijst van BIJ1) en Linda Ruijs (21, Biology en Bestuurskunde, nummer 48 op de lijst van D66).
Vanuit de collegezalen op de lijst
Het is nogal wat om op de kieslijst te staan voor de Tweede Kamer. Niet veel mensen kunnen zeggen dat ooit te hebben meegemaakt. Hoe zijn jullie op de lijst terechtgekomen?
Linda (D66): ‘Eigenlijk wilde ik al van kleins af aan Kamerlid worden. Na de Provinciale Statenverkiezingen in maart dacht ik: misschien is het wel een idee om me aan te melden. Een paar weken nadat ik me dat had voorgenomen viel het kabinet. Ik twijfelde toen of ik me zou aanmelden of nog een ronde zou wachten. Uiteindelijk heb ik mee aangemeld. Ik ben heel dankbaar dat mensen me omhoog hebben gestemd op de lijst. Hopelijk sta ik de volgende keer nog hoger, zodat ik op die manier door kan groeien.’
Joana (BIJ1): ‘Tweeënhalf jaar geleden is mijn hart voor politiek een beetje ontploft. Toen ben ik een tijd actief geweest bij verschillende lokale BIJ1-afdelingen en bij de socialistische jongerenorganisatie ROOD. Toen viel het kabinet en dacht de partij: ‘Oh kut, we hebben nu maar heel kort de tijd om een campagne op te zetten!’ Er verscheen een vacature op de website, en na lang nadenken besloot ik me daarvoor op te geven.’
Enrico (D66): ‘Ik heb meegedaan met de Provinciale Statenverkiezingen in Brabant, dat vond ik heel leuk. Campagne voeren, met mensen in gesprek gaan, dat doe ik graag. Ik had met mezelf de afspraak gemaakt dat ik over twee jaarwilde solliciteren voor de lijst. Toen viel het kabinet en dacht ik: het is nu of over twee jaar, laten we gewoon een poging doen voor nu.’
Wat doen jullie van dag tot dag om campagne te voeren?
Enrico (D66): ‘Laatst heb ik gecanvast. Dan ga je bij mensen langs de deur, met zo’n mooi D66-jasje. “Hoi, wij zijn van D66, weet u dat er verkiezingen aankomen? Wat vindt u belangrijke thema’s?” Zo ga je het gesprek aan. In het weekend voeren we meestal campagne in de stad. Linda vaak in Nijmegen, ik vaker in Bergen op Zoom. Ook doe ik mee aan verschillende themadebatten die georganiseerd worden.’
Joana (BIJ1): ‘Ik ga vaak op zaterdagavond gewoon wandelen, telkens in een nieuw stuk van de wijk flyeren. Of ik hou één op één gesprekjes in het centrum of bij winkelcentrum Dukenburg. Ik vraag dan aan mensen wat voor hen belangrijk is en wat ze meenmen bij hun stemkeuze. We hebben ook landelijke acties, zoals afgelopen weekend. Toen hebben we in heel Nederland gratis trein- en buskaartjes uitgedeeld, om mensen alvast een voorproefje te geven van het gratis ov waar wij voor strijden. Zo willen we eigenlijk minstens wekelijks een goed zichtbare actie hebben.’
Wat voor debatten zijn dat? Je staat daar niet met Frans Timmermans te spreken, neem ik aan.
Enrico (D66) lacht: ‘Och nee hoor. Vanavond mag ik bijvoorbeeld naar een debat over asiel, maar dat is een low-key, middelklein debat en ze zoeken altijd mensen van verschillende partijen die ongeveer op dezelfde plek staan. Dus geen nummer 1 tegen 50.’
Van deur tot deur
Laatst waren er ook tentamens. Valt de campagneperiode een beetje te combineren met de studie?
Joana (BIJ1): ‘Het is lastig, maar het gaat. Ik heb zelf een vrij strakke planning, zodat ik geen dingen dubbel plan en ook genoeg reistijd voor alles neem. Ik volg op dit moment ook alleen semestervakken. Daardoor heb ik geen tentamens gehad, maar juist drie collegevrije weken waarin ik lekker vooruit kon werken voor mijn studie naast het campagnevoeren.’
Linda (D66): ‘Het is best heel intensief, omdat ik naast het campagnevoeren nog verschillende functies vervul en ook bij de gemeente actief ben in de politiek. Collega’s die hoger op de lijst staan hebben nu verkiezingsreces en kunnen meer tijd besteden aan de campagne. Ik probeer mijn tijd dus zo handig mogelijk te benutten: als ik bijvoorbeeld in de trein zit, gebruik ik die tijd om een college terug te kijken of te lezen voor de studie. Ik probeer nog wel zo veel mogelijk dingen te doen, maar soms is het echt keuzes maken.’
Enrico (D66): ‘Afgelopen tentamenweek was best wel heftig. Ik had in totaal tachtig uur volgewerkt. Daar schrok ik wel van. Maar ik denk dat het allerbelangrijkste is dat je er energie uithaalt, en dat doe ik heel veel. Je moet wel goed op jezelf letten. Niet alles kan en niet alles hoeft.’
Joana (BIJ1): ‘Campagnevoeren doe je voor een deel op jezelf, maar voor een deel ook samen met anderen. Daar haal ik veel energie uit, het is dus niet alleen maar vermoeiend. Ook de interactie met kiezers is fijn – soms hoor je zelfs dat mensen op je gaan stemmen. Laatst werd ik door iemand herkend in de Albert Heijn, dat vind ik natuurlijk super tof.’
Speerpunten
Wat zijn voor jullie de belangrijkste thema’s?
Joana (BIJ1): ‘Dat is niet één ding, maar wat misschien wel het aller-allerbelangrijkste is, is een veel beter en veel sterker klimaatbeleid. Dat we de crisis van het klimaat echt benadrukken. Tot hier en niet verder. We moeten in 2030 echt nul uitstoot hebben. Zoals het nu gaat, hebben we morgen geen planeet meer.’
Linda (D66): ‘Met klimaat ben ik vanuit mijn studies ook bezig, maar wat voor mij ook heel persoonlijk is, is de inclusie van neurodivergentie. De mensen die het aangaat moeten veel direct betrokken worden in de beleidsvorming. De bewijslast voor mensen met een beperking moet omlaag, zodat ze niet elk jaar weer hoeven aan te tonen dat ze een ziekte of een aandoening hebben. En voor mij het bijzonderste punt, dat mede door mijn inspanningen in het programma is gekomen: strenge regulering van applied behavior analysis-therapie. Dat is een vorm van gedragstherapie voor autistische kinderen waarbij ze soms letterlijk buiten in een kuil worden gezet als ze zich niet volgens de neurotypische, niet-autistische norm gedragen.’
Enrico (D66): ‘Als ik voor mezelf spreek, wil ik me zeker ook heel erg inzetten voor onderwijs. Ook vanwege mijn achtergrond als docent. Onderwijs zit diep in mijn hart, en in dat opzicht ook studentenwelzijn. Bijvoorbeeld het bindend studieadvies: moet je die stress wel op willen leggen bij mensen die net van de middelbare school, of het mbo, afkomen? Ik vind dat je ook mag accepteren dat mensen een paar keer een foutje mogen maken. Of de uitwonende beurs, kunnen we die verhoging niet permanent maken?’
Kijkend naar de peilingen is de kans klein dat jullie verkozen worden. Eén korte pitch voor jezelf: waarom zouden mensen toch op jou moeten stemmen?
Enrico (D66): ‘Op wie je gaat stemmen is helemaal aan jezelf, dat ga ik voor niemand beslissen. Ik denk wel dat het belangrijk is dat iedereen gaat stemmen, en als je dan gaat stemmen en je vindt het belangrijk dat jongeren vertegenwoordigd zijn, stem dan op een jongere. Neem daar ook in mee wat die persoon kan bijdragen in de Tweede Kamer. Maar voornamelijk: ga stemmen en stem progressief. Zorg ervoor dat we een mooie progressieve regering kunnen vormen.’
Linda (D66): ‘Ik heb voor heel veel unieke thema’s bij D66 aandacht gevraagd, onder meer voor neurodivergente jongeren en studenten. Het is belangrijk dat óók die groep vertegenwoordigd wordt, door iemand die daar echt voor wil staan.’
Joana (BIJ1): ‘Ik stem met mijn hart en voor mijn principes. Niet alleen voor mezelf, maar ook voor de mensen om me heen, voor de wereld, voor de dieren en de natuur. Als je denkt: “hey, Joana staat op dezelfde manier in de wereld of heeft heel veel overeenkomsten met mij”, stem dan op mij.’