Home Artikelen Studentenmomentje: Kennen is wennen

Eerstejaars Claire Vaessen verruilt het vertrouwde Culemborg voor het spannende Nijmegen. Het studentenleven dat op haar staat te wachten zit boordevol nieuwe ervaringen. In haar column verbeeldt zij een typische studentensituatie. Door tussen haar gedachtes en de werkelijkheid heen te bewegen, maakt ze een heuse momentopname.


Met samengeknepen ogen staar ik naar mijn boek. De zon schijnt fel en heeft vrij spel: er zijn geen wolken om concurrentie te bieden. Ik weet dat de warmte nog zo’n twintig minuten zal duren, want de tuin ligt op het noorden. Zoals dat vaak gaat met gen Z’ers die proberen te lezen, doe ik al een uur over twee bladzijdes. De letters dansen voor mijn ogen en mijn blik dwaalt voortdurend af. Door de ramen van het huis zie ik namelijk de dagelijkse bezigheden van mijn huisgenootjes.

Al netwerkend, hospiterend en rondvragend is het gelukt: ik heb een nieuwe kamer. Anders dan het appartementje dat ik voorheen met twee vriendinnen deelde, is mijn nieuwe huis groot en ingewikkeld. Ik kan nu niet alleen onderweg ernaartoe verdwalen, maar ook in het huis zelf. Het wenproces duurde daarom ook langer. In mijn vorige huis bedachten we met zijn drieën hoe we het huishouden gingen organiseren. Nu kan ik het aantal huisgenoten niet op twee handen tellen en gelden er al jaren diverse ingewikkelde regels die ik al blunderend leerde kennen.

Na wat onbedoeld husselen met de namen van huisgenoten vergeet ik nooit meer wie wie is.

Toen ik mijn was in de wasmachine propte, kwam ik erachter dat we logischerwijs wel de wasverzachter, maar niet het wasmiddel delen, wat net zo blijkt te werken met respectievelijk de borden en de glazen. Later stond ik rillend onder een niet functionerende douche en besefte ik dat ik waarschuwende appjes als ‘het water ligt er even af’ serieus moest nemen. Bovendien vergeet ik na wat onbedoeld husselen met de namen van de huisgenoten nooit meer wie wie is.

Inmiddels ken ik alle ins en outs en voel ik me veel meer op mijn plek. Dat ik eerder geen idee had wat ik met mijn afval moest en niet wist welke kamer bij welke huisgenoot hoorde, deed me voelen als een vreemdeling. Dat ik wat tijd nodig had om te wennen is logisch, maar ik had niet verwacht dat de praktische zaken zo veel invloed zouden hebben op mijn thuisgevoel.

De zon zakt achter het huis en neemt haar warmte mee. Ik zit te bibberen op de tuinstoel en besluit het ‘lezen’ dus maar binnen voort te zetten. Fantaserend over een dekentje en een kop thee rammel ik aan de deurklink, maar deze weigert. Eronder schittert een sleutelgat. Natuurlijk, de deur valt automatisch in het slot. Hoofdschuddend kijk ik mezelf aan in de weerspiegeling van het deurraam. Blijkbaar vallen er altijd nog nieuwe dingen te leren.

Dit artikel verscheen eerder in ANS-krant 11.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen