Home Artikelen Studentenmomentje: Liefdevolle verwaarlozing

Eerstejaars Claire Vaessen verruilt het vertrouwde Culemborg voor het spannende Nijmegen. Het studentenleven dat op haar staat te wachten zit boordevol nieuwe ervaringen. In haar column verbeeldt zij een typische studentensituatie. Door tussen haar gedachtes en de werkelijkheid heen te bewegen, maakt ze een heuse momentopname.

Het station staat vol studenten met wallen en weekendtassen, die zich traag voortbewegen naar de fietsenstallingen en bushaltes. Mijn eigen uitrusting wijst eveneens op die van een terugkerende student op zondagavond: een joggingbroek en een tas vol proviand die mijn moeder me last minute in handen drukte. Ik laat de holle klanken van de stationspiano achter me en loop naar het fietstransferium. Terwijl ik routineus mijn fiets uit een van de rekken sleep, zie ik dat de banden wel een oppompbeurt kunnen gebruiken. Doelbewust begeef ik me naar de uitgang, waar de pomp zich bevindt.

Tijdens het avondeten had ik met mijn ouders mijn eerste vijf maanden op kamers geëvalueerd. ‘Ik heb nog geen enkel hulpbehoevend belletje ontvangen’, sprak mijn vader tevreden. Grinnikend dacht ik terug aan een incidentje dat hij blijkbaar was vergeten. Een paar weken geleden spoelde ik mijn broodrooster om met water, maar ik had niet gezien dat deze nog in het stopcontact zat. De stoppen sloegen door en ik liet mijn vader videobellend de meterkast zien. Buiten dat voorval vond ik het zelf ook goed gaan. ‘Jullie hebben me zelfstandig opgevoed’, betoogde ik.

Laatst spoelde ik mijn broodrooster om met water, terwijl deze nog in het stopcontact zat.

Hoewel het ze aan interesse in de levens van hun kroost heus niet ontbrak, hadden mijn ouders ook toen ik nog thuis woonde vaak geen idee waar ik uithing. Mijn moeder haalde er altijd graag een uitspraak van haar eigen moeder bij: ‘Je moet kinderen liefdevol verwaarlozen.’ Natuurlijk was ‘lekker veel vrijheid geven’ een betere term geweest, maar mijn oma had een neiging tot pakkende doch overdreven catchphrases.

Dat zelfstandigheid een rekbaar begrip is, realiseer ik me als ik neerhurk naast de fietspomp in het transferium. Vroeger wachtte ik altijd stiekem tot mijn vader meerdere fietsen tegelijk een oppepbeurtje gaf en ging ik er voor de vorm een beetje bij staan. Nu ik zelf met het ventiel aan het kloten ben, wens ik dat ik beter had opgelet. In mijn hoofd schieten beelden voorbij van mijn moeder die mijn verzopen lasagne redde en mijn vader die mijn uit elkaar gevallen bed repareerde. Ze pretendeerden dan altijd wel de ‘luie ouders’ te zijn, toch losten ze een hoop zaken ongezien voor me op.

Ik knik vriendelijk naar de horde langsfietsende studenten om mijn onkunde te verbergen. In mijn linkerhand prijkt inmiddels het gehele ventiel, waardoor mijn band zo plat als een dubbeltje is. Ik pak dan toch mijn telefoon erbij en begroet mijn vader op het beeldscherm. Hij kijkt wat verward naar de fietsenrekken achter me: ‘Hè, was je al vertrokken?’

Dit artikel verscheen eerder in ANS-krant 7.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen