Eerstejaars Claire Vaessen verruilt het vertrouwde Culemborg voor het spannende Nijmegen. Het studentenleven dat op haar staat te wachten zit boordevol nieuwe ervaringen. In haar column verbeeldt zij een typische studentensituatie. Door tussen haar gedachtes en de werkelijkheid heen te bewegen, maakt ze een heuse momentopname.
Het laatste rondje is net achter de kiezen en het gelijknamige nummer van Hazes is op de verre achtergrond nog te horen. Iedereen op straat is naarstig op zoek naar de afterparty. Vrienden halen de feestapp Amigo’s tevoorschijn en vreemden delen een peuk terwijl ze suggestief naar elkaars plannen vragen. Een jongen in pak spreekt ons aan en vertelt in geuren en kleuren over zijn feestkelder. Hij heeft een grote voorraad bier en ‘een JBL Partybox, weet je wel’. Mijn huisgenootje staat hem in wantrouwige maar nieuwsgierige toon te woord. Ze stoot me aan en verkondigt: ‘We moeten wel ergens heen, ik ben nog te dronken om naar huis te gaan.’
De massale zoektocht naar een after kende ik nog niet voor mijn leven in Nijmegen. In Culemborg lagen de uitgaansgelegenheden op een dusdanig grote afstand dat de fietstocht naar huis als afterparty diende. Bij huisfeestjes bestond het fenomeen ook niet, want daar bleven we hangen tot iedereen in slaap viel. In Nijmegen volgen onbekenden elkaar vanuit de stad naar schimmige studentenkamers in de hoop op de perfecte after. Daar is van alles te doen: er zijn zowel mensen aan het schransen als aan het dansen en er worden tot in de late uurtjes adviezen en grootse verhalen uitgewisseld.
De jongen weidt uit over zijn frituurpan en met zorg samengestelde drum-‘n-bass-afspeellijst. Zijn verhalen over rondes bittergarnituur doen me denken aan afters waarbij deze funest waren voor de energie op de dansvloer. Ik concludeer dat de after eigenlijk vaak snel in een onderuitgezakt hoopje mensen verandert. Er zijn allerhande oppeppende middelen in de omloop om wakker te blijven, maar de sfeer gaat er niet op vooruit. De muziek mag vaak niet te hard, want de onderburen hebben ‘gewoon een baan’. Ik herinner me een specifiek teleurstellende after waarbij ik deze mensen naar hun werk zag vertrekken tijdens mijn afscheid. De ochtendzon in mijn slaperige ogen deed me toen beseffen dat deze after-uurtjes het meestal niet waard zijn.
Met het oog op een vroege werkgroep besluit ik de afterparty vandaag aan me voorbij te laten gaan. De straat loopt langzaam leeg en het frisse briesje heeft een ontnuchterende werking. Mijn huisgenootje wimpelt de jongen in pak gelukkig af en bevrijdt haar fiets al van het dubbelslot. Dan zet ze grijnzend haar handen aan haar mond en schreeuwt ze de zoekende mensenmassa toe: ‘Afterparty bij ons!’