Tijdens de eerste maanden van het academische jaar druppelt de stad weer vol met studenten die van heinde en verre komen. Dolly Verhoeven, voormalig hoogleraar Nijmeegse Geschiedenis, vertelt hoe de Nijmeegse studentengemeenschap bijdraagt aan het karakter van de stad. ‘Ze hebben het linkse imago van Nijmegen bepaald.’
‘Dit is een fantastisch mooie plek’, zegt Dolly Verhoeven vanuit het Nijmeegs cultuurhistorisch centrum De Bastei aan de Waalkade. ‘Je bevindt je hier op de plek waar de Romeinen de stad stichtten en tegelijkertijd is de Waalbrug te zien. Voor veel Nijmegenaren geeft die brug een gevoel van thuiskomen.’ Deze en andere gedeelde sentimenten die inwoners bij de stad hebben, bracht de Apeldoornse twee jaar geleden onder woorden in haar boek Het Nijmegengevoel. Verhoeven sprak hiervoor met 44 Nijmeegse publieke figuren. Aan de hand van hun ervaringen wilde ze beschrijven wat de Waalstad karakteriseert volgens de inwoners zelf. Het resultaat: een uiteenlopend stadsprofiel waarin tien kenmerkende identiteitsaspecten worden uitgelicht, van de katholieke gemeenschap tot het inclusieve karakter.
Nu de nieuwe studenten de stad betreden, rijst de vraag wat zij gaan betekenen voor de Waalstad. Ook vandaag de dag dragen de studerenden nog sterk bij aan de sfeer in Nijmegen. ‘Zij maken de stad levendig en dynamisch’, zegt Verhoeven. Vanuit De Bastei zet ze de wisselwerking tussen student, andere bewoners en stad door de geschiedenis uiteen.
Op een missie
Veertien jaar geleden trad Verhoeven in functie aan de Radboud Universiteit (RU) als bijzonder hoogleraar Nijmeegse Stadsgeschiedenis. ‘Ik werd voor die functie gevraagd omdat ik door mijn baan ervaring had in het vertalen van academisch historisch onderzoek voor het grote publiek’, verklaart ze. Dit paste goed bij de opdracht die ze in Nijmegen kreeg: verbind de academische gemeenschap meer met de stad.
Op het eerste gezicht was Verhoeven helemaal geen logische keuze voor de rol in deze stad. Als Apeldoornse buitenstaander was ze tamelijk onbekend met zowel het geschiedkundige milieu als Nijmegen zelf. ‘Ik voelde me gelukkig heel erg welkom onder de lokale historici’, herinnert ze liefkozend. ‘Ze zeiden me gelijk dat ze altijd wilden helpen als ik iets op touw wilde zetten.’ Dit welkom bezorgde Verhoeven haar eerste hartverwarmende persoonlijke Nijmegengevoel.
Ze bestierde haar rol met grote passie voor de rijke Nijmeegse geschiedenis. ‘Er zijn hier zoveel verhalen te vertellen’, vertelt ze met een twinkeling in haar ogen. De oud-Romeinse oorsprong, de voorliefde van keizer Karel de Grote voor Nijmegen en de Duitse stadsrechten zijn volgens de hoogleraar slechts een greep uit de fascinerende historie van de stad. Wat haar extra aanspreekt, is dat de lokale historici en de gemeente zich altijd op een trotse manier bezighouden met de Nijmeegse geschiedenis. De stadsleus wijst al op het belang van de lange historie: Old city, young vibe.
Prominent predicaat
Het verhaal van de RU is volgens Verhoeven een van de belangrijkste in het hedendaagse Nijmegen. ‘De universiteit en haar studenten hebben het katholieke karakter van de stad een enorme impuls gegeven’, verklaart Verhoeven. Voordat de universiteit werd gevestigd, vormden de protestanten nog de bepalende Nijmeegse elite. ‘Zij vreesden terecht dat de stad door de universiteit in een katholiek bolwerk zou veranderen’, vertelt ze lachend. De komst van de Katholieke Universiteit Nijmegen werd dan ook maar met een nipte meerderheid ingestemd in de gemeenteraad. ‘Dit had de nodige gevolgen’, verklaart de historicus. ‘De universiteit heeft vanaf het begin veel katholieke studenten, paters en nonnen aangetrokken die hier kwamen studeren’, stelt ze. Sommige katholieke studenten die bleven hangen, werden machtige publieke figuren. Zodoende vormde de komst van de RU het katholieke karakter van de stad. Hoewel Nijmegen nu niet zo sterk actief katholiek meer is, is haar roomse verleden volgens Verhoeven nog wel in tal van instituties en straatnamen terug te vinden. Naar de onlangs heilig verklaarde Titus Brandsma is bijvoorbeeld een wijkcentrum, een onderzoeksgroep en een basisschool vernoemd.
Wilde haren
Volgens de voormalig bijzonder hoogleraar vormden de generaties studenten die in de jaren zeventig en tachtig actief werden in de stad een nieuw beeld van Nijmegen. ‘Mede door het activisme dat zij bedreven, is het linkse imago van de stad bepaald’, stelt ze. Studenten trokken volgens Verhoeven geregeld demonstrerend door de straten en lieten hun mening luidkeels horen, zoals tijdens de krakersrellen in de Piersonstraat. De lokale vrouwenbeweging, geleid door studenten, organiseerde vrouwencafés in volksbuurten.
Tijdens het onderzoek voor haar boek Het Nijmegengevoel concludeerde Verhoeven dat deze linkse studentenstempel toentertijd niet helemaal rijmde met het werkelijke karakter van de stad. ‘De vrouwen in de volkswijken zaten echt niet allemaal te wachten op de activistische studenten die hen wilden emanciperen’, legt ze uit. ‘De meerderheid van de Nijmegenaren waren conservatiever en hadden geen boodschap aan een revolutionaire verandering van het systeem.’ Dat is ook zichtbaar in de gemeentepolitiek: pas in 1986 was de PvdA voor de eerste keer groter dan het CDA.
De politieke verlinksing werkt tot op heden door. ‘Nijmegen is echt een stad van hogeropgeleiden geworden en zij stemmen doorgaans linkser dan gemiddeld’, verklaart ze. In het huidige stemgedrag is dat nog steeds merkbaar: onder de lageropgeleiden in de volkswijken werd er voor de gemeenteraad veel Stadspartij gestemd. ‘Bij de landelijke verkiezingen zijn dat eveneens de buurten waar meer mensen op Wilders en op Forum stemmen’, analyseert Verhoeven. In het centrum, waar veel hoogopgeleiden wonen, is GroenLinks populairder.
Imago versterkt
De historicus ziet dat de discrepantie tussen het politiek verdeelde Nijmegen en het imago van het linkse Nijmegen ook vandaag de dag nog tot een tweedeling leidt. ‘Universitair medewerkers en studenten zitten in een bevoorrechte positie, met over het algemeen goede vooruitzichten en de mogelijkheid hun leven in eigen hand te nemen’, zet ze uiteen. Mensen die geen deel uitmaken van dit hoogopgeleide milieu herkennen zich volgens Verhoeven niet in het beeld dat er over de inwoners van hun stad heerst. ‘Ik heb mensen geïnterviewd die zeggen: “Allemaal leuk en aardig dat we een stad zijn waarin fietsgebruik belangrijk is, maar door alle stoplichten op de Sint Annastraat doe ik er een stuk langer over om in het centrum te komen!”’ Volgens Verhoeven heeft deze groep inwoners meer zorgen om elke dag rond te komen dan de linkse hoogopgeleiden, die meer tijd en energie hebben om hun idealen na te streven. ‘Er zijn dus wel echt gescheiden werelden en daardoor verschillende Nijmegens’, stelt ze.
De hoogopgeleide groep krijgt echter steeds meer de overhand, legt Verhoeven uit. ‘Het imago van een stad versterkt zichzelf. Mensen die zich daarmee identificeren gaan ook in Nijmegen wonen’, verklaart ze. Die Nijmegenaren bekrachtigen op hun beurt het karakter. Al voordat de samenstelling van het gemeentebestuur was opgeschoven, heerste het beeld dat Nijmegen een links karakter had. Dat trok bepaalde mensen die vervolgens met hun stemgedrag het politieke zwaartepunt verder naar links hebben verplaatst. ‘Daardoor is weer bepaald hoe de gemeenschap wordt ingericht’, vertelt Verhoeven.
Olievlek van idealisme
Tegenwoordig ziet Verhoeven dat de linkse, vrijzinnige student nog steeds invloed uitoefent op de stad, maar minder de straat op gaat. ‘Dat kan ook niet meer zo makkelijk als in de jaren tachtig, want toen waren het vooral afgestudeerde hoogopgeleiden. Die hadden door de hoge werkloosheid de tijd om hun mening te uiten.’ De hedendaagse Nijmeegse student drukt zijn idealistische stempel vooral op de stad via de economische weg: volgens Verhoeven volgen ze vaker een vegetarisch dieet of kopen ze tweedehands spullen. ‘Dat verspreidt zich als een soort olievlek door hun kringen’, verklaart ze. Deze tendens is bijvoorbeeld merkbaar in de groeiende vegetarische horecasector in Nijmegen.
Verhoeven denkt dat het idealisme onder de academisch opgeleiden bijdraagt aan de verwelkomende sfeer die de stad koestert tegenover nieuwkomers. Tijdens migratiecrises werpt de universiteit zich bijvoorbeeld op als helpende hand door educatieve programma’s te ontwikkelen. Deze toon is volgens Verhoeven ook in de rest van de stad te vinden. ‘Als ik de publieke figuren voor mijn boek vroeg wanneer zij trots waren om Nijmegenaar te zijn, vertelden ze dat ze dat vooral voelden wanneer de stad zich openstelde voor vluchtelingen.’ Vanuit de Bastei is te lezen dat die mentaliteit ook nog eens op de pijlers van de karakteristieke Waalbrug is vastgelegd: Refugees welcome. ‘Het open karakter en de gastvrije houding komen in Nijmegen heel erg naar voren’, concludeert Verhoeven.
Studentikoze kennismaking
In haar werk en boek legde Verhoeven onder meer bloot hoe de Nijmeegse student heeft bijgedragen aan de rijke geschiedenis in de stad. Of ze die gehele groep vanuit haar rol als bijzonder hoogleraar ook kennis heeft laten maken met die stadsgeschiedenis, betwijfelt ze. ‘Het lijkt me iets te aanmatigend om dat te denken’, lacht Verhoeven. Ze is er echter van overtuigd dat studenten en alle andere nieuwkomers op eigen initiatief bekend kunnen raken met de stad. ‘Het wordt leuker om hier te wonen als je de geschiedenis achter het uiterlijk en de sfeer van Nijmegen snapt’, betoogt ze gepassioneerd. ‘Als je langs de schommel op het Raadhuisplein loopt en weet dat die herinnert aan de slachtoffers van het bombardement in 1944, loop je nooit meer hetzelfde langs die plek.’ In het Nijmeegse straatbeeld kun je volgens Verhoeven overal de erfenis van de geschiedenis terugzien. ‘Iedere nieuwkomer kan zich daardoor op zijn eigen manier met de Nijmeegse geschiedenis verbinden’, concludeert ze tevreden.
Prof. dr. Dolly Verhoeven is bijzonder hoogleraar aan het Radboud Institute for Culture and History en gespecialiseerd in de lokale en regionale geschiedenis van de provincie Gelderland. Op dit moment werkt Verhoeven aan de geschiedenis van Gelderland bij een groter publiek bekend te maken. Zij werkt samen met musea, de universiteit, bedrijven en overheden. Ze leidt het project Verhaal van Gelderland dat een nieuw overzicht maakt van de Gelderse geschiedenis van de prehistorie tot nu.
Dit artikel verscheen in ANS-krant 1 (J37).