Home Artikelen Studeren voor werkloosheid

De meeste studenten krijgen te maken met een moeilijke arbeidsmarkt waarbij werkervaring wenselijk is. Deze kan je opdoen door stages, maar die zijn bij veel studies aan de Radboud Universiteit (RU) niet goed geïntegreerd in het curriculum. De RU zou aan alle studenten stageruimte moeten bieden binnen het studieprogramma. 

De afgelopen twintig jaar is het aantal studenten aan de Nederlandse universiteiten explosief gegroeid. Vorig jaar bestond de studentenpopulatie uit maar liefst 328.000 studerenden. Dat is een verdubbeling van de 165.000 die in het jaar 2000 een universitaire opleiding genoten. Het behoeft geen zeggen dat het onrealistisch is om ervan uit te gaan dat zij, eenmaal afgestudeerd, in de academische wereld terechtkomen. Jaarlijks is er namelijk voor slechts vijfduizend werknemers plek in het academische veld. Het overschot moet knokken op een hypercompetitieve arbeidsmarkt. Een stage kan die strijd een stuk makkelijker maken. Dat beaamt Maarten Wolbers, hoogleraar Sociologie van Onderwijs en Arbeidsmarkt aan de RU: ‘Een stage tijdens een bachelorstudie is relevanter dan ooit. Je kan studenten niet voor werkloosheid opleiden.’

Toch bieden niet alle studieprogramma’s genoeg ruimte om een stage te lopen. In de praktijk neemt ongeveer eenderde van de opleidingen de stage op als vast onderdeel van het studieprogramma. Dat is goed, maar tweederde van de overige studies neemt de stage dus niet goed of helemaal niet op in het programma. Als het toch een mogelijkheid is, gaat het vaak om een optionele minor waarbovenop stagelopers vaak nog een vak moeten volgen. Zij lopen dikwijls studievertraging op, wat leidt tot stressklachten en eventuele hogere financiële lasten die hen er nog meer van weerhouden om een stage te lopen. Hierdoor ervaren studenten ongelijke kansen op de arbeidsmarkt. De RU zou het daarom toegankelijker moeten maken om een stage te volgen in het bachelorprogramma.

Met hulp het diepe in

Aangezien niet iedereen stage kan lopen, missen een hoop studenten ervaringen die ze niet kunnen opdoen in de collegebanken. ‘Een stage is een eerste kennismaking met een bepaalde beroepsuitoefening’, vertelt Wolbers. ‘Studenten merken hierdoor al vroegtijdig of dat beroep iets voor hen is.’ Daarnaast leren ze praktische vaardigheden zoals samenwerken met collega’s in een andere setting dan de zoveelste groepsopdracht met medestudenten. Jolien Dopmeijer, Projectleider Studenten bij het Trimbos-instituut, voegt hier aan toe: ‘Praktijkervaring dient als een goede toevoeging op theoretische kennis. Het is niet logisch dat een rechtenstudent zonder enige praktijkervaring op een advocatenkantoor terecht komt.’

Studenten verwerven niet enkel vaardigheden op de werkvloer zelf.

Studenten verwerven niet enkel vaardigheden op de werkvloer zelf.  Ze maken ook kennis met de procedures die horen bij het solliciteren naar een baan, zoals het schrijven van een motivatiebrief en het voeren van een sollicitatiegesprek. Deze kundigheid komt vrijwel niet aan bod in hun lesstof, maar is wel essentieel omdat veel universitair geschoolden in de knoop komen als ze na hun studie gelijk een baan moeten vinden. Het is daarom van belang dat ze dit al voor hun afstuderen leren.

De voordringpas op de arbeidsmarkt

Studenten die een stage hebben gelopen, kunnen makkelijker bij hun potentiële werkplek laten zien wat zij in huis hebben. Dat stelt ook Wolbers: ‘Werkgevers weten of iemand geschikt is wanneer hij of zij al een tijdje meeloopt bij het bedrijf.’ Daarnaast hebben afgestudeerden die goed beslagen de sollicitatieprocedure inrollen volgens hem een grotere kans om te worden aangenomen. Beide partijen ervaren dus voordelen wanneer de stageminor goed in het studieprogramma wordt geïntegreerd. Bovendien bouwt een stageloper een professioneel netwerk op, dat hij kan inschakelen bij het zoeken van een baan. Het is dus hinderlijk als ze niet of moeilijk praktijkervaring op kunnen doen tijdens hun voltijdstudie.  

De carrièrekansen zijn niet gelijk.

In het huidige systeem hebben niet alle studenten de mogelijkheid om een stage te lopen en van de bijkomende voordelen op de arbeidsmarkt te profiteren. De carrièrekansen zijn dus niet gelijk. Een betere integratie van stage in het curriculum zorgt ervoor dat alle studenten een dezelfde kans hebben om te laten zien waartoe zij in staat zijn en een netwerk kunnen opbouwen.

Een onmogelijke sprint

Zij die ondanks het gebrek aan stageruimte in hun programma besluiten bij een bedrijf mee te lopen, kampen vaak met studievertraging. Fanatiekelingen die er in hun studie voor kiezen om een stage te doen, volgen vaak tegelijkertijd een vak of schrijven hun scriptie, zoals het geval is bij de meeste letterenstudies. Zij sprinten hard, maar de extra rondes die ze moeten rennen, zijn amper te halen: werkgevers staan aanmoedigend aan de kant, vragend om volledige toewijding van een stagiair. Tegelijkertijd moet er ook nog worden gestudeerd. Bovendien heeft niet iedereen het voorrecht om in de arena te mogen rennen en mooie ervaringen op te doen. 

Studenten kampen met financiële- en uitloopdruk.

Studenten die toch een sprintje trekken, zijn achteraf volledig uitgeput. Ze kampen met financiële- en uitloopdruk, legt Dopmeijer uit. Ze willen immers zo snel mogelijk en voor zo min mogelijk geld afstuderen in het huidige leenstelsel. Daarom nemen deze studenten veel hooi op hun vork, omdat het anders niet financieel haalbaar is. ‘In sommige gevallen ontwikkelen stressklachten zich tot een burn-out’, kaart Dopmeijer aan. Om de stress te beperken, kan de RU de stageruimte beter anders inrichten. Volgens Wolbers mag de studielast niet meer dan een fulltime werkweek bedragen, iets dat in het huidige systeem wel gebeurt. Dopmeijer voegt daaraan toe: ‘Wanneer een student de keuze krijgt om een stage te lopen, moet daar wel genoeg tijd voor zijn binnen het curriculum.’

De carrièreladder opklimmen wordt lastig als de treden wankel zijn en de ladder niet wordt ondersteund. Het is daarom tijd dat de RU de ladders voor iedereen even stabiel maakt en alle studenten de kans geeft om een eerste stap naar de arbeidsmarkt te zetten. Ook studenten zonder vangnet moeten de kans krijgen om even hoog te klimmen als hun gezekerde studiegenoten. Als het jongeren toegankelijker wordt gemaakt om een universitaire studie te doen, moet er ook een betere voorbereiding op de arbeidsmarkt komen.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen