Naar aanleiding van de benoeming van interim-decaan Michiel Kompier bij de Faculteit der Rechtsgeleerdheid, heeft de Universitaire Gezamenlijke Vergadering (UGV) een motie van afkeuring ingediend bij het college van bestuur (CvB). De gang van zaken is volgens de UGV ‘in strijd met het recht’.
Op 26 februari van dit jaar vertrok Roel Schutgens onverwachts als decaan bij de rechtenfaculteit. Hierna heeft het CvB zonder overleg met het faculteitsbestuur en zonder rechtsstatelijke procedures te volgen Michiel Kompier benoemd als interim-decaan van 1 maart tot 1 oktober 2025. Volgens het reglement van de universiteit bekleedt de vice-decaan deze functie bij vertrek van de huidige decaan. Dat betekent dat niet Kompier, maar Claartje Bulten (vice decaan onderzoek) of Vincent van Hoof (vice-decaan onderwijs) volgens de procedure als interim-decaan benoemd zou moeten worden. De universiteit zegt desondanks Kompier benoemd te hebben, omdat de faculteit der Rechtsgeleerdheid al onderbezet is. De medezeggenschap vindt dit echter niet genoeg reden om de gehele aanstellingsprocedure te omzeilen.
Op 4 maart, drie dagen na de aanstelling, werd door de gehele facultaire medezeggenschap afkeuring over de gang van zaken uitgesproken. Tijdens een extra ingelaste Facultaire Gezamenlijke vergadering (FGV) botste collegevoorzitter Alexandra van Huffelen met de medezeggenschap van de rechtenfaculteit. Na deze confrontatie bleef het CvB star bij het benoemingsbesluit, ondanks de duidelijke aanwijzingen dat de aanstelling niet volgens gegronde rechtsprocedures is verlopen. Hierop diende de UGV een motie van afkeuring in ‘over het handelen door het college van bestuur’. Dit orgaan is een samenstelling van de Ondernemingsraad (OR), Universitaire Studentenraad (USR) en vier leden van het Radboudumc. De reden van de motie: ‘verbazing over het gebrek aan een passende aanpak om draagvlak te creëren, de stelligheid waarmee zaken worden voorgesteld als juist terwijl ze dat niet zijn, en het gebrek aan ruimte om zaken inhoudelijk aan de orde te stellen en hernieuwde afwegingen te maken die kunnen leiden tot een andere uitkomst.’
Michiel Kompier was in zijn vorige functies niet onomstreden, maar de motie van afkeuring is puur gericht op de onrechtmatige procedure van de benoeming, zo verklaart USR-voorzitter Sven Braster. ‘We hebben gewoon hele uitgebreide procedures rondom de benoeming van deze functie, juist om ervoor te zorgen dat iedereen gehoord kan worden en eventuele zorgen geuit kunnen worden’, aldus Braster. Hij geeft aan dat een motie van afkeuring eigenlijk vooral symbolisch is: ‘Er is geen reglement voor, dus technisch gezien is het gewoon een brief met symbolische waarde. We keuren het beleid af als signaal.’ Het doel van de motie is dat het CvB terugkomt op het besluit en een nieuwe, rechtmatige procedure in werking zet. Een motie van wantrouwen zou te ver gaan, geeft Braster aan. ‘We willen het CvB namelijk nog wel de kans geven om terug te komen op hun beslissing of de juiste grondslag hiervoor aan ons te presenteren. Het is niet een kwestie van horen en dan wantrouwen, maar wel een (stevige) oproep aan het college om hier anderzijds inhoudelijk op te reageren’, aldus Braster.
Het CvB houdt zich tot op heden afzijdig van een reactie