Wie niet uitgesproken en aanwezig is, wordt al gauw ondergesneeuwd in een studentenwereld vol sociale dieren. Masterstudent Biomedical Sciences David Tissen heeft al vaak zijn verhaal proberen te houden, maar was toch al gauw uitgepraat.
Vanochtend keek ik in mijn Google-agenda, die overigens veelal lijkt op een witte vakkenkast met hier en daar wat blauwe boeken. De zomer sterft als een verzopen kaars en september is het verboden woord. Een nieuw collegejaar dat het studievasten breekt, met als overbrugging een vestibule vol meters bier, gezelligheid en weinig slaap. Ja beste mensen, ik heb het over de introweek.
De week waarin ouderejaars je overdag meenemen om de campus te laten zien en je een beeld te geven van studeren. In de avond verdelg je je overgebleven hersencellen met goedkoop bier, dat je in de veronderstelling laat dat een nachtje stappen maar 10 euro kost.
In het midden van de week ben je brak en bakkend in de zon achter een frisbee aan het rennen met andere lotgenoten. Ook zal de schermvereniging je proberen over te halen om wekelijks mensen te porren. Het klinkt heel dystopisch nu ik geen puber meer ben, maar toch hadden we met zijn allen de week van ons leven.
Het Keizer Karelplein leek op een van die borstels in een autowasstraat, zo kleurrijk en alsmaar draaiend, met alcohol als de brandstof.
Zelf draaide ik lekker mee, totdat de man met de hamer een mokerslag gaf op hét begrip van de het decennium: mijn sociale batterij.
Nee, geen Tour de France aan bierestafettes of nabootsing van het Russisch slaapexperiment, maar simpelweg de continue aanwezigheid van mensen was wat me uiteindelijk vroegtijdig van het veld stuurde. Ja, natuurlijk ga ik vanavond naar het feest, maar kan ik thuis eerst even een Youtube-video kijken? Oh sorry, ik wist niet dat we gelijk door moesten naar de Crazy 88, waarbij ik een hele citroen ga eten met mensen die ik net zo goed ken als de koning zelf. FOMO is de magneet die een onzekere ziel aantrekt, dus ik heb nooit gezegd dat ik een middagje in retraite wilde gaan. Op dag zes van de acht(!) hees ik uiteindelijk de witte vlag en kwam mijn moeder me op een festivalterrein in Duitsland ophalen.
De intro is een groot goed en een mooie traditie, maar zouden we de stillere Willy’s van komend jaar misschien iets meer in bescherming kunnen nemen? Misschien met een me-time middag of stille zones, waarin alle novieten met weinig kruid in de keel lekker vijf minuutjes stilzwijgend naar hun favoriete serie kunnen kijken. Dit doen we ten slotte het liefst.
Dit artikel verscheen eerder in ANS-krant 1.