Home Artikelen Verkiesbare studenten in debat

Met oog op de snel naderende gemeenteraadsverkiezingen debatteren zeven enthousiaste, welbespraakte en verkiesbare Radboudstudenten over verschillende onderwerpen. Wat valt er de aankomende vier jaar voor de Nijmeegse student te verwachten?

Op 14, 15 en 16 maart haast menig student zich tussen zijn colleges door naar de stembus. Althans, dat hopen de verschillende Radboudstudenten annex politici die zich verkiesbaar hebben gesteld voor de Nijmeegse gemeenteraad vurig. Sophie den Ouden (D66), Joost Langhout (CDA), Amber Pater (PvdD), Sander van der Goes (GL), Mika Kraft (PvdA), Anouk Stapel (VVD) en Menno Uphoff (SP) gaan het debat aan over prangende thema’s: van straatinitimdatie tot huisvesting voor internationals. 

Stelling 1 (D66, CDA en PvdD): De Nijmeegse politiek investeert genoeg in initiatieven die het welzijn van studenten bevorderen. 

Den Ouden (D66): ‘Ik denk dat er veel is gedaan, maar niet genoeg. Door de coronacrisis is vereenzaming onder studenten hoog op de agenda komen te staan. Nu studies, studentenverenigingen en sportverenigingen weer volledig fysiek op gang komen, kan weer meer naar elkaar worden omgekeken. Dit gaat deze vereenzaming onder deze groep hopelijk deels tegen. Daarnaast is preventie belangrijk. Zo kan de gemeente het gesprek aangaan met de HAN, RU en het ROC om te kijken of er voldoende capaciteit is bij studentenpsychologen. Wat de HAN volgens ons heel goed doet is het experimenteren met groepjes studenten van verschillende studies. Ze brengen studenten samen die bijvoorbeeld last hebben van eenzaamheid of moeite met plannen. Deze samenkomsten creëren sociale veiligheid en zijn ook goed vanuit de gemeente te organiseren, waarbij mensen zelf initiatieven mogen aandragen.’

Langhout (CDA): ‘De gemeente moet inderdaad vereenzaming te lijf gaan. Ik vind het belangrijk dat studenten daar inspraak in hebben. Ik denk zelfs dat we mensen die ervaring hebben met psychische klachten het hoogste woord moeten geven. We moeten de drempel zo laag mogelijk voor hen maken, door ze bijvoorbeeld te werven via studentenverenigingen. Daarnaast hoopt het CDA studenten meer te betrekken bij wijkraden. Ik denk dat dit een laagdrempelige manier is om burgers van verschillende leeftijden bij elkaar te brengen, waardoor de eenzaamheid afneemt.’

Pater (PvdD): ‘De gemeente heeft tijdens de coronacrisis vrijwel niks gedaan aan het studentenwelzijn. Ondanks dat Nijmegen een studentenstad is, is er nooit een debat geweest met als hoofdonderwerp het welbevinden van studenten. De PvdD vindt dat we aan studenten moeten vragen wat zij nodig hebben. Hoewel we problemen als het leenstelsel niet gemeentelijk kunnen aanpakken, kunnen we studenten daarin wel ondersteunen.’

Stelling 2 (GL, D66, PvdD): De gemeente zou huisvesting voor internationale studenten moeten faciliteren.

Van der Goes (GL): ‘Ik vind dat we moeten stimuleren dat nationale en internationale studenten bij elkaar worden gezet. Als we speciaal bouwen voor internationals creëert dat namelijk segregatie. Internationale studenten zijn bovendien slachtoffers van hetzelfde systeem als Nederlandse studenten en zouden daarom niet als aparte groep moeten worden neergezet. Binnen dat systeem moet men niet enkel kijken naar de manier waarop huisvesting wordt gefaciliteerd of hoe wordt bijgebouwd. Met enkel bijbouwen lossen we het probleem namelijk niet op. GroenLinks denkt dan ook dat het goed zou zijn om invulling te geven aan de 3200 leegstaande huizen waar het kadaster van 2019 het over heeft. We moeten anders gaan kijken naar wat wonen is, zodat we met volkshuisvesting aan de slag kunnen. 

‘Verkamering moet mogelijk blijven.’

Den Ouden (D66): ‘Wij zijn het wel eens met de stelling. Nijmegen, als kennisstad, probeert internationale studenten aan te trekken: ze zijn hier welkom en dus verdienen ze een plek. Die plek is er nu niet. Om dat op te lossen moet SSH& flink kunnen bijbouwen en moet verkamering mogelijk blijven. Zo kan de doorstroom worden bevorderd. In de leegstaande panden en huizen waar GroenLinks het over heeft, mogen wat mij betreft studenten wonen.’

Pater (PvdD): ‘We kunnen er niet onderuit komen om meer woningen te bouwen, want er is een algeheel kamertekort. Ik ben het echter met GroenLinks eens dat de gemeente daarbij niet speciaal voor internationale studenten moet bouwen. Er moeten daarentegen wel andere regelingen komen voor internationale studenten omdat zij, door een kleiner netwerk, minder snel aan een kamer komen dan Nederlandse studenten. We moeten er vooral op letten dat internationale studenten niet worden uitgesloten van het huidige kameraanbod. De SSH& heeft wel speciale regelingen, maar dat gaat om short stays. Hierbij moeten internationals een jaar later alsnog uit hun kamers. De Nijmeegse politiek moet daarom samen met de SSH& tot een plan komen om de internationale studenten te faciliteren in hun verblijf.’ 

Stelling 3 (SP, CDA, VVD): De woningnood kan grotendeels worden opgelost door te bouwen in Veur-Lent.

Uphoff (SP): ‘Wij vinden dat er absoluut niet op Veur-Lent moet worden gebouwd. Als daar wordt gebouwd, ruil je een stuk groen in dat van de hele stad is voor een klein aantal dure woningen dat voor de happy few is. Veur-Lent vormt niet de oplossing van de woningnood. We moeten daarentegen kijken naar andere plekken, zoals Nijmegen-Noord, het Waalfront en Winkelsteeg.’ 

Langhout (CDA): ‘De Winkelsteeg hebben wij als bedrijfsfunctie aangewezen. Als de gemeente hier vijfduizend woningen neerzet, is en minder plek voor werk, wat de stad minder aantrekkelijk maakt. In Veur-Lent is daarentegen wel de mogelijkheid voor woningen. Het CDA stelt voor om er daar tachtig te bouwen, zodat er voldoende ruimte overblijft voor de natuur. Deze woningen zijn bedoeld voor de mensen die nu een starterswoning hebben of aan het scheefwonen zijn. Als zij verhuizen naar bijvoorbeeld de nieuwe woningen op Veur-Lent, komen er woningen in een lagere prijsklasse vrij, waar op dit moment een tekort aan is.’ 

Stapel (VVD): ‘Ik vind het heel belangrijk dat Nijmegen groen blijft, maar vanwege het grote woningtekort vindt de VVD het ook belangrijk om meer te bouwen. Op Veur-Lent is echter al een deel bebouwd en daar kunnen we prima bijbouwen. ’ 

‘Op Veur-Lent kunnen we prima bijbouwen.’

Uphoff (SP): ‘Zelfs als er maar een aantal woningen worden geplaatst, dan gaat dat alsnog ten koste van een groot stuk groen. Waarom moeten volgens de VVD 100 tot 250 woningen in het groen komen terwijl jullie op andere plekken, zoals Winkelsteeg, nee zeggen tegen duizenden woningen?’

Stapel (VVD): ‘Wij juichen het bouwen van duizenden woningen alleen maar toe. Met betrekking op Veur-Lent vindt de VVD dat er moet worden gekeken naar groene manieren om te bouwen, waarbij de biodiversiteit de ruimte krijgt. We willen bouwen op braakliggend bouwterrein op Veur-Lent en juist niet in het groen.’ 

Sophie den Ouden (22, Politicologie) is bij D66 gekomen via de Jonge Democraten, waar ze twee jaar in het bestuur zat. Ze is van mening dat er te veel oude witte mannen in de raad zitten voor zo’n jonge stad.
Joost Langhout (22, Marketing) is als sinds zijn achttiende aangesloten bij het CDA. Hijs staat op de lijst omdat hij na vier jaar als inwoner van Nijmegen nu echt iets wil betekenen voor de stad.
Amber Pater (22, Computing Science) is meteen lid geworden van de PvdD toen ze hier kwam studeren. Eerst was ze enkel betrokken bij verschillende acties en hoopt nu Nijmegen via de gemeenteraad mooier te kunnen maken.
Menno Uphoff (21, Politicologie) is zes jaar geleden lid geworden van de SP toen hij zag wat armoede met mensen deed. Hij vond dat onrechtvaardig en wilde zich daar graag voor inzetten.
Anouk Stapel (25, Bestuurskunde) is bij de VVD gekomen door haar scriptie over kaderstellen voor de raad. Zij wilde dieper in dit onderwerp duiken en was van mening dat dit het beste in de gemeenteraad zelf kan. 
Mika Kraft (24, Culturele Antropologie en Ontwikkelingssociologie) hoopt bij de PvdA een steentje te kunnen bijdragen aan het creëren van gelijke kansen in Nijmegen. Dit is ook de reden dat hij lid is geworden van de partij. 
Sander van der Goes (23, Sociale Geografie) is in 2017 lid geworden van GL. Hij wil zich via de gemeenteraad inzetten voor de jongeren in de stad. Ook hoopt hij samen met andere jongeren problemen te kunnen aanpakken. 

Stelling 4 (VVD, PvdA, SP): De cultuursector heeft tijdens de pandemie te weinig financiële steun gekregen.

Stapel (VVD): ‘Dat klopt. Eigenlijk heeft iedereen te weinig steun gehad. Toch hebben we binnen de raad alles gesteund wat er te steunen viel voor de cultuursector. De VVD is van mening dat we alle mensen moeten faciliteren die zich willen ontplooien. Niet slechts een kleine groep.’

Kraft (PvdA): ‘De PvdA ziet dat vooral de kleine cultuurmakers hebben geleden onder de pandemie.Toen de anderhalvemetermaatregel nog gold, hebben we de grote podia verzocht hun deuren te openen voor de activiteiten die normaal op de kleine podia zouden plaatsvinden. Cultuur moet volgens ons weer bereikbaar worden. Wij willen de cultuur meer naar de wijken brengen. Er moet ruimte komen voor culturele ontmoetingsplekken zoals de Hubert en voor cultuur in het onderwijs.’

Uphoff (SP): ‘We hebben lokaal ons best gedaan om de gaten in het landelijke beleid te dichten. Het probleem is dat de steun vooral naar de grote cultuurinstellingen is gegaan. De komende jaren moeten wij de lokale cultuursector weer opbouwen. Om dat te realiseren wil onze partij onder andere het budget van de kindregelingen verhogen. Dit houdt in dat kinderen van ouders die weinig financiële ruimte hebben, geld krijgen om naar culturele instellingen te gaan. Dat helpt zowel gezinnen in armoede als kleine culturele instellingen: kinderen bezoeken deze namelijk vaker.’

Stapel (VVD): ‘Een kindregeling is niet de oplossing. Dan kan men het nog steeds vrij besteden en gaat het niet per se naar de cultuursector. Daarom moeten we investeren in de cultuurinstellingen zelf. Wij stimuleren deze cultuur door prestatieafspraken te maken met culturele instellingen.’

‘Cultuurmakers worden beperkt door een gebrek aan ruimte.’

Uphoff (SP): ‘Ik schrik van het voorstel om prestatieafspraken te maken. Cultuurmakers zouden immers vrij moeten zijn om te experimenteren. Wanneer een kunstenaar niet voldoet aan de eisen van de gemeente dan zou dat niet mogen betekenen dat de subsidie wegvalt.’

Kraft (PvdA): ‘Ik denk dat we in de verkeerde richting aan het zoeken zijn. Cultuurmakers worden beperkt door een gebrek aan ruimte. Heel veel atelier- en repetitieruimtes verdwijnen. Als wij iets willen betekenen voor cultuurmakers dan moeten zij de komende jaren op de gemeente kunnen rekenen als zij een ruimte zoeken.’

Stelling 5 (PvdD, GL, PvdA): Het centrum van Nijmegen moet volledig autovrij worden.

Pater (PvdD): ‘Wij zijn in eerste instantie voor een autovrij centrum omdat op die manier de luchtkwaliteit wordt verbeterd. Hoewel de stad dan een voetgangers- en fietsgebied wordt, denk ik wel dat uitzonderingen mogelijk moeten zijn. Je wilt bijvoorbeeld wel dat de oude oma, die niet meer zo goed ter been is, de binnenstad kan bereiken.’

Van der Goes (GL): ‘Wij vinden ook dat het centrum zoveel mogelijk autovrij moet worden. Toch moeten we ervoor zorgen dat de stad niet enkel een plek wordt voor mensen die mobiel zijn, maar ook voor mensen die dat niet of in mindere mate zijn. Het is belangrijk dat de ruimte toegankelijk blijft. Ik ben dan ook voorstander van een los- en laadplaats waar auto’s fatsoenlijk kunnen staan om bijvoorbeeld te verhuizen, of om iemand die slecht ter been is op te pikken. Ik vind het, met oog op toegankelijkheid, dan ook interessant dat de PvdD in hun verkiezingsporgramma tegen een buslijn over de Waalkade is. Deze is juist nodig om minder-mobiele mensen te helpen de stad in te komen .’

‘Een autovrij centrum is op dit moment niet haalbaar.’

Pater (PvdD): ‘De waalkade is een onderdeel van het stadsleven. Er zijn alternatieve busroutes mogelijk waarbij alle plekken toegankelijk blijven. Er zal dan een iets langere omweg moeten worden gemaakt.’ 

Kraft (PvdA): ‘Wij vinden een autovrij centrum op dit moment niet haalbaar omdat mensen op dit moment nog afhankelijk zijn van de auto. Alternatieven, zoals de fiets, zijn niet voor iedereen weggelegd. Wij streven echter wel naar een autovrij centrum. De PvdA zet dan ook in op andere manieren om naar de stad te komen, zoals transferia en een gratis busverbinding van Dukenburg en Lindenholt naar het stadscentrum.’ 

Van der Goes (GL): ‘Daar ben ik het mee oneens. De ringwegen zijn namelijk plaatsen die op korte termijn autovrij kunnen worden. GroenLinks wil er fietsstraten van maken.’ 

Stelling 6 (CDA, GL, PvdA): Straatintimidatie moet worden beboet.

Langhout (CDA): ‘Het CDA is voor boetes. Hoewel het misschien moeilijk is om straatintimidatie te bestraffen, geven we daar als stad een signaal mee af: dit tolereren wij niet en accepteren wij niet. Daarnaast ontstaat daardoor de mogelijkheid om mensen die intimideren hard aan te pakken.’

Van der Goes (GL): ‘Enerzijds is GroenLinks het met het CDA eens: boetes geven een grens aan. Anderzijds gaat dit probleem volgens ons vooral over preventie. GroenLinks wil inzetten op voorlichting omdat veel mensen die intimiderend gedrag vertonen zich niet bewust zijn van het effect daarvan. Zonder bewustzijn komt er geen verandering. Daar is het probleem veel te hardnekkig voor.’

Kraft (PvdA): ‘Er moet inderdaad iets veranderen in het bewustzijn. Mensen moeten weten wat een intimiderende impact kan hebben zodat ze er elkaar op kunnen aanspreken. Hoofdzakelijk mannen veroorzaken dit probleem en mannen moeten dit uiteindelijk ook oplossen. Naast preventie moeten slachtoffers hulp kunnen krijgen.’ 

‘Zonder bewustzijn komt er geen verandering.’

Langhout (CDA): ‘Naast voorlichting op bijvoorbeeld scholen als preventie, moeten we ook kijken op welke plekken straatintimidatie vaak plaatsvindt of mensen zich onveilig voelen. Er zou meer verlichting moeten komen op deze plekken. Dit zorgt ervoor dat mensen zich veiliger voelen, dan gaan er meer mensen ’s avonds naar buiten en kunnen ze elkaar controleren. Ik denk dat daarmee de kans op straatintimidatie kleiner wordt.’

Kraft (PvdA): ‘Het CDA heeft het over specifieke plekken, maar intimidatie gebeurt overal. Niet alleen in de donkere parken en de buitenwijken van Nijmegen maar ook op de meest drukbezochte plekken.’

Van der Goes (GL): ‘Ik ben ook bang dat CDA’s voorstel symptoombestrijding is. Het probleem zit in de kern, dat vooral mannen verkeerd gedrag vertonen. Natuurlijk moet je nadenken over de manier waarop de stad veilig ingericht kan worden, maar de nadruk moet liggen op gedragsverandering en bewustwording.’

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen