De zevende editie van de Jonge Historicus van het jaar verkiezingen is gewonnen door Radboudstudent Iris van Vlimmeren. Zij gaat een lespakket voor middelbare scholen ontwikkelen met koloniale archiefstukken.
Op 12 november vond de Jonge Historicus van het jaar 2023 verkiezing plaats in het Stadsarchief Amsterdam. De verkiezing wordt sinds 2018 georganiseerd door Stichting Jonge Historici om jonge historici beter op de kaart te zetten. De genomineerde jonge historici moeten een projectplan pitchen en de winnaar krijgt mag een jaar lang met de stichting samen werken om diens project uit te voeren. Daarnaast mag de winnaar zich een jaar lang het gezicht van alle jonge historici in Nederland en Vlaanderen noemen. Iris van Vlimmeren won de prijs en volgt daarmee Stef Coenen op die overigens ook aan de Radboud studeert. Hij zette zich in voor jonge historici met een fysieke beperking.
Van Vlimmeren gaat het komende jaar een lespakket met koloniale archiefstukken ontwikkelen voor het voortgezet onderwijs. ‘Mijn project heet ‘Van Archief tot Klaslokaal. Met VAK wil ik de wereld van de historische wetenschap en het middelbare onderwijs samenbrengen.’ Ze zegt dat juist jonge historici uitermate geschikt zijn om deze bruggen te bouwen. ‘Juist deze doelgroep staat dicht bij de belevingswereld van middelbare scholieren. Ook staan ze aan het begin van hun carrière. Daardoor hebben ze een breed historisch perspectief, dat biedt veel. Ik hoop dat de geschiedenis zo meer gaat leven onder middelbare scholieren. ’
Nominatie
In 2022 werd de verkiezing voor het eerst gewonnen door een Radboudstudent. Van Vlimmeren vertelt lachend: ‘Ik ben heel toevallig ook door Stef genomineerd. Hij vroeg vorig jaar of het mij ook niet wat leek. Ik zat toen in mijn tweede jaar en dacht, ik ben nog wel ultrajonge historicus, misschien over een aantal jaar. Toen heeft hij me toch genomineerd en dat heeft heel erg goed uitgepakt.’
‘Stef nomineerde mij onder andere door mijn ervaring met een project waar ik me hard voor heb gemaakt in Bergen op Zoom, waar ik vandaan kom.’ Daar heeft ze zich tijdens haar middelbare schooltijd ingezet voor ‘Faces to Graves’, een project dat wordt gedreven door een groep scholieren die aan de hand van archiefmateriaal de biografieën schrijft van de bijna 1100 militairen die op de Canadese oorlogsbegraafplaats in Bergen op Zoom begraven liggen. ‘Een deel van dat project mocht ik tijdens een staatsbezoek samen met aan Prinses Margriet en Justin Trudeau presenteren.’
Uiteindelijk schreef ze haar profielwerkstuk over de manier waarop basisschoolscholieren bij Faces to Graves betrokken kunnen worden. Ook dit project draait dus om betrekken, maar dan om dat van jonge historici. Dat gaat ze op verschillende manieren doen. Zo wil ze vroeg in haar project in gesprek gaan met jonge historici uit Suriname en Curaçao en gaat ze voor de ontwikkeling van het lesmateriaal de hulp van geschiedenisdocenten in opleiding vragen. ‘Het is een groot project en het idee is dat ik met een concreet product kom. De historische wereld is in ieder geval nog niet van me af.’
