Duizendpoten hebben maar tientallen poten, er zitten meer bacteriën in je mond dan er mensen op aarde rondlopen en als je je rechteroog sluit kun je nooit over je rechterschouder kijken. In Wist je dat lees je weetjes waarvan je niet wist dat je ze wilde weten. Deze keer: Wist je dat rampen ons nationalistisch kunnen maken?
Al eeuwen wordt de wereld geplaagd door rampen. Ook Nederland heeft het zwaar te verduren gehad: van de Leidse buskruitramp in 1807 tot de overstromingen in Zuid-Limburg in 2021. De rampen hadden vaak vele slachtoffers tot gevolg. Toch zorgen rampen niet alleen voor gevoelens van pijn, verdriet en angst. Ze dragen namelijk ook bij aan maatschappelijke fenomenen zoals een nationaal gemeenschapsgevoel en nationalisme.
Leids lijden
Voordat een ramp tot gevoelens van saamhorigheid kan leiden, moet een regionale ramp uitgroeien tot een nationale ramp. ‘Het nationale zit erin dat er een beeld ontstaat dat het de hele natie aangaat. Dat heeft vooral te maken met de berichtgeving,’ vertelt historicus Fons Meijer die is gepromoveerd op rampennationalisme. In zijn proefschrift keek hij naar de manier waarop in de door rampspoed gekenmerkte negentiende eeuw, rampen werden aangegrepen om nationale gevoelens vorm te geven. ‘Een belangrijk ingrediënt voor nationalisering van de ramp is nationale media-aandacht vol meelijwekkende teksten,’ stelt Meijer. Hieronder vallen kranten, pamfletten en gedichten die door het hele land worden verspreid, maar ook preken in de kerk. Zo ontstaat het beeld dat de ramp het hele land aangaat. Bij deze beeldvorming helpt het bovendien mee als er bemoeienis is van de nationale overheid. ‘Dat bevestigt immers dat de gebeurtenis op nationaal niveau van belang is,’ legt Meijer uit. Het laatste element dat voor nationalisering van een ramp kan zorgen, is volgens Meijer een nationale inzamelingsactie die voor de ramp wordt opgezet.
Deze elementen zijn goed te zien in de Leidse buskruitramp waar Meijer onderzoek naar deed. Als in 1807 midden in Leiden een schip met duizenden kilo’s buskruit ontploft, lijkt dit in eerste instantie een lokale ramp. Toch worden er al snel door toonaangevende schrijvers pamfletten en gedichten over geschreven die breed worden verspreid. Ook wordt er in preken door het hele land aandacht besteed aan de slachtoffers. Daarnaast brengt koning Lodewijk-Napoleon dezelfde dag nog een bezoek aan het lijdende Leiden en wordt er een nationale inzamelingsactie opgezet. Zo leeft het hele land mee met de slachtoffers en wordt de gebeurtenis gezien als nationale ramp.
Medelijden maakt nationalisme
De beeldvorming kan dus een ramp nationaliseren. In deze beeldvorming staan de slachtoffers centraal. Hiermee wordt ingespeeld op een belangrijke, bindende emotie: medelijden. Zo wordt een nationale cultuur van medelijden gecreëerd. ‘Meelijwekkende teksten over slachtoffers maken het mogelijk dat bijvoorbeeld iemand in Limburg medelijden kan hebben met iemand in Groningen,’ verduidelijkt Meijer. ‘Het rampnationalisme is de uitkomst van een sociaal-cultureel proces,’ vertelt Meijer. Hij legt uit: ‘Het idee is dat je zo’n meelijwekkende tekst leest en beseft “oh, ik voel medelijden, omdat ik ook Nederlander ben”.’ Op een gegeven moment hing er in de negentiende eeuw dan ook het beeld dat de typische Nederlander genereus meeleefde met zijn mede-Nederlanders. Door aan dit beeld te voldoen en hun landgenoten te steunen, gingen mensen zich meer Nederlander voelen.
Doorgestoken dijken
Het verhaal van een ramp die iedereen raakt, is dus een strategie om solidariteit te creëren die er van nature niet is. Die solidariteit is echter begrensd en het rampnationalisme is geen natuurwet, maar het resultaat van een sociaal-cultureel proces waarin de beeldvorming wordt aangejaagd. Er zijn dus ook andere uitkomsten mogelijk.
Een ramp benadrukt in de praktijk de sociale scheidingslijn tussen de sterkeren en zwakkeren, in het geval van een ramp de slachtoffers en de niet-getroffenen. Zo kan een ramp niet alleen verbindend werken, maar ook bijvoorbeeld een bron van polarisatie zijn. Een voorbeeld van een polariserend resultaat is te zien in de negentiende-eeuwse Maasoverstromingen. ‘Deze overstromingen troffen vooral katholieken. Op een gegeven moment waren mensen het wel zat om voor diezelfde mensen geld op te halen,’ vertelt Meijer. ‘Zo kwamen er antikatholieke verhalen en beelden in de pers. Katholieken zouden profiteren van de steun en hadden daarom zelf de dijken doorgestoken.’
Limburg als Leiden 2.0
Hoewel Meijer het rampnationalisme onderzocht als typisch negentiende-eeuws fenomeen, is het volgens hem nog lang niet verdwenen. Het aanwakkeren van een natievormend gevoel van medelijden is bijvoorbeeld goed terug te zien in dagelijkse berichtgeving. Het specifiek vermelden van het aantal Nederlandse slachtoffers bij een ramp in het buitenland speelt in op het idee dat de natie een solidariteitsgemeenschap is waarbij je met elkaar meeleeft.
Meijer merkte bovendien dat het rampnationalisme duidelijk zichtbaar was in de zomer van vorig jaar. ‘De watersnood van 2021 was overduidelijk geen nationale ramp, maar een grensoverstijgende ramp. Meerdere Europese landen kregen hier te maken met zware rivieroverstromingen. Toch spitste de aandacht en liefdadigheid in Nederland zich vooral toe op Zuid-Limburg.’ Hier staat het idee dat we moeten meeleven met slachtoffers die ook Nederlands zijn dus weer centraal. ‘Het is medelijden omwille van een gedeelde nationaliteit, niet vanwege medemenselijkheid,’ legt Meijer uit. ‘Dit zijn momenten waarop op een banale manier betekenis wordt gegeven aan het Nederlanderschap.’
Wil je meer weetjes lezen? Je vindt ze hier.