Op zaterdag 27 maart werd Concertzaal De Vereeniging gevuld met duistere geesten en neogotische klanken tijdens Clean Pete’s Klassieke Revue. Het Nijmeegse duo, bestaande uit tweelingzussen Loes en Renée Wijnhoven, riep duivels op met behulp van een hele rits gastartiesten.
Clean Pete bracht eerder vier popalbums uit en stond op festivals als Down The Rabbit Hole en Pinkpop. Ondanks hun oeuvre koesteren de zussen, opgegroeid in Nijmegen, een liefde voor klassieke muziek en dit wilden ze vieren in de Klassieke Revue. De voorstelling was een collage van bekende en minder bekende klassieke stukken en de popliedjes van Clean Pete zelf. Hierbij werden de zussen begeleid door verschillende gastartiesten. Door de grote verscheidenheid aan optredens en de snelheid waarmee die elkaar opvolgden dreigde de voorstelling rommelig te worden. Desondanks vormde het programma een geheel, door de muzikaliteit en humor van het Nijmeegse zusterduo en het overkoepelende spookachtige thema. Ondersteund door licht, dans en koorgezang kregen zowel klassieke deuntjes als ook de luchtige nummers van Clean Pete een duistere dimensie.
Alles passeert de revue
De zaal wordt donker, op het podium gaan de lichten aan en uit de schaduw zwiert Loes Wijnhoven het podium op. Ze is gekleed in een zwart kostuum met een glitterende grijze cape en op haar hoofd troont een zwart hoedje met een kleine sluier. Loes begint een band, aangevuld door het Nijmeegs Studentenkoor en saxofonist Kika Sprangers, te dirigeren met dramatische gebaren. Met dit meeslepende, indrukwekkende begin is de toon voor de avond gezet.
Clean Pete heeft groot uitgepakt en een heleboel gastartiesten uitgenodigd. Naast het studentenkoor en Sprangers passeren ook pianiste Djuwa Mroivili, gitarist Anne Soldaat, dansensemble Terza Dance en strijkkwartet Dudok Quartet de revue. Soms krijgen de verschillende artiesten ruimte voor een solo-optreden, maar meestal musiceren ze samen met Clean Pete. De grote afwisseling aan artiesten die daarnaast verschillende genres, van pop tot jazz tot klassiek, met zich meebrengen voelt soms wat overweldigend.
Toch weten de zussen deze snelle afwisseling behapbaar te houden met zelfreflectieve humor. Hun dynamiek en grapjes houden de duistere en intense boel luchtig op precies de goede momenten: ‘Oke mensen, het is een revue dus we gaan meteen weer door naar het andere. Gaat het niet te snel?’
Duivels oproepen
De verschillen tussen de gastartiesten, zoals tussen de jazz van Sprangers en de strijkmuziek van Dudok Quartet worden verenigd in een thema: een duistere, gothic sfeer. Na het openingsstuk verkondigt Loes mysterieus het doel van de avond: ‘We gaan vanavond duivels uit onze geest drijven. Maar voordat we ze kunnen verdrijven, moeten we ze eerst oproepen…’ De macabere sfeer die de avond tekent wordt sterk tot uitdrukking gebracht in de acts. Clean Pete heeft haar meest sombere liedjes gekozen om te spelen. De al duistere compositie Danse Macabre, (ook wel bekend als het ‘spookslot-liedje’ uit de Efteling) krijgt een nog ruwer randje door de begeleiding van een elektrische gitaar en een dansoptreden van Terza Dance. De danseressen zwieren over het podium met bewegingen die doen denken aan de virale gothic dans uit de serie Wednesday.
Daarnaast weerspiegelen de productie en kostuums het thema, wat de duistere sfeer versterkt. De muzikanten zijn gekleed in donkere kleding en de meesten hebben hier spookachtige details aan toegevoegd, zoals donkere oogschaduw, hoge kragen en spinnenwebben. Tijdens het zingen van een eigen liedje flikkert achter Clean Pete het licht als tijdens een onweersbui, in geloofwaardigheid ondersteunt door de mist die van achter het podium opstijgt. Met het overkoepelende thema worden zelfs de meest uiteenlopende kanten van muziek aan elkaar geplakt en wordt de voorstelling een bont geheel. Het duidelijke leidmotief door de revue zorgt zo voor een meeslepende ervaring.
Dynamisch duo
Naast het gothic thema van de klassieke revue vormt de tweeling zelf een rode draad door de show. Loes en Renée lijken qua uiterlijk als twee druppels water op elkaar, maar zijn op het podium compleet anders en vullen elkaar goed aan. Loes voert de boventoon terwijl ze over het podium dartelt, met haar cape zwiert en meerdere malen voor een lachend publiek zorgt wanneer ze aan de technicus vraagt om licht in de zaal, omdat ze de mensen ‘toch zo graag even wil bekijken’. Renée vormt hierbij een mooi tegenwicht met wat droge humor, verlegenheid en soms een ‘oudere-zusblik’ naar haar uitgelaten tweelingzus. Wanneer ze even alleen op het podium staat en een stuk proza over het verschil tussen klassieke en popmuziek voordraagt, voel je het publiek bijna opgelucht bijkomen van de overwegend drukke acts, en aandachtig luisteren naar het rustige deel van het duo.
Ook muzikaal vullen ze elkaar goed aan. De popliedjes van Clean Pete worden gekenmerkt door de lichte, heldere zang van de zussen, begeleid door Loes’ gitaar en Renée’s cello. Hun zang contrasteert sterk van hun Zwarte Magica-verkleding, en als ze samen zingen luistert de zaal betoverd.
De optredens van het duo tijdens de revue zijn rustig, maar op het einde verandert deze toon zodra Loes verkondigt dat het verdrijven van de duivels is aangebroken. Over de zaal verspreid verschijnen plots de gastartiesten: dansers naast het publiek, saxofonist in de zijvleugel, het studentenkoor bovenin en de rest op het podium. Samen begeleiden ze de muziek van Clean Pete, die steeds intenser wordt. Loes rent door de zaal terwijl ze zingt en Renée bespeelt hevig de cello. Het slotnummer vormt zo een groots, schitterend einde en verbindt nog één keer alle gastartiesten met elkaar, met Clean Pete in het middelpunt.