Afgelopen woensdag kregen studenten van Bestuurskunde en Politicologie en andere geïnteresseerden de kans om verschillende fractievoorzitters van de Nijmeegse gemeenteraad in actie te zien tijdens het Grote Nijmeegse Fractievoorzittersdebat 2016. Het debat was mede georganiseerd door studieverenigingen BOW van Bestuurskunde en ismus van Politicologie en door verschillende politieke jongerenorganisaties. ANS ging er eens goed voor zitten en luisterde naar de Nijmeegse politici.
Tekst en foto’s: Tom Plaum
Participeren kun je leren
De publieke tribune in de raadzaal van het stadhuis is goed gevuld met studenten. Ze wachten rustig af tot het debat gaat beginnen met de fractievoorzitters van de VVD, PvdA, SP, D66, GroenLinks en het CDA. Het centrale onderwerp van de avond is burgerparticipatie. Hoewel de deelname van de burger in de politiek aan de orde zal komen, hebben twee partijen zelf moeite om fatsoenlijk te participeren in het debat. De fractievoorzitter van de PvdA komt niet opdagen en de VVD heeft slechts een fractievolger gestuurd. De rest van de partijen is wel door de voorzitters vertegenwoordigd.
De avond is opgedeeld in twee delen: eerst vindt het debat tussen de fractievoorzitters en -volger plaats, waarin zij vier stellingen krijgen voorgelegd. Het tweede gedeelte is interactief, waarin de aanwezige studenten samen met de Nijmeegse politici in groepjes tot ideeën komen om de burger meer bij de politieke besluitvorming te betrekken. De vier stellingen zijn wisselend wat betreft spanning en mate van meningsverschil. Bij een stelling over populisme zijn alle politici het met elkaar eens, terwijl de stelling over lokale referenda wel tot verschillende opinies leidt. Rob Jetten (D66) en Hans van Hooft (SP) zijn voorstander, Mark Buck (CDA) tegen en Pepijn Boekhorst (GroenLinks) is sceptisch. Bastiaan Feringa (VVD) hield zijn mening voor zich.
Weinig pit, wel interessant
Tijdens het debat wordt duidelijk dat de ene politicus meer de neiging heeft om zich te mengen in de discussies dan de andere. Vooral Jetten en Buck reageren veel op elkaar, terwijl Van Hooft en Boekhorst iets minder vaak de mond opentrekken. Feringa laat slechts een keer van zich horen, als er om zijn mening wordt gevraagd. Erg spectaculair zijn de debatten niet, maar het publiek luistert aandachting. De aanwezige studenten praten zelf zachtjes onderling over de stellingen en standpunten van de politici.
In de discussies dragen de politici af en toe duidelijk de idealen van hun partij uit. Van Hooft van de SP roept bijvoorbeeld in het debat rondom populisme op tot een eerlijkere inkomensverdeling onder de burgers en vindt het populisme ‘het falen van de gevestigde orde’. Deze nogal populistische uitspraak wordt goed ontvangen door SP’ers in de raadzaal, maar in de rest van de zaal is weinig enthousiasme te bespeuren.
Samen brainstormen
Na het debat is het tijd voor het interactieve gedeelte met het publiek. Dit wordt in zeven groepjes opgedeeld die allemaal op zoek gaan naar een antwoord op de vraag ‘Wat moet er veranderen om het vertrouwen van de burger in de politiek te vergroten?’. Onder leiding van een fractievoorzitter zoeken de studenten actief naar oplossingen voor het probleem en discussiëren met elkaar over wat wel en niet effectief is.
Na een half uur plannen bedenken, presenteert ieder groepje haar plan. Enkele clichés passeren de revue, zoals het inzetten op betere communicatie en meer transparantie. Twee groepen stellen voor om politiek bewustzijn te creëren onder de jongste generatie, door al op de basisschool kinderen een vorm van politiek besef bij te brengen. Een groep komt met het ultieme compromis door alle betrokken partijen in één slogan te samenvatten: Participeren (PvdA) kun (VVD) je samen (CDA) leren (D66). Erg origineel, maar een groepje gaat nog een stap verder door een heuse vlog te maken. Deze inzet op moderniteit levert de groep de prijs op voor het beste idee. Als beloning mogen ze samen een doosje Merci delen. Deze prijs is een kleine anticlimax na een avond actief debatteren. Met de studentenparticipatie zit het wel snor, maar een echt antwoord op hoe burger meer betrokken moeten worden bij de politiek is niet gevonden.