Op het Radboud territorium, in het studiecentrum van het Radboudumc, huist het Museum voor Anatomie en Pathologie. Kinderen, ouders, kenniszoekende studenten of vakgenoten: iedereen mag het museum betreden en de collectie bekijken. Het museum bestaat uit een pathologie- en anatomiekamer met een embryo-, foetus- en teratologiecollectie die ethische vragen oproept bij bezoekers. Wat heeft dit museum te bieden? ANS zocht het uit.
Het Museum voor Anatomie en Pathologie is opgericht door prof. dr. H.J. Lammers, hoogleraar anatomie, in 1967. De eerste preparaten komen uit begin jaren 50 en sindsdien is de collectie aardig uitgebreid tot een waardige kennisbron. Het museum bestaat uit twee expositiezalen die bezoekers meer kennis bijbrengen over deze vakgebieden binnen biologie en geneeskunde.
Een leerzaam menselijk lichaam
Het georganiseerde karakter van de pathologiekamer maakt dat je er als bezoeker gemakkelijk kan rondneuzen. Pathologie is de leer van ziektes en ‘ziekelijk veranderende organen’. De ziektegroepen worden in deze tentoonstelling op diverse manieren uitgelegd. Zo zijn er video’s en preparaten met uitlegboekjes die gezonde met zieke organen vergelijken. Het is leerzaam om te zien wat bijvoorbeeld roken met de longen doet, hoe een kwaadaardige tumor eruitziet of wat voor effect een bepaald ziektebeeld heeft op een orgaan.
Tegenover de educatieve pathologiekamer bevindt zich de anatomiekamer waar de bouw en groei van het menselijke lichaam wordt weergegeven. Hoewel de anatomiekamer drukker en dynamischer is ingericht – vitrinekasten en preparaten staan zonder enige duidelijke volgorde door elkaar heen – is hij minstens even leerzaam. Een absoluut hoogtepunt van de collectie is de embryologie-sectie waar duidelijk wordt hoe mensenlevens ontstaan en zich ontwikkelen. Embryo’s vanaf vijf weken tot foetussen van zes maanden worden tentoongesteld met uitleg welke groei plaatsvindt in iedere fase van de zwangerschap. De collectie maakt impact en is iets wat je bij blijft als je het museum weer uitloopt.

Educatie- of sensatie-teratologie?
Doordat de looprichting niet met pijlen wordt aangegeven, loop je zonder enige waarschuwing vanuit de gang waarin het zwangerschapsproces wordt beschreven het teratologiegedeelte binnen. Teratologie is de studie van kinderen die met afwijkingen zijn geboren. Denk aan het syndroom van Down, Siamese tweelingen of een afwijking in de ontwikkeling van de hersenen. Dit gedeelte is niet erg respectvol aangepakt door het museum. De foetussen, soms al ouder dan zes maanden, liggen er akelig bij. Zo zijn ze geplaatst in een glazen stolp op een voetstuk en worden ze getoond vanuit een vooraanzicht in plaats van de foetushouding zoals bij de zwangerschapscollectie. Dit gecombineerd met het ontbreken van informatiebordjes over de aangeboren of erfelijke afwijkingen geeft de ruimte een bedrukte en negatieve sfeer die moeilijk van je af te schudden is.
Bij de eigenlijke ingang van de teratologiecollectie staat gelukkig wel een korte uitleg met daaronder een waarschuwing. Bovendien wijst het museum ook op een controverse rondom de collectie. Destijds, de collectie is verzameld tussen 1950 en 1980, is er namelijk geen toestemming gevraagd aan de ouders om deze foetussen voor ‘educatie- of andere wetenschappelijke doeleinden’ te bewaren en tentoon te stellen. Het museum stelt de bezoekers terecht de vraag: ‘Is het goed dat wij deze kinderen tentoonstellen?’ De meerderheid van de bezoekers, die kunnen antwoorden via briefjes, en de curatoren vinden dat je het in de tijdgeest moet plaatsen. Zo is het doel van de collectie voor de curatoren om mensen over deze erfelijke en aangeboren afwijkingen te leren. Toch blijf je tijdens en na het bezoek met een knagend gevoel rondlopen. Want hoe zijn wij, die deze collectie desondanks bezoeken, beter dan degenen die toentertijd geen toestemming hebben gevraagd?
Als het doel van het museum is om mensen meer te leren over aangeboren afwijkingen, zodat bezoekers meer begrip krijgen voor de kindjes die met zulke afwijkingen worden geboren, waarom plaatst het dan geen informatiebordjes? Het museum faalt deze educatieve idealen te behalen, door niet overal duidelijk aan te geven wat de desbetreffende afwijking is, hoe het ontstaat en wat de gevolgen zijn voor de kinderen die daarmee worden geboren. Er staat in de uitleg wel een verwijzing naar meer informatie die bezoekers kunnen vinden op een muur in het teratologiegedeelte, maar deze was niet duidelijk te vinden. Hierdoor leek dit deel van de tentoonstelling meer voyeuristische doeleinden te hebben, die een oncomfortabele sfeer creëren.
Waardevolle collecties
Het pathologie- en anatomiegedeelte van het museum heeft een duidelijk doel: educatie. Beide delen van het museum hebben een andere sfeer en soort ruimte, maar dit maakt het bezoek juist dynamisch en interessant. De zwangerschapscollectie is een absoluut hoogtepunt die niet alleen een aanrader is voor verlos- en geneeskundestudenten, maar ook menig ander zal verwonderen. De teratologiecollectie slaat echter de plank helemaal mis wat betreft het educatieve aspect. De ongepaste manier waarop het museum dit onderwerp is aangevlogen geeft het tegenovergestelde effect van wat de museumhouders wilden bereiken: ongemak in plaats van begrip. Indruk maken zal het zeker, maar ten koste van wat?