Afgelopen weekend vond het literaire festival De Nieuwe Oost: Wintertuin plaats in poppodium Doornroosje in Nijmegen. ANS nam een kleine greep uit het programma en zag wat het festival te bieden had.
Tekst: Julia Meilink
Foto’s: Annelies Annevelink
Dit jaar nam het literaire festival ‘Gastvrijheid’ als zijn thema, waarbij het zich – volgens het programmaboekje – afvraagt welke verhalen zoal verwelkomend zijn en ‘welke stemmen aandacht aan je geven’. Lekker zweverig dus, zoals je van een literair festival kunt verwachten.
Ilja Leonard Pfeijffer
Bij binnenkomst in Doornroosje lijkt het een goed idee om te beginnen met wat voordrachten van de Kunstbende. Schijn bedriegt echter: in het café waar een vorm van vermaak zou moeten zijn, bevindt zich niets behalve een lange rij bij de bar. Na een kwartier te wachten, is het echt tijd om de hoop op te geven en te vertrekken richting de Rode Zaal. De hoofdattractie van de avond had spetterend kunnen zijn met Ilja Leonard Pfeijffer, wereldberoemd auteur in Nederland. Tevergeefs: het interviewgesprek van dichteres Els Moors met Ilja Leonard Pfeijffer is tenenkrommend en verloopt boven alles stroef. De twee lopen traag richting de twee banken die op het podium worden geplaatst en gaan ongemakkelijk zitten. ‘Misschien moeten we een korte samenvatting van het boek geven?’ vraagt Pfeijffer. ‘Laten we dat niet doen’, kapt Moors het gelijk af. Het is illustrerend voor de loop van het interview, waarbij Moors volledig vergeet dat het interview wordt gehouden voor een publiek, en niet voor haarzelf.
De inhoud van het interview is dan ook niet erg noemenswaardig. Moors vraagt Pfeijffer om een citaat voor te lezen, en gaat er vervolgens niet verder op in. Het stellen van lastige en abstracte vragen hoeft niet per se een probleem te zijn bij een auteur als Pfeijffer maar bij de ingezette interviewtechnieken van Moors, werd het wel problematisch. Zo stelde ze vaak drie vragen achter elkaar waardoor zowel Pfeijffer als het publiek de draad kwijt raakte. Wanneer de auteur daar dan antwoord op probeerde te geven, werd deze vaak belerend onderbroken door ‘dat weet ik Ilja..’. Wat het publiek daarentegen wel of niet weet, lijkt Moors simpelweg niet veel te schelen.
Opgepoetst
Het interview tussen Moors en Pfeijffer is gelukkig maar één onderdeel van Wintertuin, en doet het in het geheel geen recht. Het festival biedt een podium aan voor zowel beginnende als gevestigde auteurs en doet dit goed. Voor de luie bezoeker die namelijk geen zin heeft om op zoek te gaan naar de ‘Kleedkamers’ waar het een en ander zou moeten plaatsvinden, is er ook de optie om gewoon in de Rode Zaal te blijven zitten en daar een aantal onbekendere performers te zien. Na een korte programma is dat ook aan de orde bij het format ‘Opgepoetst’, waarbij rappers en dichters met elkaar in samenwerking gaan. We zien Yentl van Stokkum dichten, aangevuld met de rap van Raw Roets en andersom. De twee zijn duidelijk goed op elkaar ingespeeld en worden met groot applaus beloont.
Opvallend is echter dat het thema ‘gastvrij’ nog niet echt aan bod is gekomen bij de Wintertuin, totdat daar het volgende stel opkomt. Terwijl rapper MaxiMilli een rap opvoert die weinig mensen uit het publiek zal hebben aangesproken, staat dichteres Elske van Lonkuyzen in de achtergrond te wachten op haar beurt. De populaire hiphopmuziek van de rapper zal vast ergens kwaliteit hebben, maar blijkt uitermate misplaatst in de context van het festival. Zodra Van Lonkhuyzen opkomt, verdwijnt de desoriëntatie van het publiek. Ze vertelt over de rol van vrouwen in rapmuziek en de manier waarop zij worden neergezet in de teksten. Het publiek kan zich inderdaad afvragen hoe gastvrij rapmuziek eigenlijk is voor vrouwen. Met een gezonde dosis humor en engagement begint ze voor te dragen en wordt continu ondersteund door het aanmoedigend applaus van het publiek.
Alma Mathijsen & Thomas Verbogt
Wie nóg beter op elkaar ingespeeld zijn, zijn de twee auteurs die na Opgepoetst komen: Alma Mathijsen en Thomas Verbogt gaan onder leiding van een interviewster met elkaar in gesprek. Dichteres en schrijfster Mathijsen volgde op de Gerrit Rietveldacademie lessen van schrijver Verbogt, waar de twee nog graag over praten. Het is Wintertuin op zijn best: het gesprek is niet te diepgaand, maar zeker niet oppervlakkig. De twee zijn enthousiast en weten het begrijpelijk te houden. Verbogts grappen worden aangevuld met Mathijsens commentaar en vragen. Bovendien weet Mathijsen zelf ook zonder taboes een goed verhaal te vertellen. Zo vertelt ze openlijk over haar dramatische reactie op een relatiebreuk en wat het met haar deed. Ze schreef uiteindelijk een boek waarin iemand langzaam in een hond verandert, zodat deze voor eeuwig bij de ex-vriend kan blijven, tegen hem aan kan rijden en eindeloos mag janken als hij weg is. Verbogt paait op zijn manier het publiek met grapjes tussendoor, zijn persoonlijke verbintenis aan Nijmegen en hoe het slechts een bijzonder woord kan uitmaken of hij zijn dag heeft of niet.
Al met al wist het festival goed terug te krabbelen na het teleurstellende interview van de hoofdattractie. Daar blijkt dan ook de kracht van Wintertuin: het voorzien van een podium aan minder bekende acts en het koppelen van bijzondere figuren.