Beeld: Filmbeeld
Een dramatische comedy over een groep tijdreizende superhelden die het opnemen tegen een bloeddorstige eenhoorn die Woodstock terroriseert en Vikingen die een blauwe knuffelbeer aanbidden. Legends of Tomorrow laat zich niet makkelijk in een zin samenvatten. Wie dat wel probeert, komt er al snel achter dat deze serie compleet gestoord is, maar tegelijk ook één van de beste superheldenseries van dit moment.
Om heel eerlijk te zijn begint Legends of Tomorrow, de zoveelste spin-offserie van Arrow, weinig interessant. Rip Hunter, een Brit uit de 22e eeuw met een tijdmachine, verzamelt anno 2016 een groep B- en C-personages uit de superheldenseries Arrow en The Flash om het met hen op te nemen tegen zijn aartsvijand, de onsterfelijke ‘Vandal Savage’. Wat begint als een vleesgeworden cliché ontpopt zich echter na een aflevering of tien tot een serie die daadwerkelijk goed te noemen is. Overwrongen drama maakt plaats voor verhalen die daadwerkelijk boeien en ruimte bieden voor karakterontwikkeling en een flinke dosis humor. De verhaallijnen gaan van intrigerend tot ronduit absurd, maar het werkt bijna altijd. Bovenal is het vooral een serie die zichzelf opnieuw blijft uitvinden: na een vierde seizoen dat draaide om mythologische wezens staat het team dit seizoen tegenover historische slechteriken die zijn teruggekomen uit de hel.
Buitenbeentjes
‘Superhelden’ is overigens een groot woord voor de buitenbeentjes waar de serie over gaat. De hoofdpersonen zijn namelijk heel doorsnee, met een team dat onder meer bestaat uit historicus Nate, mechanicus Jax en nanowetenschapper Ray. Superkrachten hebben sommige van hen wel, bijvoorbeeld een huid die in staal kan veranderen of van gedaante te veranderen. Omdat de serie stiekem te weinig budget heeft voor special effects is daar echter meestal weinig van te merken. Bovendien gaan missies vaker fout dan goed en creëren ze meestal alleen maar grotere puinhopen. ‘Sometimes we screw history up for the better’, aldus een van de personages. Iets zo verkeerd doen dat het uiteindelijk goed uitpakt, is immers ook een kunst.
We volgen een stel losers die niet alleen superhelden zijn, maar vooral hele normale mensen.
Zijn de personages zo gewoontjes dat het makkelijk wordt om je als kijker in te leven in de bizarre situaties die voorbijkomen? Daar is de serie misschien een tikkeltje té absurd voor, met scenario’s als de ontvoering van een jonge Barack Obama door een telepathische megagorilla of een jacht op de minotaurus met hulp van schrijver Ernest Hemingway. Toch krijgt de serie een onverwachte menselijkheid, juist omdat we een stel losers volgen die niet alleen superhelden zijn, maar vooral hele normale mensen.
Spiegelpaleis
Het is bijna onvoorstelbaar dat Legends of Tomorrow is voortgekomen uit Arrow, een serie die acht jaar geleden begon als televisieantwoord op The Dark Knight: duister, gewelddadig en vooral zo serieus mogelijk. Beide series zijn in de loop der tijd veel veranderd en het is fascinerend om te zien hoe personages die in een andere serie nauwelijks tot hun recht kwamen op waanzinnige manieren nieuw leven worden ingeblazen. Het laat zien hoeveel potentie er schuilt in de mogelijkheid om verhalen te vertellen die voorbij de traditionele grenzen van het televisiemedium gaan. De makers van deze series zijn niet meer gebonden aan één verhaallijn met een vast aantal afleveringen per seizoen, maar kunnen over meerdere seizoenen van verschillende series spelen met personages.
De terechte vraag is natuurlijk wel of deze serie ook maar enigszins de moeite waard is voor wie Arrow en The Flash niet heeft gezien. In dat opzicht vertegenwoordigt de serie tot op zekere hoogte alles wat er mis is met de hedendaagse entertainmentcultuur van spin-offs en superhelden. Desondanks werkt het wel en wie de verschillende series naast elkaar zet, ziet waarom er toch best iets voor deze tendens te zeggen valt. Het zijn niet de persiflages op of zelfs de grapjes over de andere series die Legends of Tomorrow zo goed maken, maar juist de creativiteit en de eigengereidheid van de serie. Op dezelfde manier dat uiteenlopende films als Deadpool, Logan en Joker elk een eigen draai geven aan uitgemolken entertainment, doet deze serie dat in zekere zin ook. In het spiegelpaleis van zelfreferentie dat de populaire cultuur in de 21e eeuw typeert, is Legends of Tomorrow de lachspiegel die kijkers blijft verrassen door telkens een eigen draai te geven aan welbekende formules.
Arrow mag vorige maand na acht seizoenen ten einde zijn gekomen, maar fans kunnen gelukkig nog even teren op Legends of Tomorrow. Het is een superheldenserie zó bizar dat het moeilijk is er niet van te houden.