Musicals zijn niet voor iedereen weggelegd. Veel mensen snappen niet waarom er midden in een gesprek opeens wordt gezongen of mensen synchroon beginnen te dansen. In Tom Hooper’s Les Misérables wordt één van die problemen al meteen opgelost; er wordt in de hele verfilming alleen gedanst op een bruiloft en technisch gezien wordt er niet midden in een gesprek opeens gezongen; in de hele musical zit al met al misschien twee minuten aan gesproken dialoog, dus onderbreken is lastig.
Tekst: Mae Boevink
De baksteen
Les Misérables is allereerst een boek van Victor Hugo uit 1862. Het volgt de levens van verschillende personages in Frankrijk tussen 1815 en 1832. Alle levens raken elkaar, direct of indirect, door de hoofdpersoon Jean Valjean (Hugh Jackman). De ex-gevangene kiest ervoor om niet langer als dusdanig door het leven gaat en vlucht van een leven zonder hoop of toekomst. Hij wordt op de hielen gezeten door politie-agent Javert (Russell Crowe) die deze ene ontsnapte gevangene maar niet los kan laten. Hun paden kruisen elkaar meermaals, met als laatste punt de revolutie in Parijs. Op weg naar Parijs is Valjean nog een tijd burgemeester van een dorp, waar hij uiteindelijk verantwoordelijk blijkt voor de dood van Fantine (Anne Hathaway) en besluit op zoek te gaan naar haar dochter Cosette (Amanda Seyfried). Zij wordt verliefd, in Parijs, op Marius (Eddie Redmayne) die in de revolutie vecht. Het is te midden van deze revolutie dat Javert en Valjean elkaar voor het laatst treffen. Liefkozend wordt het werk van Hugo “de baksteen” genoemd vanwege het formaat en het is dan ook niet verwonderlijk dat de musical met de gelijknamige titel live ruim drie uur duurt. Hooper koos ervoor om de verfilming in te korten, hoewel er nog ruim twee uur aan materiaal overblijft.
Hoge pieken, diepe dalen
De cast van Les Misérables zit vol grote namen, waarvan een enkeling geen onbekende is in de musicalwereld. Zo kreeg Jackman een Tony (de Oscar van de musicals en theater) voor zijn rol in The Boy From Oz, speelde Amanda Seyfried, als Cosette, eerder in de verfilming van Mamma Mia! en speelt Samantha Barks in Hooper’s versie Éponine, een rol die ze al eerder in de West End versie van de musical vertolkte. Ann Hathaway won voor haar vertolking van Fantine zelfs een Oscar. Op hun prestatie valt weinig aan te merken, maar dat valt niet voor iedereen te zeggen. Hoewel Crowe veel inzet toont, voelt het toch vaak geforceerd wanneer hij probeert om de innerlijke strijd die in Javert woedt over te brengen in zijn zang. Eerlijk is eerlijk, Crowe had gewoon niet gecast moeten worden voor de rol. Het is een fout van de casting-directors die waarschijnlijk liever voor een grote naam gingen dan voor een al dan niet gerenommeerd musical-artiest. Sacha Baron Cohen is op zijn plek als komische noot in zijn rol als Thénadier, maar moet het vooral hebben van zijn mimiek en komische timing, zeker niet van zijn zangkwaliteiten.
Het is lastig om Hooper’s versie helemaal los te zien van de musical die elke avond ten gehore wordt gebracht in steden als Londen en Dubai. Op de planken is er nou eenmaal minder mogelijk dan op film, om nog niet eens te spreken van het feit dat het op het toneel maar één keer gedaan kan worden. Er is geen mogelijkheid om je scène op nieuw te doen als je een noot niet goed zingt. Dit is een vaak gehoord argument, maar daarom niet minder relevant. Les Misérables mist in de verfilming toch het gevoel wat je krijgt wanneer je in het theater zit. Het gevoel aanwezig te zijn bij iets heel bijzonders, iets wat elke avond nét even anders is. Hooper’s versie is zeker speciaal omdat het lastig blijft om iets immens als Les Misérables te verfilmen, maar het mist uiteindelijk het unieke element van improvisatie en dingen die fout kunnen gaan.
Hooper probeert duidelijk een breder publiek aan te spreken met deze verfilming. Het blijft lastig om mensen enthousiast te maken voor films waarin gezongen wordt, en musicalverfilmingen zijn een kunst op zich. Hooper weet de strijd tussen de opstandelingen en het Franse leger fantastisch in beeld te brengen, maar het voelt allemaal niet iets te mooi. De film mist het rauwe randje; hoewel de pijn van Marius bijna tastbaar is door de close-ups wanneer hij zingt over het overlijden van zijn vrienden, is de belichting net te artificieel, de omgeving net niet groezelig genoeg en de ruimte niet zo beklemmend als wanneer je in het theater zit. Op een revolutie binnen het musicalgenre van de film zullen we dus nog even moeten wachten, maar tot die tijd is Les Misérables een prima zoethoudertje.