Eens in de zoveel tijd wordt er een tv-serie gecreëerd die je eigen fantasiewereld overhoop schiet en er een meer superieure voor in de plaats gooit. Laat het in het geval van Westworld een verslavend vermakelijk, western-science-fictiondrama annex filosofische vertelling vol cinematische, muzikale en acterende schoonheid zijn. We mogen makers Jonathan Nolan (broertje van Christopher) en zijn vrouw Lisa Joy bedanken voor een 10-delig HBO-kunstwerkje dat Game of Thrones een GTST-achtig soapje laat lijken.
Guest in Wonderland
Stel je voor: je loopt in een stereotype dorpje in het Wilde Westen van Amerika, omgeven door figuren die zo uit The Good, the Bad and the Ugly zouden kunnen zijn geplukt. De sheriff spreekt je aan en vraagt je om op zoek te gaan naar een bandiet, je wordt verleid een hoer die uitdagend de klapdeurtjes van de saloon opendoet, en een cowboy probeert je een duel in te trekken. Echter, alles is hier nep. Welkom in een futuristisch theme park gevuld met levensechte robots – hosts – die een voorgeprogrammeerd levensverhaal hebben en waarin jij – een rijke guest – lekker aan mag meedoen. Wat zal je hier eens gaan uithalen? Misschien de sheriff vermoorden of seks hebben met alle hoeren. De guests kunnen je toch niet vermoorden. Misschien ga je wel alles doen wat God verboden heeft. Want in deze wereld kan en mag alles; welcome to Westworld.
De serie is geïnspireerd op de vrij simplistische film Westworld (1973), waarin de robot uiteindelijk alleen maar doordraait tegen een paar guests. Dit maal volgt de kijker de aangrijpende belevenissen van de verschillende, stuk voor stuk intrigerende personages van guests, hosts en makers. De belangrijkste drie zijn Dolores Abernathy (Evan Rachel Wood), Robert Ford (Anthony Hopkins), en de Man in Black (Ed Harris). De als in Alice in Wonderland blauw gejurkte Dolores is een jonge, knappe vrouw die de gasten moet vermaken als ideale dochter met een zoetsappig liefdesleven. Al snel wordt duidelijk dat er iets aan de hand is met haar. Robert Ford (Anthony Hopkins) krijgt hiervan de schuld. Hij is de oorspronkelijke stichter van het park, die voor zichzelf aan een mysterieus nieuw narrative – een groot verhaal waarbij meerdere hosts betrokken zijn – voor het park werkt. Ondertussen vermoordt en verkracht de sadistische Man in Black host na host met een glimlach op zijn gezicht; het is mysterieus wat zijn rol in het plot precies is. Waar dit soms Tarantinoesque gewelddadige avontuur toe leidt, schijnt wellicht door in het volgende, door verschillende personages aangehaalde citaat uit Romeo en Julia: ‘These violent delights have violent ends.’
‘Just don’t forget, they’re not real.’ Toch?
Los van het fantastische idee achter Westworld (Nolan en Joy hebben zich laten inspireren door games als Red Dead Redemption en Grand Theft Auto) en alle geweld, intrige en mysterie die de kijker voorgeschoteld krijgt, heeft de serie een filosofische inslag. Is het wel oké om de saloon binnen te komen lopen en al schaterlachend iedereen af te slachten, ook al zijn het ‘maar robots’? Het zal niemand verbazen dat co-maker Lisa Joy in een recent interview haar liefde uitte voor levenloze objecten: ‘As a girl, I couldn’t even eat Gummi Bears. They’re cute. They’re also delicious.’
Naast deze ethische vraag doemt in de serie telkens de nog grotere vraag op of de robots wel écht echt zijn: ‘Just forget, they’re not real’, verklaart het brein achter het park aan een medewerker. De makers van de serie gaan uit van het idee van de ‘bicamerale geest’ van Amerikaans psycholoog Julian Jaynes. Volgens hem bevinden er zich twee gescheiden ‘geesten’ in ons: eentje die instructies geeft en eentje die de commando’s opvolgt. Wanneer de muur tussen deze twee geesten wordt afgebroken door ‘nieuwe stimuli’, komt bewustzijn tot stand. Of dat ook met hosts kan en zal gebeuren, is een groot deel van de spanning die je als kijker hebt.
Schoon, in dit geval zonder schijn
Westworld ziet er niet alleen – zoals te verwachten bij een dure HBO-serie – cinematografisch fantastisch uit (Django Unchained werd op dezelfde set opgenomen). Met name de passende muziek van componist Ramin Djawadi verdient namelijk een pluim. Opvallend aan de nummers is dat ze voornamelijk pianocovers zijn van moderne klanken, zoals de klassiekers ‘No Surprises’ van Radiohead en ‘A Forest’ van The Cure. En dat klinkt goed op zo’n Western-piano; alhoewel zulke anachronistische elementen natuurlijk wel wat vreemd zijn. Djawadi zei er heel passend en terecht het volgende over: ‘It’s a Western theme park, and yet it has robots in it, so why not have modern songs? [T]hat’s a metaphor in itself, wrapped up in the overall theme of the show.’
Dan moet de misschien wel sterkste kant van de serie nog worden benoemd: het acteerwerk. Dolores wordt met name als geloofwaardige androïde neergezet, terwijl je ook nog volop met haar – in eerste instantie tweedimensionale personage – kunt meeleven. De hoofdprijs voor beste acteur moet echter worden gegeven aan Anthony Hopkins. Hij portretteert met zijn rol van Ford een schimmig genie van wie je maar niet zeker kan worden of het een goedzak of slechterik is, of wellicht iets ertussenin. Elke scène met Hopkins ademt ervaring en klasse. Het werkt dan ook redelijk hypnotiserend als Ford weer eens al Shakespeare citerend (de acteur doet dit overigens in het echt ook) en met een pokerface zijn ambigue analyses uit.
Gewoon kijken dus
Westworld roept meer vragen op dan hier zouden kunnen en moeten worden beantwoord. De enige manier om van deze 10 Breaking Bad-evenarende cinematische kunstwerkjes te genieten, is natuurlijk door ze gewoon te gaan kijken. Seizoen twee is gelukkig reeds in de maak. En om de Man in Black te citeren: ‘This whole world is a story. I’ve read every page except the last one. I need to find out how it ends. I want to know what this all means.’