Ontroerd raken door een broodje kroket? Het kan je zomaar overkomen wanneer je PAAZ van Myrthe van der Meer leest. Het verhaal draait om Emma Nieuwenhuis, die op een psychiatrische afdeling wordt opgenomen.
Als de 26-jarige Emma met burn-outklachten naar de huisarts gaat, ontfutselt hij haar een vrij gedetailleerd zelfmoordplan. Daarom wordt ze opgenomen op de paaz: de “Psychiatrische Afdeling van een Algemeen Ziekenhuis”. Van der Meer verbleef hier zelf vijf maanden en verwerkte haar ervaringen in deze roman. Emma begrijpt haar opname niet goed: iedereen wil diep van binnen toch dood? Zij kan zich namelijk niet herinneren dat ze ooit iets anders verlangd heeft. Het is confronterend om hierover te lezen, maar Van der Meer weet het in kleine, subtiele zinnetjes mooi te beschrijven:
‘Een grijze, Marokkaanse man knijpt me bemoedigend in de schouder. ‘Zo’n mooi meisje, zoveel tranen. Kop op. Morgen is weer een dag.’ Dat was nou juist het probleem.’
Leven op de paaz
Het boek gaat – enkele hoofdstukken uitgezonderd – niet over grootse en meeslepende gebeurtenissen. De lezer krijgt door Emma’s ogen een kijkje in het dagelijkse leven op de paaz, waar naast eindeloze therapiesessies en het slikken van enorme hoeveelheden pillen vooral ook puzzelen en lunchen met smeerkaas centraal staat. Tegelijkertijd toont Emma in de roman ook hoe het is om te leven met een zware depressie, dat beeldend wordt omschreven als “een kaasrasp over de ziel”. In het boek lezen we over haar zoektocht naar de juiste diagnose en de juiste medicatie. Emma is echter vooral op zoek naar de juiste manier om het leven op eigen kracht weer aan te kunnen.
Luchtige ellende
Toegegeven: een roman over een jonge, depressieve vrouw met een doodswens op een afdeling vol andere patiënten met psychische problemen klinkt niet als een ontspannen verhaaltje voor het slapengaan. Het onderwerp is beladen, maar door de grote hoeveelheid humor waarmee het boek geschreven is, blijft het verrassend licht. Dit komt door Emma’s hilarische manier van situaties observeren, waardoor één van de meest komische hoofdstukken uit het boek zelfs gaat over de zelfmoordpoging van een medepatiënt: een gebeurtenis die zich niet makkelijk leent voor een humoristische beschrijving. Ondanks dat PAAZ dus ontzettend grappig is, wordt de ernst van een depressie of zelfmoord echter nooit als een grap afgedaan. Er zijn genoeg momenten waarop het boek ook echt aangrijpend is, voornamelijk wanneer we meer te horen krijgen over de – tragische, maar vaak begrijpelijke – redenen waardoor Emma en haar medepatiënten op de paaz belandt zijn.
De grootste verdienste is misschien wel dat het boek laat zien dat psychiatrisch patiënten niet gek of eng, maar ook gewoon mensen zijn. Emma is een lieve, grappige, ambitieuze vrouw die je zo als vriendin zou willen adopteren. Het is onder het lezen pijnlijk om te merken dat ze dat zelf niet inziet.
Fijne schrijfstijl
Het boek is heel leesbaar geschreven: het taalgebruik is niet te ingewikkeld en er wordt geen gebruik gemaakt van psychiatrische vaktaal zonder uit te leggen wat het betekent. Dit, in combinatie met de grote hoeveelheid humor in het boek, zorgt ervoor dat PAAZ zich aangenaam weg leest. Zo lekker zelfs, dat het erg lastig wordt om het boek aan de kant te leggen. Dat heeft deels te maken met de korte lengte van de hoofdstukken. Het is daardoor verleidelijk om telkens nog eentje extra te lezen. Ook is de afwisseling tussen komische en minder vrolijke hoofdstukken prettig. Na een ontroerend of treurig hoofdstuk komt er altijd wel weer een hoofdstuk dat aan het lachen maakt. Als lezer wil je daarnaast ook gewoon graag weten hoe het met Emma – en enkele van haar medepatiënten – verder gaat. Gaat ze het redden? Is ze ooit weer in staat haar leven op te pakken?
Samengevat heeft Myrthe van der Meer in PAAZ op een bewonderenswaardige wijze haar eigen depressie en opname verweven tot een prachtig verhaal. Het boek geeft een interessant inkijkje in de wereld van de paaz: een plek die voor de meeste mensen onbekend is, maar absoluut de moeite waard is om meer over te weten. Ook rekent het knap af met het stereotiepe beeld van psychiatrisch patiënten. De hilarische lichtheid waarmee dit zware onderwerp beschreven is en een aangename en makkelijk leesbare schrijfstijl, maakt het boek absoluut de moeite waard om te lezen!