Home CultuurANS leest ANS leest: Paul Bloom, Against Empathy: The Case for Rational Compassion (2016)

ANS leest: Paul Bloom, Against Empathy: The Case for Rational Compassion (2016)

door Redactie

Tegen empathie? Het staat er echt. Het is maar goed dat de ondertitel al hint naar ‘rationele compassie’ als alternatief, anders zou het bijna klinken als een pleidooi voor onvriendelijkheid. Na het uitbrengen van minder controversiële boeken over bijvoorbeeld baby’s en taal, besloot de Canadees-Amerikaanse psycholoog Paul Bloom zijn ietwat omstreden maar uitgebreid onderbouwde betoog tegen empathie in 2016 vast te leggen in Against Empathy. Bij de verspreiding van zijn visie stuit hij op veel weerstand van zowel collega-psychologen als leken, die empathie juist vaak heel belangrijk vinden. Empathie wordt erg opgehemeld in de maatschappij merkt Bloom op, en hij vindt dat daar verandering in moet komen. Gaat Against Empathy daarvoor zorgen?

Tekst: Danique Janssen

Moraliteit zonder empathie
Bloom begint met definiëren wat empathie volgens hem is: je verplaatsen in andermans schoenen en voelen wat hij of zij voelt. Dit kan leiden tot allerlei deugden als behulpzaamheid en vriendelijkheid, maar volgens Bloom leidt empathie vooral tot irrationele keuzes. Mensen komen bijvoorbeeld graag direct in actie wanneer er dicht bij huis iets ergs gebeurt, in zijn voorbeeld een schietpartij op school. Aan de andere kant sluiten mensen vaak juist hun ogen voor grootschalige tragedies die verder van huis zijn, bijvoorbeeld massale hongersnoden in Afrika. Rationeel gezien zou het verstandiger zijn om je in te zetten voor de hongersnood dan voor de schietpartij, gezien het grote verschil in aantal doden. Volgens Bloom gebeurt dit echter niet omdat het veel makkelijker is om empathie te voelen voor mensen die zowel geografisch als emotioneel dichter bij je staan.

De schrijver laat zien dat zijn idee over empathie toepasbaar is op allerlei vlakken in het leven. Zo heeft hij hoofdstukken gewijd aan onder andere politiek en moraliteit, maar hij maakt het ook een minder-ver-van-je-bed-show door bijvoorbeeld te schrijven over empathie en intimiteit. Een cruciale lijn die het boek aanhoudt, is nuance. Hoewel de titel dit niet impliceert, benadrukt Bloom namelijk dat empathie ook waardevol kan zijn. Zo geeft hij toe dat empathie moreel gedrag kan motiveren. Wel pleit hij ervoor dat empathie sterk wordt overgewaardeerd door veel mensen en dat we het niet nodig hebben om effectief te handelen. Wat we daarentegen wel nodig hebben, zijn bijvoorbeeld rationele compassie en objectiviteit.

Niet empathisch, wel sympathiek
Op het eerste gezicht lijkt een samenleving zonder empathie misschien een verontrustend idee. Gelukkig begeleidt Bloom de lezer op luchtige manier door zijn gedachtegang. Het boek is duidelijk vanuit een psychologische invalshoek geschreven. Het zijn vooral andere psychologen en hun theorieën die Bloom aanhaalt ter ondersteuning van zijn punt. Geen psychologische theorie is uiteraard compleet zonder Sigmund Freud, dus zelfs hij passeert nog even de revue. Toch is het boek door de informele schrijfstijl ook heel begrijpelijk voor mensen die zich normaal niet zo fanatiek bezighouden met menselijk gedrag. Bloom mag dan wel een afkeer tegen empathie hebben, uit zijn toegankelijke en informele schrijfstijl blijkt wel een sympathieke persoonlijkheid. Dit heeft voor de lezer ook weer iets geruststellends: ook zonder empathie is het nog mogelijk om een vriendelijk persoon te zijn.

Moeilijk weerlegbaar
Op het eerste gezicht kan Blooms mening behoorlijk tegen-intuïtief aanvoelen. De psycholoog is echter overal op voorbereid en ontkracht al in het eerste hoofdstuk zo’n beetje alle tegenargumenten die hij gehoord heeft. Een voorbeeld hiervan is het veelgehoorde ‘More empathic people are kinder and more caring and more moral. This proves that empathy is a force for good.’, waarop hij opmerkt dat uit wetenschappelijk onderzoek slechts een zwakke relatie tussen empathie en morele goedheid is gebleken. Ook in de rest van het boek lijken er weinig haken en ogen aan zijn verhaal te zitten, dat niet slechts een mening blijft maar uitgebreid wetenschappelijk onderbouwd wordt.

Naast dat Bloom dus erg goed zijn weg weet te vinden in wetenschappelijke databases, heeft hij zijn redenatievermogen ook mee. Het boek bevat veel nuanceringen van wat empathie betekent en wat niet, en in welke gevallen het wel of niet goed zou zijn. In situaties dat empathie volgens Bloom niet optimaal is, legt hij uit wat dan wel een effectieve strategie zou zijn. Hierdoor wordt het bijna moeilijk om het niet met hem eens te zijn.

Als er één naslagwerk is dat de potentie heeft om voor een anti-empathische revolutie te zorgen, dan is Against Empathy zeker een goede kandidaat. Door de overtuigende en goed onderbouwde argumenten wordt het heel aannemelijk, zowat vanzelfsprekend, dat empathie soms meer kwaad brengt dan goed. Blooms boek is toegankelijk geschreven en of je het nu met hem eens bent of niet, het boek biedt genoeg stof tot nadenken. De schrijver weet verdacht goed in te schatten hoe hij de lezer het beste zijn punt duidelijk kan maken. Het heeft bijna iets weg van empathie.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen