Home CultuurANS leest ANS Leest: Sampler 2019, Das Mag ★★★

ANS Leest: Sampler 2019, Das Mag ★★★

door Redactie

Das Mag presenteert in de Sampler van 2019 vier korte verhalen van jong talent dat, volgens de uitgeverij zelf, ‘niet kleurt (…) binnen de lijntjes van De Debuutroman, waarin weinig mag en veel moet.’ Die claim is wellicht nog een beetje overtrokken, maar de bundel geeft zonder twijfel blijk van creativiteit en ambitie.

Tekst: Redactie

Das Mag ging van literair tijdschrift (toen nog onder de naam Das Magazin) naar uitgeverij, maar pakt met onder andere de sampler een deel van haar podiumfunctie opnieuw op. Das Mag noemt het een ’talentontwikkelingstraject’ en een eventuele opstap tot een debuutroman. In de sampler van 2018 was ruimte voor acht auteurs, in die van 2019 nog maar voor vier.

Vier verhalen
De bundel opent met een verhaal van Yelena Schmitz (1996), ‘Voicemail’, waarin een obsessieve stalker een familie steeds verder ontwricht. Het verhaal begint als een intrigerend verhaal met een beklemmende sfeer, maar voelt tegen het einde soms teveel als een thriller waarvan de aanwijzingen op een presenteerblaadje worden gelegd. De korte hoofdstukjes die elkaar in rap tempo opvolgen dragen enerzijds bij aan de benauwende sfeer, maar storen soms ook bij het lezen.

Het verhaal ‘Wat doen we met Ovidius?’ van Nicole Kaandorp (1997) is qua opbouw iets traditioneler. Na een verbroken relatie moeten gemeenschappelijke eigendommen verdeeld worden. In het geval van de hoofdpersoon en haar ex-vriendin is dit een goudvis, Ovidius. Ondanks protesten van de ex in kwestie blijft de vis groeien en groeien, totdat Ovidius uiteindelijk – ook zonder wederzijdse toestemming –  wordt losgelaten in de Utrechtse grachten. Een realistisch verhaal met herkenbare thema’s en gevoelens, dat vanaf de pakkende eerste zin (‘In een woonkamer zonder kussens op de bank kijken mijn vis en ik elkaar aan.’) in een fijn tempo doorleest, zonder daarmee afbreuk te doen aan de inhoud.

Het derde verhaal, ‘Zand kauwen’ van Marie Borremans (1994), gaat tevens over een verbroken relatie. Het bouwt iets trager op en pas tegen het einde vallen de puzzelstukjes in elkaar. Dit komt met name door de vorm: het verhaal bestaat uit twee delen, geschreven vanuit twee perspectieven, en is verticaal ingedrukt. In de kantlijn staan WhatsApp-berichten die gelijklopen met de chronologie van het hoofdverhaal. Met name de toevoeging van het tweede deel, en daarmee een tweede perspectief, maken het verhaal meer dan slechts verhaal over liefdesverdriet en verwerking.

De bundel eindigt met ‘Plekken om naartoe te gaan’ van Maureen Ghazal (1995), waarin een jongen op zoek gaat naar zijn Palestijnse herkomst. Na een aantal pagina’s stelt Ghazal de vraag waar het hele verhaal om draait: ‘Kun je zeggen dat je ergens vandaan komt als je er pas voor de eerste keer bent?’ Naast die filosofische vraag krijgt het verhaal door de toegevoegde tekeningen ook een multimediaal aspect.

Hetzelfde en meer
Vanzelfsprekend zijn de verhalen niet perfect, maar het heeft geen zin om een bundeling korte verhalen van auteurs van 25 of jonger te lezen met die verwachting. De verhalen zijn op sommige momenten gebaat met iets meer tempo, meer afwisseling tussen dialoog en lopende tekst, of met meer show in plaats van het makkelijkere tell. Toch geven ze alle vier blijk van eigenheid en ambitie. Die twee eigenschappen maken veel goed en geven hoop voor een debuutroman die hetzelfde en meer doet als de verhalen in de sampler. 

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen