De Amerikaanse formatie Audioslave bracht in 2002 hun debuutalbum “Audioslave” uit. Met ex-Sound Garden-vocalist Chris Cornell aan het roer kwam de band met een energiek album, waarin de roots van Rage Against The Machine en Sound Garden duidelijk te horen zijn. Desondanks heeft de band een geheel eigen sound, waardoor het rock-genre een nieuwe superformatie zag opstaan. Na drie albums hield de band het in 2007 voor gezien, niettemin produceerden zij een met “Audioslave” een top album.
Fusie
In 2000 besloot Rage Against The Machine vocalist Zach de la Rocha uit de band te stappen, waarmee de resterende leden op zoek gingen naar een nieuwe zanger. In 2002 werd ex-Sound Garden zanger Chris Cornell aangetrokken. De combinatie van de ritmische metal-rap van Rage Against The Machine en de Grunge-roots van Sound Garden bleek een schot in de roos. De band ging aan de slag met producer Rick Ruben (bekend van AC/DC, Metallica, Adele en Ed Sheeran) en het debuutalbum “Audioslave” behaalde binnen een maand de status van Gouden Plaat.
Helikopter-proof
Het album opent met een apart helikopter-achtig geratel. In feite is het gitarist Tommy Morello die een van zijn vele effecten gebruikt om de luisteraar wakker te schudden. Met strakke drums en pakkende riffjes wordt het nummer Cochise ingezet. Zodra Cornell voor de eerste maal zijn mond open doet, glijdt hij perfect tussen het ruige spektakel in. Hij beschikt daarnaast over een ongelooflijk sterke kopstem, wat het nummer compleet maakt. Over het gehele album blijft opvallen hoe goed de vocale kunsten van Cornell zijn. Zo klinkt zijn stem in de ballad Like A Stone, zacht en zalvend. Een mooi contrast met de felle, rauwe zang in Set it Off.
Religieuze aanklacht
Hoewel de maatschappijkritische teksten van Rage Against The Machine hebben plaatsgemaakt voor de ietwat cryptische nukken van Chris Cornell, zijn ze zeker niet minder sterk. Zo zingt hij in Shadow of the Sun: “I can tell you why People go insane. I can show you how You could do the same.” De tekst wijst duidelijk op een psychedelische insteek van Audioslave.
Het cryptische karakter van de teksten komt ook terug in ander nummers, op creatieve wijze. Met bijna religieuze ‘aanklachten’ spuwt zanger Cornell zijn frustratie uit in Light My Way; “On my knees I pray to you. Help me find the dawn of the dying day. Won’t you light my way”. Duidelijk is het onbegrip en de verlorenheid die doorklinkt in het nummer. De band doet hetzelfde in Show Me How To Live: “Nail in my hand from my creator. You gave me life now show me how to live”. Onder andere de onnavolgbare gitaarsolo’s van Tommy Morello zorgen tijdens het luisteren van dit album, ironisch genoeg, voor een semi-religieuze ervaring.
Frustratie en onbegrip zijn dus een centraal thema op dit album. Niet alleen in de vorm van een religieuze ‘aanklacht’, want in het scheurende What You Are vervloekt Cornell een ex-partner. Het “Now I’m free from what you are” zegt meer dan genoeg over zijn verstandhouding met zijn ex. Ongetwijfeld zeer herkenbaar voor velen.
De voortzetting van een dynastie
Met het wegvallen van Rage Against The Machine kwam er een einde aan een waar metal/rock-tijdperk. De band beïnvloedde vele andere artiesten, van Limp Bizkit tot Slipknot. Niettemin zijn de heren van Audioslave geen kopieën van het harde beukwerk van “Rage Against” of de typische grunge nummers van Sound Garden. De melodieën op hun debuutalbum “Audioslave” zijn pakkend en elk nummer staat als een huis. Blikvangers zijn toch telkens weer de typerende, rauwe stem van Cornell en het onorthodoxe gitaarwerk van Morello. Hoewel de invloed van Rage Against The Machine duidelijk merkbaar blijft bij hedendaagse metal- en rock bands, is Audioslave een meer dan waardige opvolger, die in een adem mag worden genoemd met grootheden als Alice in Chains en Pearl Jam.