Closer was het tweede album van de Britse band Joy Division en helaas gelijk ook het laatste. De klanken ervan klinken zoals de ziel van zanger Ian Curtis er op het bittere einde uit moet hebben gezien: donker, diepzinnig en vooral erg droefgeestig. Niet dat de muziek daardoor minder mooi is, integendeel.
Droevige schoonheid
In 1979 zag het leven er nog rooskleurig uit voor de bandleden van Joy Division. Na een aantal jaren te hebben aangekloot met kleine optredens in smoezelige cafés hadden ze eindelijk een echt album uit weten te brengen, Unknown Pleasures, dat een daverend succes werd. Als je goed luistert, hoor je op deze plaat de erfenis van disco, The Doors en een hint van hoop. In Closer hebben de rockers dit iets optimistischere verleden achter zich gelaten. Door hun trage tempo en de melancholische klanken van de gitaren en synthesizers, klinken de nummers stuk voor stuk als trance-achtige en tegelijkertijd ronduit prachtige necrologieën voor de op 23-jarige leeftijd overleden zanger.
Zijn de lyrics net zo treurig? Gitarist Bernard Sumner zei ooit het volgende over de studio-opnames: ‘We’d go to rehearsals and sit around an talk about really banal things. We’d do that until we couldn’t talk about banal things anymore, then we’d pick up our instruments and record into a little cassette player. We didn’t talk about the music or the lyrics very much. We never analysed it.’ Dat de bandleden van Joy Division nooit diep nadachten over hun teksten, maakt deze echter niet lichtzinnig of betekenisloos. De nummers heten niet voor niets ‘Isolation’ en ‘The Eternal’. In het onderbewuste van de bandleden kwamen tijdens de jam-sessies de meest weggestopte, donkere gevoelens naar boven. Het resultaat is goed merkbaar in een deprimerend en ook levensbespiegelend nummer als ‘Heart and Soul’:
Existence well what does it matter?
I exist on the best terms I can.
The past is now part of my future,
The present is well out of hand.
Te moe om boos te zijn
Met zulke sombere teksten en tonen werd Closer een onheilspellend album dat griezelig goed het lot van Ian Curtis voorspelde. Van jongs af aan was de zanger al een neerslachtig persoon, die zich het liefst met een sigaret terugtrok op zijn kamer om in zijn eentje gedichten te schrijven. Op latere leeftijd kreeg hij ook nog eens epilepsie, een aandoening waar hij weinig raad mee wist en nauwelijks hulp voor zocht. Op de vooravond van de eerste Noord-Amerikaanse tour van de band hing Curtis zich uiteindelijk thuis op aan een wasrek. De slepende nummers van Closer komen dankzij Curtis’ diepe, ijle en vermoeide stemgeluid extra goed binnen. Dat hij bovendien ook nog eens het leeuwendeel van de apathische teksten verzon, zal niemand verbazen.
Je zou kunnen denken: ‘Als je dan zulke donkere gevoelens in het binnenste van je ziel koestert, waarom schreeuw je die er dan niet uit?’ Joy Division was echter geen hardrock-band, en hield zich überhaupt liever niet aan de regeltjes van rock. Dit album zou je eerder kunnen classificeren als gothic rock, een subgenre van post-punk, waarbij op een onorthodoxe manier niet-rockelementen worden verwerkt in de muziek. Gothic rock is dan nog net even een tikkeltje duisterder en meer gefocust op zelfbeschouwing. Dit kun je bijzonder goed horen in Closer. De trance-tonen gemixt met de vreugdeloze zang van de frontman laten je veel rechter in zijn ziel kijken dan een ijskoude levensbeschrijving op het internet. Misschien had Curtis wel helemaal geen zin meer zijn diepste gevoelens met kwaad geschreeuw eruit te gooien. Misschien wist hij al dat het einde van zijn leven eraan kwam en was hij simpelweg te moe om nog te protesteren.
Een nieuwe orde
Gelukkig is de muziek van Joy Division niet helemaal gestorven na de dood van Ian Curtis. Closer werd een enorm succes en bevestigde opnieuw de immense populariteit en kwaliteit van Joy Division. Het zou uiteindelijk de geschiedenis ingaan als het beste album van de band en beïnvloedde muziekformaties van U2 tot Radiohead. De overgebleven bandleden gaven het na Curtis’ zelfmoord niet op en startten New Order, een band die post-punk mixte met electronische dancemuziek en een van de meest invloedrijke bands werd van de jaren 80. Helaas heeft Ian Curtis, de meest getalenteerde van de vier, nooit van dit succes mogen genieten.