Iedereen kan de mooie gedeeltes van Nijmegen op een kunstige manier vastleggen. De ansichtkaarten met ‘groeten uit Nijmegen’ staan er vol mee. Ted van Aanholt ging echter de uitdaging aan om juist de lelijkste plekken in Nijmegen op een fraaie manier in beeld te brengen.
Foto’s: Ted van Aanholt
Tekst: Tijs Sikma
Degenen die het centraal station van Nijmegen uitlopen, worden verwelkomd door dit massieve gevaarte en vluchten meteen weer terug de trein in. Hoewel het gebouw net niet in Nijmegen-Oost ligt, is ‘Oostblok’ toch een toepasselijke benaming.
Als je nog niet naar het medisch centrum moest, moet je dat nu wel na het zien van dit gebouw. Kijk ook eens naar de zachte verkleuring van de bovenste etage.
Nog even en dan vertrekt studentenroeivereniging Phocas waarschijnlijk uit hun oude vertrouwde botenhuis, met de nadruk op oud. De zon doet nog een vergeefse poging de lelijkheid van dit rottende woonbootje te verbloemen. Tevergeefs.
Het meisje linksonder kan het aangezicht van dit gebouw niet verdragen en heft de hand voor haar gezicht. Het blok beton is getooid met kleurige advertenties en enkele schoonheidsvlekjes op de gevel. Als babykotsroze kers op de taart, rijdt er ook nog een bus van Breng voorbij.
De Thomas van Aquinostraat laat de campuswandelaar verdwaasd achter in haar tentoonspreiding van zoveel kleurloze saaiheid. Gelukkig maar dat het binnenkort tegen de vlakte gaat. Zwelg nog even in deze mismoedige depressie, voordat dit grijs behoort tot een grijs verleden.
De architect van het Radboudumc was fan van rechthoeken, zoveel is zeker. Het zou op prijs worden gesteld als hij in het vervolg niet zijn medemens hiermee lastig valt.
En we hebben een winnaar. Dit chronische zieke monster dreigde al eerder vanaf een veilige afstand op de middenpagina van het blad. Deze vaalgekleurde wachttoren, genesteld tussen de drollen van het meest grauwe hondenuitlaatveldje van het universum, maakt de troosteloze fietstocht van het station naar de universiteit op de maandagochtend nog net iets deprimerender.