Tekst: Tom Plaum
Illustratie: Paul van Dijk, vandijk ontwerpt
Schrijversbloed
Het schrijven zat De Bock altijd al in het bloed. Vanaf jonge leeftijd was ze bezig met gedichtjes, liedjes en korte verhalen schrijven. ‘Ik ben zelfs al vaker aan boeken begonnen, maar die heb ik nooit afgemaakt´, vertelt De Bock. Toen ze haar middelbare schooldiploma in de zomer van 2012 haalde, hakte ze voor zichzelf de knoop door om te beginnen aan een trilogie die vroeg of laat naar de drukker moest gaan. ‘Die zomer ben ik gaan nadenken waarover ik wilde schrijven en heb ik voor mezelf een rode draad opgesteld, de personages bedacht en nagedacht over de symboliek in het verhaal. Daarna ben ik vooral op mijn gevoel gaan schrijven.’
De trilogie De Strijd om Area draait om een conflict tussen twee koninkrijken in een fictieve wereld. Vroeger was het één land, maar om een reden die niemand meer weet is het land opgesplitst. De beide koningen buiten het volk uit, waardoor de bevolking straatarm is. Het volk van beide landen moet elke week tachtig procent van de opbrengsten doneren aan hun koning en zijn milities. Middenin het Noorderlijke koninkrijk wordt de hoofdpersoon van het boek, Alanna, wakker in het ziekenhuis met geheugenverlies. ‘Van haar vriend krijgt Alanna te horen dat de regering haar heeft doen verongelukken, omdat ze iets wist wat ze niet mocht weten’, legt De Bock uit. ‘Dan ontstaat er een zoektocht naar de herinneringen die door het ongeluk verloren zijn gegaan. Ze wordt steeds ontevredener over het beleid van de koning en besluit er zelf iets aan te doen.´
Vlak voordat ze aan haar studie Geneeskunde aan de RU begon, startte De Bock met het schrijfproces. Tijdens het studeren vond ze het lastig om aan haar boek te werken. ‘Ik wist wel dat het druk zou worden, maar had het achteraf gezien niet heel goed ingeschat. Ik had wel periodes dat ik naast mijn studie kon schrijven, maar vaak heb ik mezelf er in het weekend toe gezet om te gaan schrijven. Ik heb wel vaak gefrustreerde periodes gehad waarin ik alleen aan het studeren was en niet aan mijn boek kon werken. Dat vond ik jammer, maar als ik tijd had om te schrijven was ik extra gemotiveerd om weer te beginnen.’ Na het halen van haar bachelor heeft De Bock wel een jaar gewacht met de start van haar co-schappen, om haar boek af te schrijven. ‘In het tussenjaar was ik vooral veel bezig met het bijschaven van het verhaal.’ In februari vorig jaar had De Bock het eerste deel van de trilogie af en begon ze in al haar enthousiasme aan het tweede deel. Naast het beginnen aan het tweede boek ging de debuterende schrijver in de schrijverswereld op zoek naar een uitgever. ‘Ik had mijn boek naar veel uitgeverijen opgestuurd, ook de grote zoals Lemniscaat. Helaas werd het boek bijna bij iedereen afgekeurd. Ik wist dat de kans klein was dat mijn boek uit het grote aanbod zou worden uitgekozen, maar ik probeerde het gewoon.’ ‘Ik heb wel vaak gefrustreerde periodes gehad, waarin ik alleen aan het studeren was en niet aan mijn boek kon werken.’
Tijd om het uit te geven
Na wat rondvragen vond De Bock een uitgeverij, Palmslag uit Groningen. Het is een uitgeverij waarbij de schrijver zelf betaalt voor de diensten. Om de kosten van het uitgeven te dekken zette De Bock in het voorjaar een crowdfundingsactie op. ‘Dat was voor mij de eerste stap waarbij ik mijn boek bekend maakte. Bij de actie had ik ook de eerste paar pagina’s van het eerste hoofdstuk online gezet, daar kreeg ik leuke reacties op’, vertelt De Bock trots. Ook Palmslag reageerde enthousiast op de eerste versie van het boek. ‘De redactrice was positief toen ze het boek had nagekeken’, vervolgt De Bock. ‘Het enige punt dat de uitgever wel maakte, was dat het boek te lang was. Hij zei tegen mij dat debutanten altijd de neiging hebben om te veel te schrijven. Toen ben ik mijn verhaal terug gaan lezen en heb ik dingen ingekort en verbeterd.’
Uiteindelijk duurde het ruim een jaar voordat het boek van De Bock daadwerkelijk kon worden uitgebracht. In totaal heeft ze haar boek nog drie keer helemaal herlezen. ‘Op een gegeven moment zag ik de fouten ook niet meer in het verhaal’, lacht De Bock. Terwijl ze haar boek moest verbeteren, begon ze tegelijkertijd aan haar coschappen. ‘Veel van de verbeteringen kon ik voor die tijd doen, maar tijdens mijn coschappen heb ik nog veel moeten lezen’, geeft De Bock aan. ‘Dat was druk, ik heb avonden gehad dat ik mezelf dwong om mijn boek te lezen en verbeteren. Het waren intensieve weken, maar uiteindelijk was het wel te doen.’
‘Een boek uitbrengen is iets dat ik altijd al had willen doen, dat is mij in ieder geval gelukt.’
Voorzichtige start
Na maandenlang aan het verhaal te hebben geschaafd ging het eindresultaat naar de drukker. Met een eerste oplage van slechts driehonderd exemplaren begint De Bock voorzichtig. ‘Ik hoop dat het uiteindelijk wel storm gaat lopen, maar dat moeten we nog even zien.’ Zelf durft ze geen al te hoge verwachtingen te hebben. ‘Ik durf te hopen, maar ik weet echt niet of ik alle driehonderd boeken zal verkopen. Ik doe er in ieder geval alles aan, maar meer kan ik niet doen. Een boek uitbrengen is iets dat ik altijd al had willen doen, dus dat is mij in ieder geval gelukt. De combinatie van studeren en schrijven is hard werken, maar als je het wilt dan lukt het wel.’
Het boek is sinds afgelopen zaterdag verkrijgbaar en aanstaande zaterdag is er een boekpresentatie in Elst. ‘Het is een beetje de onthulling van mijn boek’, zegt De Bock bescheiden. ‘Ik wil een voordracht uit het verhaal geven en ik wil het boek graag voor je signeren.’ Het eerste deel in de trilogie is digitaal verkrijgbaar.