Home Opinie & AchtergrondInterview Stand up for Jesus

Stand up for Jesus

door Redactie

In de Amsterdamse Oosterkerk doet theoloog en dominee Tim Vreugdenhil aan stand-up theology. Voor een grotendeels niet-kerkelijk publiek spreekt hij over moderne thema’s als FOMO, stress en dating-apps. ‘Stand-up theology is ontworpen voor mensen die inspiratie zoeken voor de zingeving aan hun leven.’

Tekst: Jonathan Janssen
Illustratie: Timon Vader
Foto: Joep Dorna

Dit artikel verscheen eerder in de zevende editie van ANS

Illustratie Jesus 650xIn de 17e-eeuwse Oosterkerk in Amsterdam houdt dominee Tim Vreugdenhil diensten voor gelovige en nietgelovige Nederlanders. Tussen de Hollands classicistische pilaren en het klassieke orgel van de kerk spreekt hij elke zes weken in een avondvullende show over een modern thema als netwerken of filterbubbels. In wat hij stand-up theology noemt, koppelt Vreugdenhil deze thema’s aan Bijbelse verhalen. Vreugdenhil beweert bijvoorbeeld dat Fear Of Missing Out al voorkomt in het verhaal van de zondeval. De slang in het paradijs vertelde daarin volgens hem aan Adam en Eva dat er tegelijkertijd een leuker feestje aan de gang was, met verboden goddelijke vruchten. Zo zou het eerste mensenkoppel het gevoel hebben gehad bijeenkomsten te missen waar ze bij hadden willen zijn. Net als de gemiddelde dance-liefhebber op het Amsterdam Dance Event, die ook niet bij alle feestjes op hetzelfde moment aanwezig kan zijn. Naast de Bijbel en de actualiteit put Vreugdenhil voor zijn programma’s inspiratie uit de wetenschap, filosofie en popmuziek.

Hoe ontstond stand-up theology?
‘Als theoloog en dominee heb ik vijftien jaar lang met veel plezier diensten gehouden en gepreekt voor een kerkelijke gemeente in Amsterdam. Op een gegeven moment was ik toch ongelukkig. Hoe ik ook mijn best deed op mijn preken, ik bereikte niet de mensen die ik wilde bereiken, namelijk de gewone Amsterdammers. Dat kwam doordat 99 procent van de mensen in mijn stad niet meer naar de kerk gaat. Ik heb toen besloten om weg te gaan bij mijn kerkgemeente en me voortaan te vestigen in de Oosterkerk, een kerk zonder gemeente of parochie. Ik kwam op stand-up theology terwijl ik rondliep door het lege gebouw en nadacht over wat ik wilde doen. Stand-up comedy en stand-up philosophy vind ik interessante theatergenres. Een stand-up filosoof weet bijvoorbeeld veel over filosofie en vertelt daarover als een soort theatermaker aan gewone mensen. Stand-up theology was er nog niet, dus daar zag ik een rol voor mezelf weggelegd. Nu gebruik ik mijn theologische bronnen en Bijbelse verhalen niet meer voor een preek, maar voor een soort show.’

 

‘Ik geloof dat de spirituele verhalen uit de Bijbel voor iedereen zeer verrijkend kunnen zijn.’

 

Wat voor mensen komen op je programma’s af?
‘De meerderheid is hoogopgeleid en tussen de 30 en de 40 jaar. Een gemene deler is dat ze weinig met de kerk hebben. Soms zijn ze wel gelovig, maar kunnen ze in de kerk niet vinden wat ze zoeken. Een ander deel is helemaal niet gelovig en zou normaal nooit naar een kerk gaan.’ Waarom wil je die mensen die niet naar de kerk gaan zo graag bereiken? ‘Ik probeer iets te doen met een fascinerend citaat van de filosoof Charles Taylor uit zijn boek A Secular Age. Hij zei dat we als 21e-eeuwse westerlingen in een hele toffe tijd leven, maar dat we steeds meer het contact verliezen met de morele en spirituele bronnen die ten grondslag liggen aan onze beschaving. Dat kunnen Griekse mythen of Bijbelse verhalen, maar ook filosofische teksten zijn. Die liggen niet meer voor het oprapen. Moeders vertellen deze verhalen niet meer en ze staan ook niet op sociale media. Met mijn standup theology probeer ik een stukje van die theologische bronnen weer terug te brengen.’

Waarom zijn die theologische en spirituele bronnen belangrijk voor de moderne seculiere Nederlander?
‘Ik geloof dat de spirituele verhalen uit de Bijbel voor iedereen zeer verrijkend kunnen zijn om te dealen met zaken als moed en angst, leven en dood, vreugde en rouw. Allemaal dingen waar een mens tenminste een keer in het leven mee te maken krijgt. Zulke tradities, verhalen of bronnen laten zien hoe je met dat soort gebeurtenissen om kan gaan. ‘Wanneer ik bij een uitvaart aan nabestaanden vraag hoe het met ze gaat, zeggen ze soms: “We moeten door.” Dat is natuurlijk een rampzalige uitspraak in tijden van rouw. Mensen moeten altijd maar door, terwijl er genoeg verhalen zijn die je aanmoedigen om verdriet serieus te nemen en stil te staan bij zulke gebeurtenissen. Mensen mogen meer inhaken op de tradities en verhalen die laten zien hoe ze ermee om kunnen gaan.’

Maakt het dan uit of luisteraars wel of niet in die verhalen geloven?
“Bijbelverhalen zijn ontzettend krachtig, ongeacht of de luisteraar erin gelooft. Als ik in een gemiddelde seculiere groep een Bijbelverhaal vertel, zeggen negen van de tien mensen: “Wauw, wat een goed verhaal.” Ik denk dat die verhalen verrijkend zijn, zoals kunst dat ook is.’

Hoop je niet stiekem je eigen geloof over te kunnen brengen aan je bezoekers?
‘Ik hoop dat niet stiekem, ik hoop dat openlijk. Als iemand mij meeneemt naar het Stedelijk Museum voor moderne kunst, hoopt hij dat het iets met me doet. Dat ik zeg: “ik heb iets geleerd en het raakte me”. Zo zie ik het geloof ook. Maar ik wil mijn geloof volstrekt niet opdringen. Als jij het idioot vindt, heb ik daar geen problemen mee. Het christendom is ook niet de enige traditie die mensen spirituele hulp kan bieden. Ik geloof dat er in het boeddhisme of de islam ook dingen zitten die mensen in deze tijd kunnen helpen. Ik ben daar alleen niet vertrouwd mee.’

 

‘De kerk is lang in de war geweest over haar rol en dievan de wetenschap.’

 

De christelijke kerk heeft met haar verhalen lang beweerd de enige waarheid in pacht te hebben en als enige te weten hoe mensen hun leven moesten inrichten. Hoe zie jij dat?
‘Vroeger zeiden dominees en priesters inderdaad: zo moet het. Daar waren mensen op een gegeven moment helemaal klaar mee, ik ook. ‘De kerk beweerde bijvoorbeeld lange tijd dat de aarde het middelpunt van het heelal is, terwijl waargenomen werd dat dat niet zo was. In die zin is de kerk lang in de war geweest over haar rol en die van de wetenschap. De Bijbelse definitie van geloof is namelijk dat het gaat over dingen die je niet kan meten. God, of elk idee dat daarop lijkt, is nooit waarneembaar of meetbaar. Wetenschap gaat volgens mij altijd over dingen die dat wel zijn. Echt geloof en wetenschap hoeven elkaar daarom nooit in de weg te zitten, ze vullen elkaar aan. Er zijn natuurlijk tal van botsingen tussen de twee in de geschiedenis. Ik ben nog opgevoed met het idee dat de wereld in zes keer 24 uur is geschapen, terwijl dat duidelijk in strijd is met de theorie van de oerknal.’

Geloof je als dominee dan niet meer in het scheppingsverhaal?
‘Nee. Ik weet veel van teksten en hoe die zijn ontstaan. Ik denk dat het heel plausibel is dat iemand in Babylon rond 500 voor Christus op een literaire manier iets heeft willen zeggen over het ontstaan van de wereld, en heeft gezegd dat het met God heeft te maken. Als je gelooft dat God aan het begin staat van alles, staat Hij ook aan het begin van de evolutie. God en de evolutieleer zijn dan niet met elkaar in strijd.’

Krijg je weleens kritiek van meer conservatieve christenen op je open, moderne aanpak?
‘Ja, dat gebeurt weleens. Die mensen zitten meestal op de Veluwe en zien Amsterdam bij voorbaat al als een soort godvergeten oord. Van innoverende Amsterdamse dominees hebben ze sowieso niet zo’n hoge pet op. Tegelijkertijd spreek ik ook veel collega’s elders uit het land die het moedig en inspirerend vinden dat er nieuwe dingen worden geprobeerd in de stad. Dat hoor ik eigenlijk vaker dan kritiek. Zelfs de paus zegt tegenwoordig dat de kerk meer nieuwe dingen moet gaan proberen.’ 

Jesus 350x foto

Wat voor nieuwe dingen zou de kerk volgens jou dan moeten proberen?
‘Je kan als kerk wel eindeloos ouderwets blijven preken, maar iedereen zit tegenwoordig op zijn smartphone. Je moet dan niet klagen dat niemand meer luistert, maar juist manieren verzinnen om die smartphone tot een van je kanalen te maken, bijvoorbeeld met apps en filmpjes.’

Je probeert met verhalen mensen te helpen betekenis te geven aan hun leven. Is jouw stand-up theology niet gewoon wat priesters en dominees al eeuwen doen, maar dan in een nieuw jasje?
‘Ik vind van wel, en ik zie dat als een compliment. Ik wil graag innoveren, maar wel als vertegenwoordiger van de christelijke traditie. Die traditie is oud en ik hoor daarbij. Ik zit hier niet om me tegen de kerk af te zetten. Ik ben gewoon een dominee in de 21e eeuw, in een eigentijds jasje, in de moderne stad Amsterdam.’

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen