Bij wijn denkt men al snel aan Frankrijk. Toch telt Nederland diverse wijngaarden. Zo ook in Groesbeek, waar wijnen worden gemaakt die internationaal in de prijzen zijn gevallen. ANS ging op bezoek bij de Groesbeekse Ilja Gort, wijnboer Freek Verhoeven van wijnhoeve De Colonjes.
Tekst: Vince Decates
Foto’s: Ted van Aanholt
Dit artikel verscheen eerder in de tweede editie van ANS.
Op een van de heuvels aan de zuidkant van Groesbeek ligt wijnhoeve De Colonjes. Bij de ingang staat een verweerd bord waarop de naam van de wijngaard te lezen valt, het toegangspad is bezaaid met kiezelstenen en hier en daar staan oude wijnvaten opgestapeld. De hoeve zelf is een laag boerderijtje dat onderaan een heuvel vol druivenranken staat. Een idyllisch plekje, waar de bezoeker zich op een wijngaard in de Franse Bordeaux waant in plaats van in het koude Nederland.
Geheel in Franse stijl komt eigenaar Freek Verhoeven aangelopen, gekleed in een flets flanellen overhemd en met een baret op. Enthousiast begint hij te vertellen over de geschiedenis van de wijngaard. ‘Toen we in 2001 begonnen, waren we de eerste wijnboeren in Groesbeek. Een vriend had een stuk land over en vroeg aan mij of ik daar misschien druiven op wilde verbouwen. Ik had geen flauw idee hoe dat moest. Het enige wat hij tegen mij zei was: “Doe mij maar gewoon na.” Nou, dat deed ik toen maar.’
‘Afkijken’, zo omschrijft Freek de manier waarop hij begon. Toch had hij het trucje al snel door en groeide zijn bedrijf. Dat ging echter niet zonder slag of stoot. ‘In 2003 werd ik ervan beschuldigd mijn eigen etiket te plakken op Franse wijn. Dat verwijt heeft mij op mijn ziel getrapt. Ik wilde aan de wereld laten zien dat ik wel degelijk mijn eigen goede wijn kan maken.’ Volgens de wijnboer is dat inmiddels gelukt. ‘Nu hebben we 13 hectare grond, verdeeld over drie locaties, waarop we druiven verbouwen. In totaal maken we tien soorten wijn, zowel witte als rode.’
Freek steekt zijn trots niet onder stoelen of banken. Op een prikbord aan de muur hangen meerdere krantenartikelen over de wijngaard en enkele oorkondes. ‘We hebben met onze wijnen een paar internationale prijzen gewonnen.’ Daarnaast zijn er het afgelopen jaar ook stappen gezet voor de toekomst van het bedrijf. Freek heeft samen met andere wijnboeren uit de regio het nieuwe Nederlands Wijnbouwcentrum in Groesbeek opgezet. ‘Als je iets doet, moet je het goed doen’, besluit hij met een brede lach.
Skilatten op een helling vol druiven
Freek is nog niet uitgepraat over de geschiedenis van het bedrijf, of er komt een groep van ongeveer veertig wijnproevers het terrein oplopen. Terwijl hij hen begroet en naar het met druiven overdekte terras dirigeert, wijst hij met zijn andere hand naar enkele mensen die halverwege de heuvel aan het werk zijn. ‘Daar ergens staat mijn broer, Cees. Hij kan meer vertellen over hoe we hier druiven oogsten.’
Aan het einde van de lange rijen vol druiven, waar de vlinders continu tussendoor fladderen, klinkt het geluid van een oude tractor. ‘Ik kom eraan’, roept de bestuurder, die verdacht veel gelijkenissen vertoont met wijnboer Freek. Hij parkeert zijn trekker behendig naast de schuur en stapt af. ‘Ik ben Cees’, stelt hij zich voor. ‘Ik ga geen handen schudden, want mijn hele handschoenen plakken van het druivensap.’ Het plukken van de druiven gaat nog steeds met de hand. De plukkers gooien die druiven in een krat en brengen dat vervolgens naar boven, vertelt Cees. Het oogsten wordt deels gedaan door vrijwilligers. Opvallend genoeg komen er ook ieder jaar leden van de studenten handbalvereniging Hastu een handje helpen op de wijngaard. Freek was vroeger, in de tijd dat hij nog werkzaam was op het sportcentrum van de Radboud Universiteit, nauw betrokken bij de vereniging.
Om het tilwerk makkelijker te maken, hebben ze bij De Colonjes een systeem bedacht om de kratten met druiven mee naar boven te kunnen slepen. Dit gebeurt niet met moderne machines, maar met een soort slee: een simpele constructie van twee skilatten waarop een krat druiven wordt gezet. Vervolgens trekt de plukker het sleetje de berg op. ‘Dat scheelt een hoop gesjouw’, aldus Cees. Eenmaal boven op de helling gooien de plukkers de druiven in grote bakken die in een karretje achter een pick-up truck staan. ‘In het plukseizoen, grofweg van begin augustus tot half oktober, vullen we zeven van die bakken op een dag’, legt Cees uit. ‘Als de druiven in de bak liggen, hoef ik alleen nog maar te controleren of ze in orde zijn.’ Hij wroet wat door de bak en pikt er een trosje uit. ‘Kijk, hier zie je dat de druiven helemaal verpulverd zijn. Die moeten eruit, die zijn niet goed.’
Het werk dat hij doet is belangrijk, want de druif heeft volgens de wijnboer veel natuurlijke vijanden, die ervoor zorgen dat de vrucht niet meer bruikbaar is voor wijn. ‘Denk aan hevige regenval, hagel, vogels die met hun snavels in druiven pikken en verschillende insecten die eraan knagen. Het lastigste is hagel. Je ziet de inslag pas enkele dagen later op de druiven, als ze al aan het uitdrogen zijn.’ Om de geplukte druiven te beschermen tegen uitdroging wordt er een soort kleilaagje op gespoten. ‘De klei zorgt ervoor dat het vocht niet weg kan uit de druiven. De schil van de druif blijft daardoor steviger. Als de schil barst dan bestaat de kans dat er schimmel in de druif komt. Dat moeten we natuurlijk niet hebben.’ De klei is gemaakt van natuurlijke producten en beïnvloedt de smaak van de druiven niet. Om dit te bewijzen, knipt de wijnboer enkele druiven af en stopt ze in zijn mond. ‘Prima te eten’, luidt het oordeel.
Twee wijnbroers en een wijningenieur
Hoewel het plukken nog met de hand gebeurt, gaat het gisten en het bottelen bijna geheel machinaal. Bij De Colonjes gaat Adam Dijkstra over dat proces. Cees wijst naar een gebouw in de verte. ‘Dat is het nieuwe wijnbouwcentrum, daar werkt Adam.’ Het wijnbouwcentrum is een moderne replica van de boerderij van De Colonjes. De functie en vorm van het pand zijn hetzelfde, maar het is vele malen groter en praktischer ingericht volgens de broers.
De kelder van het pand, waar de druiven in wijn veranderen, is het domein van Adam. De twee wijnbroers hebben hem bestempeld tot ‘wijningenieur’ en zien in hem de ideale opvolger voor het bedrijf, mede door zijn opleiding. Waar de broers zich namelijk vooral bezighouden met het telen van de druiven, richt Adam zich voornamelijk op het op bijna microscopisch niveau samenstellen van de perfecte wijn. ‘Ik ben afgestudeerd als oenoloog, oftewel een wijnbouwtechnisch wetenschapper. Dat houdt in dat ik me bezig hou met de microbiologische processen in wijn’, legt hij uit.
Hoewel de werkruimte van Adam meer weg heeft van een moderne fabrieksloods dan van een traditionele wijnkelder, is het toch duidelijk dat het wel degelijk om een wijnkelder gaat. Binnen staan namelijk dezelfde bakken vol druiven als achter de wagen van Cees. ‘Dit is de ontsteel- en kneusmachine’, vertelt Adam enthousiast terwijl hij zijn hand op de stalen constructie naast hem legt. ‘Eigenlijk is het heel simpel. Je gooit de druiven er aan de ene kant in, en aan de andere kant komen ze er verpulverd uit, zonder de steeltjes en pitjes.’
Die gekneusde druiven stopt Adam in tonnen. Vervolgens dekt hij die af met een plastic zeil, zodat ze kunnen gisten. Bij dat proces zetten de cellen in de schil van een druif de suikers van het druivensap om in alcohol. ‘Wij laten die tonnen hier dan veertien tot twintig dagen staan voordat we het goedje in een opslagtank gieten. Dat geldt overigens alleen voor blauwe druiven. Het gistproces van witte druiven is namelijk anders, die gaan direct in een tank om te gisten.’ In totaal kan er ongeveer 40.000 liter wijn worden opgeslagen in de nieuwe wijnkelder. Het overgrote deel hiervan zit in de gistingsfase. Bovenop de tanks in de kelder zit een waterslot waar zo nu en dan zichtbaar is hoe er lucht opborrelt. ‘Dat is onderdeel van het gisten’, legt Adam uit. ‘Bij het gistproces komt namelijk naast alcohol ook koolzuur vrij, dat kan via die buisjes ontsnappen.’
Het eindproduct zelf proeven zit er voorlopig nog niet in. ‘De druiven die nu geplukt worden, komen pas september volgend jaar in de winkel’, vertelt Adam. ‘Witte wijn moet ongeveer zes maanden staan voordat we het bottelen, voor rode wijn is dat ongeveer een jaar.’ Wie benieuwd is naar de wijnen van De Colonjes moet dus nog een tijdje geduld hebben, of genoegen nemen met een wijn van de voorgaande jaren.