Afgelopen zomer opende Michiel Vos in Amsterdam de eerste pindakaaswinkel van Nederland. ANS bezocht de pindabaas en vroeg hem naar het verhaal achter de winkel vol potten smeuïg, bruin broodbeleg.
Tekst: Noor de Kort
Foto’s: Kelley van Evert
Dit artikel verscheen eerder in de tweede editie van ANS.
‘Toen de winkel net open was, stopte er een trammachinist met een volle tram om een paar potten te halen’, vertelt Michiel Vos lachend. De eigenaar van de eerste pindakaaswinkel van Nederland, gekleed in een zwarte sweater met daarop de toepasselijke tekst ‘Pindabaas’, laat trots de verzameling potten zien. In het pand aan de Czaar Peterstraat in Amsterdam wordt de pindakaas niet alleen verkocht, maar ook gemaakt. Tegenover een kast die volledig is gevuld met het smeuïge beleg bevindt zich een keukenblok met op het aanrecht tien potten om te proeven. ‘Jullie mogen ze proberen hoor’, biedt Vos aan. Naast naturel is er keuze uit onder andere de varianten dadel-kaneel, venkel-rozijn en pindakaas met extra eiwitten voor de sporters.
De winkel is sinds de zomer open en het concept is een groot succes, aldus Vos. ‘We verkopen meer dan duizend potten per week.’ ANS bezocht De Pindakaaswinkel, trok de ene na de andere pot open om de bijzondere smaken te proeven en sprak met Vos over zijn motivatie voor het opzetten van de winkel.
Succesvol smeersel
‘Ik eet al mijn hele leven veel pindakaas’, vertelt Vos. Als kind uit een boerenfamilie at hij altijd veel natuurvoeding waaronder keiharde, biologische pindakaas. ‘Dat was mijn jeugd’, zegt hij quasi-zielig. Hij verslindt na alle jaren nog steeds grote hoeveelheden van het beleg. ‘Vaak begin ik mijn dag met een bord havermout met pindakaas.’ Stevig, vloeibaar, Calvé of Amerikaans, Vos houdt van alle pindakazen en bedacht twee jaar geleden dat er meer mogelijk was met het beleg. ‘Ik was thuis aan het experimenteren met onder andere komkommer door de pindakaas. Ik dacht: “Als ik nou eens tien smaken bedenk, dan weet ik zeker dat er een paar bij zitten die echt lekker zijn.”’
Toen hij vorig jaar het pand aan de Czaar Peterstraat leeg zag staan, ontstond het idee voor een echte winkel. De letters van De Pindakaaswinkel waren nog maar net op het raam geplakt, of een paar bloggers pikten het initiatief al op, vertelt Vos. ‘Ik had de naam nog niet gereserveerd, maar kreeg toen al de eerste media-aandacht. Ik dacht wel dat ik met het product op het juiste spoor zat, maar had verwacht dat de aandacht later pas zou volgen.’ De naam van de winkel heeft een grote rol gespeeld bij de enorme hoeveelheid reacties, denkt Vos. ‘De naam spreekt heel erg aan; bij De Pindakaaswinkel denk je: “Oh, wat grappig”.’ Ook nationale trots heeft er volgens hem aan bijgedragen dat het idee zo enthousiast is ontvangen. ‘Als je aan Nederlanders vraagt wat ze het meest missen op vakantie, hoor je heel vaak pindakaas. We hebben heel erg het gevoel dat het product van ons, de Nederlanders, is.’ Lachend voegt Vos toe dat die gedachte niet eens klopt. ‘Pindakaas komt oorspronkelijk uit Amerika.’
Roosteren, malen, proeven
Pindakaas werd in 1893 in de Verenigde Staten ontwikkeld door John Harvey Kellog, omdat het land toen te maken had met een pinda-overschot. Uiteindelijk kwam het product met de bevrijding van Nederland door de Amerikanen tijdens de Tweede Wereldoorlog hier terecht.
‘We hebben heel erg het gevoel dat pindakaas van ons, de Nederlanders, is.’
Vos vindt pindakaas een mooi product. ‘Het is veel gezonder dan bijvoorbeeld Nutella. Alle diëtisten en sporters zullen pindakaas adviseren.’ Vanwege het gebruik van kokosolie is pindakaas uit De Pindakaaswinkel volgens Vos nog gezonder dan de ‘supergefabriceerde’ Amerikaanse versie of de Calvé-variant. ‘In Calvé pindakaas zit veel palmolie om het product te stabiliseren, wat zorgt voor slechte vetten. Ik vind onze pindakaas daarnaast lekkerder: je proeft echt de pinda’s.’
Op de werkbank in de winkel is de pinda in de verschillende stadia van het productieproces te zien: van de pinda aan een echte pindaplant, de pinda in schil, de gepelde pinda tot aan de gemalen pinda. Aan de plant in de winkel groeien volgens Vos wel pinda’s, maar hier in Nederland is daar veel geduld voor nodig. ‘Hier gaat het proces veel langzamer dan in Zuid-Amerika, want de plant heeft veel warmte nodig.’ Vos, die naast eigenaar van De Pindakaaswinkel ook nog boer is, vindt het wel jammer dat pindakaas geen lokaal product is. ‘Zelf pinda’s verbouwen op mijn boerderij zou leuk zijn, maar dat is gewoon niet mogelijk.’
De pinda’s van Vos worden geïmporteerd vanuit Argentinië en de kokosolie komt uit Sri Lanka. Veel meer is er niet nodig voor een pot pindakaas naturel. ‘Pinda’s en kokosolie vormen de basis van onze pindakaas en het enige wat je nodig hebt om het te maken, zijn een oven en een maler’, legt Vos uit. Eerst worden de pinda’s geroosterd in de oven, waarna ze worden gemalen en er kokosolie aan wordt toegevoegd. ‘Het proces is erg simpel, maar om het nog lekkerder te maken, voeg je allerlei smaken toe.’ De verschillende smaken pindakaas moeten wel origineel zijn, vindt Vos. ‘We willen niet te eenvoudig doen, want dan kun je het ook thuis zelf maken. We maken dus geen pindakaas met sambal, maar doen het net iets anders: pindakaas met gedroogde, crunchy banaan en chilipeper.’
De pindafabriek
De verkoop van de pindakaas gaat zo hard dat praktisch materiaal om alle potten mee te vullen volgens Vos erg belangrijk is. ‘Pindakaas is vet en kleverig, dus het is niet zo makkelijk om ermee te werken. Bij één potje is dat niet erg, maar als je honderd of tweehonderd potten moet maken, is dat wel een klus.’ Eerst werden de potten gevuld met behulp van kannen, ‘maar dat werkte echt voor geen meter’. Vos gebruikt nu ketels van bijenhouders, omdat honing een zelfde soort kleverig product is. Zijn volgende plan is het opzetten van een klein fabriekje. ‘We willen het professioneler gaan aanpakken.’
‘Het enige wat je nodig hebt om pindakaas te maken zijn een oven en een maler.’
Vos vertelt dat ze voor nieuwe smaken genoeg inspiratie hebben. ‘We krijgen heel veel suggesties, dus voorlopig kunnen we vooruit.’ Enthousiast besluit hij dat er ook voor het najaar weer bijzondere smaken op de planning staan. ‘De nieuwste die eraan komen zijn pindakaas met rum en spek, met Belgische karamelchocolade en Pindaklaas: pindakaas met pepernoten.’