De Nieuwe Marktstraat in Nijmegen is een van de laatst overgebleven zones in Nederland waar straatprostitutie is toegestaan, maar de plek is niet onomstreden. Verslaving, psychische problemen, mensenhandel: wat wordt er gedaan om de problemen op de tippelzone aan te pakken?
Tekst: Aaricia Kayzer
Foto’s: Kelley van Evert
Dit artikel verscheen eerder in de tweede editie van ANS.
Overdag is er op de Nieuwe Markstraat weinig te zien: regelmatig fietsen er kletsende scholieren langs of laten mensen hun hond uit. ’s Avonds valt er een stuk meer te beleven. Tussen 20.00 en 2.00 uur is de straat een afgebakende zone voor tippelprostitutie: schaars geklede vrouwen wachten in de kou tot een automobilist langsrijdt. Soms is 30 euro al genoeg voor een beurt. Een deel van de mannen is er alleen om denigrerende dingen te roepen; ze rijden rondjes en draaien af en toe hun raam naar beneden. Een enkeling kijkt liever vanaf de brug naar wat beneden plaatsvindt.
Voordat de gemeente in het jaar 2000 de tippelzone opende, vond straatprostitutie vooral plaats in en rondom het Kronenburgerpark en aan de Stieltjesstraat. Wegens toenemende geluidsoverlast en criminaliteit heeft de gemeente een aparte zone aangewezen met speciale openingstijden. Op de Nieuwe Markstraat is een particulier beveiligingsbedrijf ingehuurd voor de veiligheid van de prostituees en de politie rijdt regelmatig langs. Ondanks deze regulering werkt de gemeente sinds 2007 met een uitsterfbeleid en sinds 2011 worden vergunningen in de vorm van pasjes om legaal te mogen tippelen niet meer verstrekt. Andere steden hebben ervoor gekozen om de zone volledig te sluiten wegens criminaliteit, illegale prostitutie en mensonterende werkomstandigheden. De gemeente Nijmegen geeft aan de zone niet te sluiten zolang er nog vrouwen met een vergunning werkzaam zijn. Toch is de plek niet vrij van problemen. Hoe wordt op de Nieuwe Marktstraat omgegaan met deze complexe problematiek?
Prostitutieproblemen
‘Vrijwel alle prostituees op de tippelzone hebben te maken met ernstige psychische problemen, schulden of een verslaving’, vertelt Suzanne Baks, woordvoerder van de gemeente Nijmegen. Om deze vrouwen toch te voorzien van voldoende zorg, heeft IrisZorg een avondopvang op de zone, De Cirkel. Hier kunnen ze uitrusten, spreken met medewerkers van de opvang en koffie of condooms halen. Ook voert de GGD regelmatig controles uit. Door toezicht van IrisZorg, maar ook doordat vrouwen elkaar onderling in de gaten houden, valt het vaak snel op als tippelaars in de put zitten. ‘We spelen dit dan door naar het hulpverleningsteam van de vrouw in kwestie. De meesten hebben namelijk een behandelaar of maatschappelijk hulpverlener die ze begeleidt’, vertelt Dorine Ringlever, begeleider bij De Cirkel. Ook wordt er gelet op signalen van mensenhandel: als iemand veel telefoontjes krijgt, weinig naar de huiskamer van IrisZorg komt, snel weer weggaat of weinig contact zoekt met anderen, kan IrisZorg het Prostitutie Controle Team van de politie inschakelen. In de vier jaar dat Ringlever op De Cirkel werkt, is dit echter pas een keer gebeurd.
‘Het is een misvatting dat alle vrouwen zo snel mogelijk uit de prostitutie willen.’
Het valt niet te zeggen of dit betekent dat er weinig tot geen sprake is van mensenhandel. ‘Een paar jaar geleden was de groep vrouwen die vanuit de mensenhandel in de prostitutie terechtkwam best groot’, vertelt Winy de Kleyn, vrijwilliger bij straatpastoraat Het Kruispunt. Samen met een collega gaat De Kleyn regelmatig naar de tippelzone en biedt daar een luisterend oor aan de vrouwen die er werken. Hierdoor weet ze veel van het reilen en zeilen op de zone. ‘De vrouwen die vanuit de mensenhandel komen, zie je nu veel minder, dus ik twijfel wel eens waar ze zitten. Misschien bevinden ze zich in particuliere huizen.’
Van structurele overlast van de openbare orde is volgens de gemeente weinig sprake. Wel vinden er af en toe kleine incidenten plaats. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen is er beveiliging op de zone aanwezig. ‘In de afwerkloods zit een toezichthouder die snel kan ingrijpen als een van de vrouwen roept dat er iets mis is’, vertelt Ringlever. Hoewel er dus voldoende beveiliging aanwezig is, zal tippelen voor velen alsnog niet als de ideale baan klinken. Het is echter niet zo dat alle vrouwen aan sekswerk doen omdat ze verslaafd zijn of in de schulden zitten. ‘Het is een misvatting dat alle vrouwen zo snel mogelijk uit de prostitutie willen’, zegt Ringlever. De Kleyn bevestigt dit. ‘Soms hoor ik van vrouwen dat ze het eigenlijk wel prima vinden. Ze verdienen makkelijk geld en hebben thuis een vriendje of man. De gemiddelde Nederlander denkt er misschien niet aan, maar voor sommigen is het een manier van leven waar ze niet per se verdrietig van worden. Als je zegt: “Ga anders op zoek naar een schoonmaakbaantje”, dan zeggen ze: “Ben je gek, dan moet ik de hele dag keihard werken en hier heb ik het in twee uur verdiend”.’
Ga die wereld uit
Vrouwen die toch liever een andere baan willen, kunnen terecht bij de Ketenaanpak Prostitutie. Dit is een samenwerkingsverband tussen verschillende organisaties, waaronder IrisZorg. ‘We kijken samen hoe we bijvoorbeeld hun financiën op orde kunnen krijgen en helpen bij het zoeken naar een andere baan. Op die manier kunnen we ze verder helpen’, legt Ringlever uit. Het percentage tippelaars dat op deze manier succesvol is uitgestapt, ligt echter laag. ‘Slechts drie of vier vrouwen hebben naar mijn weten gebruikgemaakt van het uitstapprogramma’, aldus De Kleyn. Velen zien geen alternatief en het is daarom moeilijk om ze los te weken van de straatprostitutie. Van de tippelaars die in 2011 een pasje hebben aangevraagd, zijn er nog een hoop actief: zeventien vrouwen zijn legaal werkzaam op de tippelzone.
In totaal tippelen er op de Nieuwe Marktstraat iets meer dan veertig vrouwen en dat betekent dat een groot deel zonder pasje werkzaam is. ‘Momenteel hebben wij op de bezoekerslijst van De Cirkel meer tippelaars zonder pasje staan, dan met’, vertelt Ringlever. Vrouwen zonder pasje worden ondanks hun ‘illegale’ werkstatus toch toegelaten op de avondopvang, maar de afwerkloods mogen ze niet in. ‘Die vrouwen moeten van de zone af en ergens een beschut plekje zoeken.’ Dit heeft grote gevolgen voor hun veiligheid: een klant kan daar in feite zonder toezicht doen wat hij wil.
Chique sekswerk
Of het uitsterfbeleid van de gemeente goed werkt, is dus nog maar de vraag. Veel vrouwen tippelen zonder vergunning en bovendien zijn tippelaars moeilijk te verleiden tot uitstappen, omdat ze weinig alternatieven zien. Volgens Yvette Luhrs, voorzitter van PROUD, de belangenorganisatie voor en door sekswerkers in Nederland, is het echter niet per se beter om de tippelzone dan maar te sluiten.
‘Tippelaars zijn niet per se beter af als ze hun werk niet meer mogen doen.’ Ook De Kleyn denkt dat sluiting meer nadelen dan voordelen met zich meebrengt. ‘Het tippelen verplaatst zich dan naar andere plekken. Parken, particuliere huizen, zones zonder controle. Ik weet dat er in Dukenburg een plek is waar zoiets nu al gebeurt.’ Volgens Luhrs wordt er bij het sluiten van tippelzones weinig rekening gehouden met het verbeteren van de levens van sekswerkers. Gemeentes sluiten de zones vooral omdat ze het ‘niet chique’ vinden. ‘Praten over seks is voor net geklede mannen in een raadhuis ingewikkeld. Daardoor worden er veel ongeïnformeerde keuzes gemaakt.’ Voor gemeentes die kritiek hebben op mensonterende omstandigheden heeft Luhrs een oplossing. ‘Zorg dat je prostituees een goede werkplek biedt. Bouw faciliteiten die ervoor zorgen dat sekswerkers hun werk zo veilig mogelijk uit kunnen voeren.’
In Amsterdam, Rotterdam, Den Haag, Heerlen en Eindhoven heeft deze oplossing het niet gehaald. Nijmegen blijft voorlopig een uitsterfbeleid hanteren, maar Ringlever betwijfelt of de gemeente daadwerkelijk wacht met sluiting tot er geen vrouwen met vergunning meer zijn. De Kleyn gelooft er in ieder geval niet in dat tippelprostitutie ooit echt uit zal sterven. ‘Zolang er mannen zijn die willen betalen voor seks, zijn er vrouwen die daarop inspelen.’