Home Opinie & AchtergrondAchtergrond Co-assistenten tijdens corona

Co-assistenten tijdens corona

door Myrte Nowee

Nu al het fysieke onderwijs, en dus ook de coschappen zijn geschrapt, kunnen geneeskundestudenten ofwel thuis blijven, ofwel meehelpen in de zorg. Veel studenten kiezen voor het laatste en komen in een breed scala aan werk terecht. ANS sprak vier coassistenten om erachter te komen hoe hun werkende leven plotseling is veranderd.

Anders dan veel studies waarvoor onderwijs zo veel mogelijk thuis wordt gegeven, zijn de coschappen bij Geneeskunde in ieder geval tot en met april geannuleerd. Deze kunnen pas weer beginnen wanneer het weer relatief rustig is in de ziekenhuizen, wat nog lang kan duren. Veel afdelingen waar je normaal coschappen kan volgen zijn momenteel namelijk stilgelegd of draaien op halve capaciteit om bij te kunnen springen in de coronadrukte. Er zal naar waarschijnlijkheid veel tijd overheen gaan voordat deze afdelingen weer normaal functioneren en ook echt kunnen dienen als een leeromgeving voor geneeskundestudenten. ‘Ik denk zelf dat als we in september of oktober weer kunnen beginnen, we van geluk mogen spreken’, aldus Nina Loman, een van de coassistenten.

Om erachter te komen waar geneeskundestudenten van de Radboud Universiteit nu terecht zijn gekomen, sprak ANS vier van hen.


Martijn Tjan (23), nachtdienst huisartsenpost, huisartsenpost Nijmegen

‘Ik werk nu op de rode, ofwel de ‘vieze’ huisartsenpost. Dat is een plek waar ook coronapatiënten komen en je dus van top tot teen in beschermingsmateriaal werkt. Ik ben daar voornamelijk bezig met het ondersteunen van de huisartsen en minder met het zelf uitvoeren van medische handelingen. Het is onze taak om de verpleegkundigen en doktersassistenten te ontlasten. Dat is heel anders dan tijdens de coschappen, waar je zelf je eigen patiënten ziet, maar dat biedt ook wel weer nieuwe uitdagingen. Toen bekend werd dat de coschappen stopten, wist ik dat het vechten voor baantjes zou worden. Ik wilde graag dichtbij de ‘frontlinie’ staan, dus op de spoedeisende hulp of huisartsenpost omdat daar de meeste ondersteuning nodig zou zijn. Op de IC worden op dit moment namelijk nog geen coassistenten toegelaten vanwege de tekorten in beschermingsmateriaal.

‘Als er echt tekorten komen, zal ik zes tot zeven dagen gaan werken.’

Ik ben niet per se bang om zelf ziek te worden, maar wel om besmet te raken en om die manier andere mensen in mijn omgeving te besmetten. Je beseft je ook wel dat het beschermingsmateriaal er met een reden is, zeker als je hoort dat er in Italië veel zorgmedewerkers zijn overleden. Momenteel werk ik drie à vier nachten in de week van elf uur ‘s avonds tot acht uur ‘s ochtends. Ik had aangegeven dat ik elke dag beschikbaar ben, en de nacht is nu eenmaal minder populair, dus dan kom je gauw daar terecht. Als er echt tekorten komen en ze mensen nodig hebben, zal ik me meteen beschikbaar stellen en zes tot zeven dagen gaan werken. Ik ben blij dat ik iets kan doen om te kunnen helpen.’


Maud Lamberts (24), coördinator coronazorgcentrum, Jeroen Bosch ziekenhuis.

‘We zijn een coronazorgcentrum aan het opzetten waarbij we mensen zullen opnemen die te goed zijn voor het ziekenhuis, maar te ziek zijn om thuis te blijven. Het centrum is een samenwerkingsverband tussen thuiszorg en huisartsen. Het is mijn taak om ervoor te zorgen dat huisartsen die zich hebben aangemeld, bij een thuiszorgorganisatie terecht komen. Ik bel de huisartsen, maak een rooster en ben vervolgens ook hun aanspreekpunt wanneer ze ergens tegenaan lopen. Mijn rol zou eigenlijk het ondersteunen van een arts met deze functie zijn, maar omdat deze vanwege privéomstandigheden moest stoppen, kreeg ik de vraag of ik dit verder wilde oppakken. Zo ben ik in de coördinerende rol terecht gekomen.

‘Ik zou het super leerzaam vinden om de opvang van patiënten te doen, maar niet als ik de verantwoordelijkheden van een arts krijg.’

Dit is echt iets totaal anders dan wat je tijdens je opleiding leert. Dit is heel organisatorisch, iets waar we normaal niet mee te maken krijgen. Ik vind dit persoonlijk leerzamer dan het verzorgen van patiënten. Ik heb in mijn studie al een zorgstage al gedaan, dus die kant heb ik al een keer gezien, al is de situatie nu natuurlijk wel wat anders. Ik zou het wel super leerzaam vinden om de opvang van patiënten te doen, dus aan de slag te gaan op de spoedeisende hulp, maar niet als ik daarbij ook de verantwoordelijkheden van een arts krijg. Op dit moment voel ik mij namelijk nog niet bekwaam om als arts te werken zonder supervisie.’


Enja van Schijndel (23), co-assistentencoördinator, Jeroen Bosch Ziekenhuis

‘Ik ben eigenlijk in een baan terechtgekomen die ik zelf gecreëerd heb. Er zijn in het hele land verschillende flexpools voor artsen en verplegers, maar co-assistenten die willen helpen vallen daar een beetje tussen. Omdat ik in het verleden al in het Jeroen Bosch ziekenhuis heb gewerkt, kende ik daar al veel mensen, aan wie ik dat kon aangeven. Omdat de volgorde van alle coschappen nogal verschilt per universiteit is het voor de flexpoolplanners lastig om te weten wat ze precies aan wie hebben. Toen zeiden zij: ‘Enja, jij hebt daar meer zicht op. Regel jij dat maar.’ Nu ben ik dus de co-co en coördineer ik alle studenten die zich aanmelden om te helpen. Zo kijk ik hoe ver ze in hun studie zijn, of ze hun wetenschappelijke stage al hebben gedaan en wat hun interesses zijn. Ondertussen hebben 180 coassistenten zich hier aangemeld, waarvan er tot nu toe al zeventig zijn geplaatst.

‘Als het straks code zwart wordt, kan het zijn dat we alle co-assistenten gaan inzetten om artsen te ondersteunen.’

Naast dat we de co-assistenten zo goed mogelijk proberen in te zetten op plekken waar we ze nu kunnen gebruiken, denken we ook aan de toekomst. Als het straks code zwart wordt, kan het zo zijn dat we alle co-assistenten gaan inzetten om artsen te ondersteunen. Wanneer dat gebeurt, zijn alle praktische zaken rondom het contract en salaris dan al geregeld. Daarnaast ben ik betrokken bij heel veel andere losse projecten rondom corona en het ziekenhuis. Ik doe dus eigenlijk van alles wat.’


Nina Loman (23) teamlid Strategie Hart onder de riem, Jeroen Bosch ziekenhuis

‘Ik ben werkzaam in het strategieteam van Hart onder de riem. Dat is een organisatie die is opgezet toen de coronacrisis net op gang kwam. Veel bedrijven wilden ons personeel een hart onder de riem steken met mooie initiatieven. Van grote snoepproducenten tot kleine lokale bedrijven en van restaurants die gratis maaltijden aanbieden tot tekeningen van buurtkinderen. Dat werden er zo veel dat we er een heel team hebben opgericht om ervoor te zorgen dat alles op de goede plek terecht komt.

Ik zou oorspronkelijk in oktober afstuderen, maar dat gaat natuurlijk niet meer gebeuren. Het is ook de vraag of wanneer alles weer normaal is, er nog plek is voor het seniorcoschap en de keuzecoschappen die ik al had gepland.

‘Je kan dan echt een zinvolle bijdrage leveren.’

Die zullen namelijk weer herverdeeld moeten worden. Dat geldt dus voor iedereen, wat de nodige onzekerheden oplevert. Als de behoefte er uiteindelijk is om coassistenten die in hun laatste jaar zitten in te zetten ter ondersteuning van artsen, dan zou ik dat natuurlijk willen doen. Dat is hartstikke leerzaam en je kan dan echt een zinvolle bijdrage leveren. Op dit moment ben ik echter blij met wat alles waarmee ik bijdragen. Dat is altijd beter dan de hele dag thuis te zitten.

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen