Home Artikelen Digitale tweeling van Nijmegen belooft veiligere evenementen

Digitale tweeling van Nijmegen belooft veiligere evenementen

Nijmegen krijgt een digitale tweelingstad. Dat is een fotorealistisch 3D-model van de stad dat bijvoorbeeld kan worden gebruikt om evenementen te plannen. Het is de bedoeling het model in te zetten bij de aankomende Vierdaagsefeesten.

Ongeveer anderhalf jaar geleden werd het Fieldlab Grootschalige Evenementen Nijmegen opgezet. Het samenwerkingsverband bestaat naast overheidspartijen, waaronder de gemeente Nijmegen en de landelijke politie, uit evenementenorganisatoren zoals de Vierdaagsefeesten, Vierdaagsemarsen en partijen uit het bedrijfsleven. Het Fieldlab ontwikkelt een digitale tweelingstad van Nijmegen. Die heeft als doel evenementen veiliger te maken. Paul Geurts, strategisch informatieadviseur van de gemeente Nijmegen, en Nanco Oudejans, projectmanager bij Politie Nederland, zijn als coördinatoren betrokken bij het Fieldlab. Oudejans: ‘Een digitale tweeling kan worden gebruikt om aanpassingen aan de stad te proberen en te visualiseren.’

Over enkele maanden zal de digitale tweelingstad voor het eerst worden gebruikt. Geurts: ‘Het is de bedoeling om de digitale twin in te zetten voor de aankomende Vierdaagsefeesten, in ieder geval voor de grootste podia. Door gebruik te maken van deze slimme technologie willen we evenementen veiliger maken, zowel in het vergunningsproces als in de uitvoering.’ 

Digitale tweeling

Een digitale tweeling is een virtueel 3D-model dat een fysiek object waarheidsgetrouw afspiegelt. De hoofddoelen van een digitale tweeling zijn het begrijpen van de processen die zich in de fysieke wereld afspelen en het voorspellen hoe die processen in de toekomst zullen verlopen. Je kan aanpassingen aanbrengen aan de digitale tweeling om zo de effecten van deze aanpassingen te voorspellen. In tegenstelling tot simpele modellen maken digitale tweelingen vaak gebruik van realtime gegevens uit de fysieke wereld. Die worden met sensoren verzameld.

Voorbereiding van evenementen

Geurts en Oudejans vertellen dat de digitale tweeling in eerste instantie zal worden ingezet om te ondersteunen bij de planning van evenementen. ‘Met een digitale tweeling kunnen we bijvoorbeeld de plaatsing van een concertpodium in een virtuele wereld bekijken’, geeft Geurts als voorbeeld. ‘We hoeven dan niet naar buiten en het hele podium opbouwen om de zichtlijnen te controleren.’

Oudejans schetst de voordelen van een digitale tweelingstad: ‘Een medewerker van de veiligheidsregio die vergunningen beoordeelt, moet fysiek naar de omgeving kijken om de veiligheid te beoordelen. De kleinste details zijn daarvoor van belang.’ Hij illustreert dit aan de hand van een voorbeeld: ‘Als een stoeprand te hoog is, vormt dat een struikelgevaar als mensen bij een calamiteit moeten vluchten. Met een digitale tweeling kunnen inspecteurs dit werk vanaf hun bureau doen en hebben ze alle gegevens bij elkaar. Dat scheelt veel tijd.’

Gegevens verzamelen

De digitale tweelingstad verschilt van andere 3D-modellen in het niveau van detail. Geurts: ‘Er wordt een 3D-omgeving gecreëerd waarin je kunt rondlopen. Daardoor sluit het model nauw aan met je belevingswereld. Op andere modellen zoals Google Earth kun je veel minder ver inzoomen.’

De gegevens die daarvoor nodig zijn, worden op verschillende manieren verzameld. Geurts: ‘We gebruiken gegevens van het bedrijf Cyclomedia. Zij gebruiken auto’s die vanaf grondniveau de stad in kaart brengen, net zoals de auto’s voor Google Streetview. In combinatie met luchtfotovluchten scannen ze zo heel Nederland af.’ Geurts vult aan dat er naast deze gegevens gebruik wordt gemaakt van sensoren in de stad die realtime tellen hoeveel mensen bij evenementen zijn. ‘Zo kunnen we ingrijpen wanneer druktes ontstaan en congestie voorkomen.’

Recent ontstond er in Leiden en Utrecht ophef over camera’s die in 2020 in universiteitsgebouwen waren opgehangen. Hoewel die camera’s enkel bedoeld waren om bezoekers te tellen, bleek dat ze ook andere informatie registreerden, zoals livebeelden waarop voorbijgangers herkenbaar waren. Oudejans geeft aan dat er is nagedacht over de privacyoverwegingen die dit soort sensoren met zich mee brengen. ‘De apparaten die wij gebruiken geven alleen de anonieme teldata door. De video-opnamen gooien ze weg. Wij willen die gegevens ook helemaal niet verzamelen. We willen geen China worden.’

Andere doeleinden, doelgroepen en plekken

Het huidige Fieldlab beperkt zich vooralsnog tot evenementen. Een digitale tweeling kan echter voor vele andere doeleinden worden ingezet. Geurts: ‘We kunnen niet alles tegelijk innoveren. We richten ons dus eerst op evenementen.’ Als voorbeelden van andere toepassingen geeft Geurts watermanagement en nieuwbouwprojecten. ‘Je kan in een digitale tweeling de kraan openzetten en kijken wat het water doet. Je kan ook 3D-tekeningen van nieuwbouwprojecten inladen in de digitale tweeling, zodat je je kan voorstellen hoe dat nieuwbouwproject eruit komt te zien. In Rotterdam worden digitale tweelingen al ingezet in de ruimtelijke ordening.’

De digitale tweeling is nog niet toegankelijk voor burgers, maar de coördinatoren willen die toegang uiteindelijk wel openstellen. Geurts: ‘Voor nu is het nog niet handig om burgers toegang te geven, omdat de digitale tweeling nog niet af is. Dat schept verkeerde verwachtingen.’ Geurts verwacht het komende jaar de tijd te hebben burgers bij het project te betrekken. Een mogelijke toepassing is het indienen van vergunningen. Geurts: ‘We willen een laagdrempelige module ontwikkelen waarmee burgers bijvoorbeeld een vergunning voor een straatbarbecue kunnen indienen. Ze kunnen dan direct in de digitale tweelingstad objecten als een springkussen of bar intekenen.’

Het Fieldlab richt zich weliswaar alleen op Nijmegen, maar de coördinatoren willen dezelfde technologie inzetten voor evenementen in andere steden. Oudejans: ‘Het mag geen specialistisch samenstel worden dat alleen voor Nijmegen werkt. We willen evenementen kunnen managen van Maastricht tot Schiermonnikoog.’ Geurts vult aan: ‘Evenementen worden lokaal georganiseerd, maar veel data is landelijk, zoals die van het Kadaster. Hierdoor kunnen we landelijke afspraken maken over de uitwisseling en het gebruik van data.’

Laat een reactie achter

Gerelateerde artikelen