Het CDA heeft kamervragen gesteld naar aanleiding van een onderzoek uit Amsterdam over ritalinmisbruik onder studenten. Uit het onderzoek bleek namelijk dat studenten zonder ADHD regelmatig het middel nemen om beter te presteren. Minister van Engelshoven vindt de hoeveelheid ritalinmisbruik onder studenten ‘niet voldoende bewezen’.
Uit onderzoek van de Universiteit van Amsterdam (UvA) uit februari, bleek dat steeds meer studenten de concentratieverhogende drug ritalin gebruiken als gevolg van de prestatiedruk onder jongeren. ‘Je bent als individu eindverantwoordelijk voor je eigen toekomst en zal er in deze maatschappij dan ook alles aan doen om te slagen. Ik denk dat jongeren daarom eerder naar die medicatie grijpen’, zo stelden de wetenschappers in hun onderzoek. Omdat het gebruik van het medicijn niet zonder risico is, stelde het CDA kamervragen over de invloed van het leenstelsel op deze ontwikkeling.
Sceptische blik
De minister van Onderwijs gaf in haar antwoord aan te twijfelen of het onderzoek uit Amsterdam wel representatief is voor de hele studentenpopulatie in Nederland. Ook gelooft ze niet dat artsen het middel te snel voorschrijven. ‘Huisartsen werken volgens strikte richtlijnen die zij hanteren bij hun diagnostiek en behandeling. Het voorschrijven van ADHD-medicatie aan patiënten zonder ADHD, met het doel de prestaties verhogen, is een niet-medische toepassing, die niet tot de taken van de huisarts behoort.’
‘Ik denk dat wat de minister doet een beetje simpel is.’
Studenten kunnen echter ondanks dat een huisarts het niet snel onterecht zal uitschrijven, wel degelijk gemakkelijk aan ritalin komen bij medestudenten. Bijvoorbeeld door studenten die wel officieel met ADHD zijn gediagnosticeerd. Dat bevestigde een student aan de Radboud Universiteit (RU) eerder ook. ‘De jongen heeft ADHD, maar gebruikt het middel zelf niet. Hij dealt er dus wel mee.’ Alex Tess Rutten, voorzitter van de Landelijke Studentenvakbond (LSVb), vindt het dan ook zonde dat de minister zo wantrouwend met de uitkomsten van het onderzoek omgaat. ‘Ik denk dat wat de minister doet een beetje simpel is. Dat past in de grotere trend waarin ze de stress onder studenten vanwege het leenstelsel heel erg bagatelliseert.’
De minister heeft wel besloten dat er een breder onderzoek vanuit het RIVM gestart zal worden om de prestatiedruk onder jongeren in kaart te brengen. Daar zal ook het gebruik van prestatieverhogende middelen onder vallen. Door de coronacrisis wordt dit uitgesteld tot volgend jaar waardoor die resultaten naar waarschijnlijkheid eind 2021 pas bekend worden.