De Adviesraad voor Wetenschap, Technologie en Innovatie (AWTI) heeft afgelopen woensdag in een rapport de regering het advies gegeven dat universiteiten meer methodes zouden moeten hebben om studenten te selecteren. Dit zou zorgen voor meer onderscheid tussen universiteiten en minder studie-uitval onder studenten.
Tekst: Coen Stikkelbroek
Het rapport is opgesteld naar aanleiding van een onderzoek naar de toekomstbestendigheid van het hoger onderwijs. Hieruit bleek dat de laatste jaren universiteiten hun studie-aanbod zodanig verbreed hebben dat het onderscheid tussen de verschillende universiteiten kleiner is geworden. Daarnaast is het aantal studenten wat jaarlijks uitvalt gegroeid. Op dit moment wordt vaak het propedeusejaar als selectiejaar gebruikt wat volgens de raad een grote verspilling van geld en tijd is voor zowel de universiteiten als de studenten.
Goede selectie is lastig
Volgens de adviesraad zou de situatie verbeteren wanneer universiteiten meer mogelijkheden zouden hebben om studenten te kunnen selecteren. Momenteel is dat enkel toegestaan bij bacheloropeidingen met een Numerus Fixus en bij zeer kleinschalige opleidingen. Dit gebeurt op basis van loting of decentrale selectie. Masteropleidingen mogen wel al vrij selecteren.
Martijn Gerritsen, woordvoerder van de Radboud Universiteit, verklaart dat de Radboud Universiteit geen voorstander is van specifieker selecteren. ‘Studeren, en daarmee ook de studiekeuze, een proces. Een selectie door de universiteit is daarentegen altijd een momentopname. Hierdoor is een goede selectie in de praktijk moeilijk te realiseren.’ Verder legt Gerritsen uit dat de universiteit een verkeerde studiekeuze niet direct als een verspilling van tijd en moeite ziet, maar ook als een leerzame ervaring voor de student. ‘De Radboud Universiteit zal zich altijd inzetten voor gelijke kansen voor iedereen, de toegankelijkheid van het onderwijs staat dan ook hoog in het vaandel.’