Na vierenhalf jaar komt het einde van de rit in zicht voor het huidige kabinet en haar ministers. Ook Jet Bussemaker, de veelbesproken minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW), zal hoogstwaarschijnlijk het stokje moeten overdragen. Over haar beleid van de afgelopen jaren is ze in ieder geval tevreden.
Leenstelsel blijft
In 2012 ging Jet Bussemaker namens de Partij van de Arbeid (PvdA) aan de slag als minister van OCW in kabinet-Rutte II. Nu, vierenhalf jaar na haar aanstelling, kijkt de minister in een interview met het Hoger Onderwijs Persbureau terug op een veelbewogen periode. Voor velen zal Bussemaker worden herinnerd om de invoering van het omstreden leenstelsel. ‘Het is de grootste hervorming in de studiefinanciering van de afgelopen dertig jaar’, vertelt ze. Een terugkeer naar de oude basisbeurs ziet Bussemaker niet zo snel gebeuren. ‘Ik kan niet in een glazen bol kijken, maar we hebben vier partijen achter ons’, meent de minister. Het leenstelsel was namelijk een samenwerking tussen regeringspartijen VVD en PvdA plus de oppositiepartijen D66 en GroenLinks. De kans dat minstens twee van deze partijen in het volgende kabinet komen is, uitgaande van de huidige peilingen, redelijk groot.
Samenwerken
Het hoger onderwijs bestaat natuurlijk niet alleen maar uit het leenstelsel, wat de vraag oproept hoe politieke partijen eigenlijk tegen hoger onderwijs aan kijken. Een aantal partijen, onder aanvoering van de VVD en de CDA, vinden dat een opleiding vooral moet zijn om mensen beroepstechnisch goed op te leiden. Hierdoor zouden kleine studies, met name de talen, buiten de boot vallen. Bussemaker hoopt dat er in de toekomst een betere samenwerking komt tussen kleine opleidingen, omdat ze net zo belangrijk zijn als andere studies. Ze neemt de studie Arabisch als voorbeeld: ‘Dat was geen populaire studie, maar nu hebben we mensen nodig die de taal van het Midden-Oosten spreken.’
Kop van Jet
De kans dat we ook de komende vier jaar weer mogen genieten van Bussemaker als minister van Onderwijs is relatief klein volgens haarzelf. Niet alleen staat de PvdA vrij laag in de peilingen, maar ook haar persoonlijke overwegingen spelen een grote rol. Zelfs als haar eigen partij überhaupt zou mogen regeren, weet de minister nog niet of ze het ziet zitten om opnieuw vier jaar beleidsmaker te zijn. ‘Ik sta na vier mooie jaren niet te springen, al zeg ik ook niet bij voorbaat nee.’
Bussemaker zal in ieder geval de geschiedenis in gaan als dé minister van het leenstelsel en daarmee de spreekwoordelijke Kop van Jet. Of de Rembrandts in het Rijksmuseum en het gratis collegejaar voor voltijdsbestuurders ook worden herinnert, zal de tijd moeten uitwijzen. We gaan je missen Jet!