Studenten die een tweede bachelor of master doen na het afronden van hun eerste studie betalen vaak bakken met geld, doordat universiteiten zelf mogen bepalen hoeveel collegegeld ze vragen. Aan deze situatie wil minister van Onderwijs Ingrid van Engelshoven nu een eind maken.
Vorige week werd in de Tweede Kamer gesproken over mogelijkheden om de kosten van een tweede opleiding in te perken. Sinds 2010 legt de overheid geen geld meer bij om zo’n tweede studie te bekostigen. Dat systeem is volgens Van Engelshoven te prijzig om opnieuw in te voeren, maar er moet wel iets gedaan worden aan de huidige situatie. Nu kunnen universiteiten namelijk woekerprijzen hanteren voor een tweede studie, in de meest extreme gevallen zelfs zoveel als 32 duizend euro per jaar. Als het nieuwe voorstel van de minister erdoor komt, zijn die exorbitante bedragen definitief verleden tijd. Voortaan moet een vastgesteld collegetarief als maximum gelden, met uitzonderingen naar beneden. Hoe dit precies geregeld gaat worden, per wet of via afspraken met de universiteiten, is nog niet duidelijk, maar animo is er in elk geval voldoende.
In 2016 keurde de Hoge Raad een voorstel om het systeem aan te passen af, dus het is afwachten wat er nu gaat gebeuren.